Voor wie nog steeds niet weet wat anti-Zwart racisme is
Anti-Zwart racisme maakt voor velen, al dan niet bewust, onderdeel uit van hun individuele, groeps- of nationale identiteit. Een dooddoener als “Dan mag ik straks helemaal niets meer zeggen!” toont aan hoezeer men is overtuigd van de mythe dat anti-Zwart racisme normaal zou zijn. Witte mensen vrezen het zelfgeconstrueerde imago van fatsoen en beschaving te verliezen en zijn bang niet langer als neutraal, onschuldig en onschadelijk te worden gezien als het anti-Zwart racisme wordt blootgelegd. De hele westerse geschiedenis, inclusief de grootheden die we daarbinnen vereren, hangt samen met een vorm van anti-Zwart racisme. Van het heldendom van een flink aantal historische figuren, zoals Aletta Jacobs en Mahatma Gandhi, blijft weinig over wanneer je níét buiten beschouwing laat hoe deze personen over Zwarte mensen dachten. Memorabele dagen op onze kalenders, zoals de in Europa gevierde Bevrijdingsdagen, verliezen hun glans wanneer je stilstaat bij hun betekenis voor de Zwarte mensen in (voormalig) gekoloniseerde landen als de Democratische Republiek Congo, Eritrea, Bonaire, Suriname en de VS. Neem de Nederlandse Bevrijdingsdag. Volgens de slogan herdenken ‘we’ op 5 mei de vrijheid. Maar hierbij gaat het enkel om de bevrijding van Nederland in 1945. Hoe zat het met de vrijheid van de door Nederland gekoloniseerde landen? Uit deze thuislanden van strijders als Boy Ecury (Aruba) en Anton de Kom (Suriname) kwamen veel Zwarte personen die vochten voor de vrijheid van de natie die hun kolonisator was. Werden hun eigen thuislanden op 5, 6 of zelfs 7 mei 1945 ook bevrijd van Nederland? Absoluut niet. Zij moesten nog decennialang strijden voor dekolonisatie. Sterker nog, de Twitter-timeline van organisator en schrijver Alfrida Martis laat zien hoe kolonialisme in Nederland vandaag de dag voortduurt. Anti-Zwart racisme uit zich niet alleen in de zin “Als het je hier niet bevalt…”, maar ook in de suggestie dat ‘we’ toch ergens moeten beginnen. Zo viert Nederland honderd jaar vrouwenkiesrecht vanaf het moment dat witte vrouwen mochten stemmen. Aletta Jacobs, wiens strijdlust ook in haar racisme doordrong, vond het een absurd idee dat Zwarte vrouwen “ook al” zouden mogen stemmen. Toch wordt het ongezellig gevonden als Zwarte vrouwen vraagtekens bij Aletta Jacobs zetten. Want: “We moeten toch ergens beginnen?”
Simone Zeefuik in Voor wie nog steeds niet weet wat anti-Zwart racisme is (Oneworld.nl)