Vluchtelingen vormen een autonome en uiteindelijk oncontroleerbare beweging

Geen mens is illegaal.
Geen mens is illegaal.

Wie solidair wil zijn met vluchtelingen en migranten, kan bij zijn of haar steunactiviteiten al snel in de verleiding komen om vooral te benadrukken hoe vreselijk het migratiebeheersingsbeleid van de Nederlandse staat is en hoeveel leed die staat vluchtelingen en migranten aandoet. Actievoerders tegen migratiebeheersing beschrijven vaak hoe veel vluchtelingen en migranten die Nederland nog weten te bereiken, worden afgewezen, illegaal gemaakt, uitgesloten, uitgehongerd, opgejaagd, opgesloten en uiteindelijk met veel geweld gedeporteerd. Maar wie solidair wil zijn, moet zich meteen ook afvragen hoe motiverend het is voor de vluchtelingen en migranten om wie het gaat, om keer op keer geconfronteerd te worden met dergelijke waslijsten aan ellende, waarvan ze zelf al bijzonder goed op de hoogte zijn en die ze dagelijks aan den lijve ondervinden.

Dit stuk is een bewerking van het artikel “Lange neus trekken naar migratiebeheersing!” en is bedoeld voor de krant die uitgedeeld zal worden op de demonstratie tegen racisme en voor solidariteit zonder grenzen, aanstaande zaterdag 21 november in Nijmegen. Het protest begint om 14:00 uur op de Van Schaeck Mathonsingel, tegenover het station. Doorbraak is een van de organisatoren en roept iedereen op om ook mee te komen doen. Meer lees je bij de aankondiging.

Werken onze toespraken en onze artikelen op vluchtelingen en migranten vaak niet eerder bangmakend en demotiverend? Voor solidaire activisten zijn die horrorverhalen al niet opwekkend, dus hoe moeten ze dan op de vluchtelingen en migranten zelf overkomen? Mensen die hen steunen en deelnemen aan solidariteitsacties, herhalen dergelijke verhalen vaak om de rest van de samenleving aan het schrikken te brengen, in de hoop dat er meer mensen opstaan die ook iets tegen het migratiebeheersingsbeleid willen gaan ondernemen. Maar helaas is een flink deel van de Nederlanders het wel eens met de uitgangspunten van het beleid, zoals “Nederland is vol”, en heeft men verder weinig interesse om zich eens goed te verdiepen in de bijbehorende gewelddadige praktijken. Veel anderen maken zich wel eens een beetje boos, maar willen alleen zeer beperkt en voorzichtig in het geweer komen bij individuele zaken.

Machteloos?

Maar zijn vluchtelingen en migranten wel zo machteloos als wij vaak vertellen? Hun levens hier zijn ten gevolge van de tsunami aan repressieve wetten van de afgelopen 25 jaar ontegenzeggelijk veel moeilijker geworden. Er worden meer mensen illegaal gemaakt, meer mensen uitgesloten en opgesloten en er vallen meer doden. Maar uit het feit dat al die wetten door de staat nodig worden geacht, kunnen we toch ook wel afleiden dat de machthebbers de vluchtelingen en migranten er als groep niet makkelijk onder krijgen. Iedere nieuwe nog repressievere wet is zo ook tegelijk een erkenning van de staat dat de vorige onvoldoende effect had. Hoeveel energie en geld de staat er ook in steekt, de migratie blijkt toch niet helemaal beheersbaar te zijn. De migranten en vluchtelingen behouden toch steeds een vorm van autonomie: dat wil zeggen dat ze uiteindelijk toch zelf bepalen waar ze wonen en leven, en niet de staat.

Natuurlijk, veel illegaal gemaakte migranten en vluchtelingen vallen in de handen van de staat, maar er zijn er ook een heleboel die zich hier weten te handhaven. Dat is een uiting van wilskracht, van overlevingsdrang, en daar heeft de staat simpelweg onvoldoende antwoord op. Het is een permanente dagelijkse strijd tussen degenen die hier willen blijven en de staat die alles op alles zet om hen tegen te houden, uit te sluiten en te verwijderen. De nieuwe wetten en maatregelen die de staat daarbij in de strijd werpt, de drempels die worden opgeworpen, die kunnen samen worden gezien als een soort catalogus van manieren waarop de staat denkt dat mensen zonder verblijfsrecht weten te overleven.

Autonome beweging

De overheid probeert de migratie niet alleen te beheersen met nieuwe regels, maar ook via regelmatig terugkerende keiharde uitspraken van beleidsmakers en via het aankondigen van nog repressievere maatregelen waarvan men al bij voorbaat weet dat ze niet of niet direct “haalbaar” zijn, bijvoorbeeld vanwege regels van de EU. Ook wordt er nogal eens beleid geïntroduceerd dat in de praktijk al op de een of andere manier is ingevoerd, puur met als doel om mensen bang te maken en de publieke hetze tegen vluchtelingen en migranten nog verder te intensiveren. Om te voorkomen dat nieuwe vluchtelingen en migranten hierheen komen en om te voorkomen dat afgewezen vluchtelingen een illegaal bestaan gaan opbouwen. En ook om mensen die hen daarbij steunen, te ontmoedigen, te intimideren en ervan te overtuigen dat er geen andere mogelijkheid is voor afgewezen vluchtelingen dan “terugkeren”. Wij activisten lopen het risico dat we met onze artikelen en toespraken onbedoeld bijdragen aan die bedreigende sfeer.

Dat vluchtelingen en migranten die de staat wil buitensluiten, hier toch heenkomen en hier toch weten te overleven, dat is op zich een strijd. Dat wil niet zeggen dat vluchtelingen en migranten per definitie een soort activisten zijn die een zelfbewuste politieke strijd voeren, hoewel dat natuurlijk wel voorkomt, maar feitelijk gezien verzetten ze zich wel tegen de lawine aan staatsrepressie die over hen wordt uitgestort. Puur uit noodzaak. Objectief gezien is er een voortdurende strijd gaande, letterlijk op leven en dood, tussen de staat en de mensen die hier veiligheid en bescherming zoeken en vaak tot illegaal worden verklaard. Het is een strijd die mensen zonder verblijfsrecht nauwelijks kunnen winnen, toegegeven, maar de staat ook niet. De staat blijkt, getuige de wildgroei aan repressieve wetgeving, uiteindelijk relatief machteloos tegen de inventiviteit van de migranten en vluchtelingen om toch te overleven. Natuurlijk, heel wat individuele vluchtelingen en migranten zonder verblijfsrecht gaan er aan onderdoor, maar als door de staat geschapen categorie – “illegalen” – blijven ze overleven. Met andere woorden: de overheid staat machteloos tegenover migratie als autonome en uiteindelijk oncontroleerbare beweging. Ondanks de hele zwaarbewapende anti-migratie-industrie die steeds meer opgetuigd wordt met militaire middelen, en een hele samenleving die gemobiliseerd is tegen “de illegalen”, zoals blijkt op de ontelbare keren per dag dat mensen zich bij allerhande gezagsdragers moeten identificeren om aan te tonen wie ze zijn en dat ze legaal in Nederland verblijven.

Tegenmacht

Vluchtelingen en migranten voeren hun overlevingsstrijd niet georganiseerd als categorie, maar veelal in eerste instantie individueel, ieder voor zich. Dat geldt uiteraard ook voor degenen onder hen die geen verblijfsrecht hebben. Ze proberen de moed erin te houden, controles te ontlopen, inkomen en onderdak te regelen en te behouden. Daarbij krijgen ze in veel gevallen hulp van familie, vrienden, lot- en landgenoten en soms ook van steungroepen. De staat probeert het al deze individuen en groepen zo moeilijk mogelijk te maken, uiteindelijk misschien zelfs via criminalisering van elke vorm van hulp. Maar allemaal samen zorgen ze ervoor dat de staat zijn zin niet krijgt en dat illegaal gemaakte mensen weten te overleven. Dat is toch een vorm van concrete tegenmacht.

Deze tegenmacht is het grootste deel van de tijd voor de meeste mensen onzichtbaar. Het is een stille strijd tussen de staat en de vluchtelingen en migranten en hun omgeving. Soms is er iets van zichtbaar als de politie ergens een inval doet die de media haalt, bijvoorbeeld omdat er een dode bij valt. Of doordat groepen migranten of vluchtelingen zich openlijk verzetten middels demonstraties, tentenkampen of hongerstakingen. De laatste jaren springt vooral de strijd in het oog die zelforganisaties van afgewezen vluchtelingen aan het voeren zijn, zoals de Amsterdamse vluchtelingengroep Wij Zijn Hier. Die vluchtelingen voeren al langere tijd actie door middel van tentenkampen, demonstraties en kraakacties.

Het is belangrijk om daarbij te beseffen dat dit soort acties slechts het topje van de ijsberg vormen, een uitzondering in de strijd. Het verschil is dat deze vluchtelingen hun overlevingsstrijd openbaar en offensiever zijn gaan voeren, maar ook buiten de tentenkampen en kraakpanden om gaat de dagelijkse strijd van vele tienduizenden mensen op de vlucht dus gewoon door. Die strijd ontstaat niet ineens door een spandoek of een tentenkamp, die is er altijd en zal er altijd blijven zolang de staat probeert om de migratie te beheersen.

Lange neus

Met het offensief naar buiten treden weten vluchtelingen zonder verblijfsrecht meer politieke en materiële steun te mobiliseren dan anders mogelijk was geweest. Maar het is tegelijkertijd wel een riskante ‘keuze’ die hen kwetsbaarder kan maken. Want hun ondergrondse steunnetwerken waren voor de staat vaak relatief onzichtbaar en daardoor moeilijker te bestrijden. En veel van de individuen, steungroepen en politieke partijen die collectieve acties van vluchtelingen komen steunen, zijn door de staat in te kapselen, zo blijkt maar al te vaak. Zoals de progressieve partijen die uiteindelijk altijd denken vanuit het belang van de BV Nederland die ze maar wat graag willen meebesturen, en nogal wat middenklassers die voor vluchtelingen willen bepalen wat goed voor hen is.

Misschien is dat ook wel een reden waarom radicaal-linkse activisten graag uitgebreid vertellen over alle repressie tegen vluchtelingen en migranten: om voorbij de zielige verhalen-sfeer te komen die de immer opduikende middenklasse en humanitaire steungroepen het liefst oproepen rondom migratie. De vluchtelingen en migranten moeten zich hun paternalisme vaak laten welgevallen, zeker wanneer ze weinig andere steunbronnen hebben, en dan moeten ze zich ook nog dankbaar tonen. Wat de gezagsgetrouwe middenklasse echter niet bevalt, is een nadruk op de autonomie van de migratie, van migranten en vluchtelingen, en het besef dat hun overleven feitelijk een hele lange neus is naar de autoriteiten met hun repressie en uitsluiting. Misschien is het tonen van werkelijke solidariteit en het benadrukken van de kracht van vluchtelingen in onze artikelen en toespraken een effectievere manier om de benauwende middenklasselucht te verdrijven dan maar doorratelen over de gigantische macht van de staat.

Perspectief van onderop

Dat de staat en de mensen die door de staat worden afgewezen en uitgesloten, in een voortdurende strijd zijn verwikkeld, wil niet zeggen dat het doel van de staat is om alle mensen zonder verblijfsrecht definitief het land uit te krijgen. Deels natuurlijk wel, maar tegelijkertijd weten de beleidsmakers ook wel dat het de economie en de winsten niet ten goede zou komen wanneer alle illegaal gemaakte arbeiders zouden verdwijnen. Een flink deel van de economie drijft op de kurk van de lage lonen van mensen zonder verblijfsrecht. In zekere zin fungeert de dagelijkse strijd tussen de overheid en de mensen zonder verblijfsrecht ook als een soort selectiemechanisme waarbij alleen de allersterksten en inventiefsten over blijven, precies de mensen die de neo-liberale economie goed kan gebruiken. Dat resulteert in een segment van het arbeidsaanbod waar de staat, behalve de repressie, geen kosten aan hoeft te maken: geen gezondheidszorg, werkloosheidsuitkeringen, pensioenen of onderwijs.

Moeten we de keiharde gevolgen van de migratiebeheersing, van nieuw repressief beleid, van rapporten en verslagen van migratieonderzoekers in dienst van de staat, van opmerkingen van beleids- en opiniemakers tegen vluchtelingen dan maar niet meer bespreken? Nee, natuurlijk niet. Het gaat erom dat we in onze analyses meer het perspectief van onderop opzoeken, dat we meer de nadruk leggen op strijd, op successen die zijn geboekt in de dagelijkse gevechten tegen afwijzing, uitsluiting en uitzetting.

Harry Westerink