Vrijheid, extreem-rechts en de anti-vax-beweging
Wie het presidentschap van Trump met enige aandacht heeft gevolgd en in het bijzonder, in de maanden van de pandemie, de verkiezingscampagne die tot zijn nederlaag leidde, zal zijn opgevallen hoe hardnekkig hij en zijn aanhangers beweerden de vrijheid van individuen te willen verdedigen.
Vrijheid – liberty – is een mantra in de Amerikaanse geschiedenis, op sommige momenten met meer, op andere met minder nadruk opgeroepen. Tijdens de confrontatie met het communisme bijvoorbeeld werd het woord vrijheid gebruikt om alles aan te duiden wat het communisme niet was. Marktvrijheid boven alles, het tegenovergestelde van de communistische planeconomie. Het begrip vrijheid, dat de Franse Revolutie tot hoogste waarde en grondbeginsel van de beschaving had benoemd, werd reeds in de loop van de negentiende eeuw omgevormd tot een begrip van vrijheid als de essentie van een bepaalde economische orde, van een bepaalde institutionele opzet. Van een waarde die identiteit gaf aan een klasse, de bourgeoisie, werd het een waarde die identiteit gaf aan het kapitaal. Ondertussen zwaaiden de ondergeschikte klassen met het vaandel van de “solidariteit”.
Dit is een vertaling van het artikel “Non regaliamo all’estrema destra l’idea di libertà!” van Sergio Bologna, een oudgediende van de Italiaanse autonoom-marxistische beweging. Het verscheen in 2021. Bij het vertalen naar het Nederlands hebben we ook gebruik gemaakt van een Engelse vertaling door de Angry Workers.
Wat vandaag gebeurt is weer anders, omdat het idee van vrijheid dat extreem-rechts voorstaat – en Trump behoort daartoe – vertaald moet kunnen worden in gedrag dat kan worden herkend door de “menigte” die geen kenmerken van een klasse meer heeft. Dat is het resultaat van zowel het einde van de tegenstelling tussen het model van de westerse democratie en het model van het communistische regime, dat toen een generieke tegenstelling tussen “rechts” en “links” werd, als van de ontbinding van de middenklasse en de versplintering en afbraak van de arbeidersklasse.
Vrijheid moet niet meer onmiddellijk worden voorgesteld als synoniem van een bepaalde sociale, economische en institutionele orde, maar als de biologische, “natuurlijke” substantie van een mensheid die op zoek is naar zuiver welzijn. Zo wordt vrijheid eenvoudigweg het recht van het individu om te doen wat hij wil in zijn eigen voordeel, niet alleen buiten elke regel, orde en institutioneel principe om – Trump weer als voorbeeld -, maar ook zonder rekening te houden met anderen dan hijzelf: het individu heeft het recht om te doen wat hij wil, zonder zich zorgen te maken of zijn handelen misschien in het voordeel of nadeel van anderen is. Omdat die ander alleen bestaat als hij tegenover hem, als gelijke, hetzelfde recht uitoefent in zijn eigen voordeel. Als hij niet mijn gelijke is, dan win ik; als hij dat wel is, vecht ik tegen hem om te overwinnen. De regressie is duidelijk: van Locke’s maatschappij, Rousseau’s sociaal contract en Stuart Mills’ liberalisme (de uitoefening van mijn vrijheid mag de vrijheid van anderen niet beperken) tot Hobbes’ “homo homini lupus” (“de mens is een wolf voor zijn medemens”) en het sociaal-darwinisme dat inherent is aan de negentiende- en twintigste-eeuwse geschiedenis van het roofzuchtige, racistische, koloniale en neo-liberale kapitalisme.
De opvatting van vrijheid die ten grondslag ligt aan het gedrag en de propaganda van anti-vaxers is zo: ik doe wat ik wil, en ik wil kunnen doen wat ik wil waar ik wil. Daarom beschouwen wij de anti-vax beweging als een uiting van extreem-rechts (en het is paradoxaal om te zien dat neo-fascisten en neo-nazi’s binnen deze beweging pro-vax mensen fascisten en nazi’s noemen). Wij denken dat ze zeer verwarde ideeën hebben over vaccins en de toepassing ervan (overigens hebben ook wij daarover geen glasheldere ideeën, en zelfs de WHO heeft die niet…), dat er binnen die beweging mensen zijn met verschillende en zelfs tegenovergestelde politieke ideeën, maar allemaal zijn ze er vast van overtuigd dat het juiste idee van vrijheid is dat iedereen het recht heeft te doen wat hij wil en niemand het recht heeft hem dat te beletten, en zeker niet dat apparaat dat wij de staat noemen.
(Laten we de anti-vax-beweging niet verwarren met het protest tegen het coronatoegangsbewijs. Het zijn twee verschillende zaken die we afzonderlijk zullen behandelen. Door ze door elkaar te halen is de leiding van de straatdemonstraties in handen van extreem-rechts gekomen. En hieruit blijkt hoeveel verwarring er heerst in de hoofden van zoveel kameraden, arbeiders en verder goede mensen…).
Het wordt steeds duidelijker dat de anti-vax-beweging in wezen een anti-staatsbeweging is. Ze is daarin niet de enige. Het is begrijpelijk dat sommige anarchistische tendensen ook verwantschap voelen met die beweging. Maar het is niet het anarchistische anti-staat idee dat de dominante factor is. In de Verenigde Staten hebben Trumpiaans rechts en de anti-vax-beweging samen een sterke kracht gevormd. De aanval op het Capitool in januari 2021 was daarvan de meest volledige en welsprekende weergave. Toen de anti-vax-demonstratie in Rome afgesloten werd met een fascistische aanval op het nationale hoofdkwartier van de CGIL (Italiaanse FNV) en een poging om het Palazzo Chigi (ambtswoning van de president) te bereiken, was de cirkel rond: van de aanval op het Capitool in Washington op 6 januari tot de aanval op de CGIL in Rome op 9 oktober; van “we nemen Washington over” tot “we nemen Rome over”. En de anti-vakbondsaanval in Rome doet onvermijdelijk denken aan de lokale vakbondshuizen die honderd jaar geleden door de fascisten werden verwoest en in brand gestoken.
De anti-vax-beweging is niet verbonden aan een klasse en past perfect bij het verschijnsel van de ontbinding van de middenklasse en de arbeidersklasse, de crisis van de middenklasse en de transformatie van de wereld van het werk. De beweging lijkt niet aan te sluiten bij een bepaalde economische orde, maar doet dat in werkelijkheid wel: bij het neo-liberale model. Tegen de staat zijn is tegen openbare voorzieningen zijn, en dus impliciet zeggen dat gezondheidszorg, watervoorziening, onderwijs, vervoer, welzijn, enzovoorts niet in publieke handen mogen of kunnen zijn. Want als dat wel zo is, houdt het dragen van de kosten daarvan in dat men mij iets ontneemt ten voordele van anderen. Alles moet worden overgelaten aan de particuliere sector, en wie die niet kan betalen heeft pech.
***
We moeten af van de stereotypen die we altijd hebben gebruikt om extreem-rechts te definiëren, in het bijzonder het prototype van het nazisme of het fascisme. We kunnen nu beter spreken van een “neo-nazisme zonder Hitler”, want het nationaal-socialisme van de jaren dertig was allesbehalve een individualistische ideologie. Integendeel, het was gebaseerd op het idee van een “volksgemeenschap” (van het “Duitse volk” uiteraard). Vandaag de dag gaat het autoritaire Trumpiaanse systeem perfect samen met individualisme. Een individualisme op een wereldwijde schaal, op het internet. Het virtuele universum van het web is een universum van individuen zonder institutionele beperkingen, zonder institutionele orde, zonder hogere regelgevende autoriteit. Dat leent zich wonderwel als ruimte waarop de verbeelding van het individu van de moderne “menigte” zijn gedrag projecteert. In de virtuele ruimte van het web denkt het individu dat hij kan doen wat hij wil, geen regering – of instelling, of “bemiddelende instantie” – kan hem regels voorschrijven, geen macht kan hem disciplineren.
Zelfs het kapitalisme van de multinationals, waarvan wij dachten dat het het hoogste stadium van zijn evolutie was, is oud nieuws. De orde die wordt opgelegd door de nieuwe Leviathans – Google, Amazon, Facebook en enkele anderen, de Big Tech – vormt een nieuwe fase van kapitalistische ontwikkeling met heel andere kenmerken. Een van die kenmerken is juist de “democratisering” van de toegang tot communicatie, de mogelijkheid die aan het individu wordt geboden om met de wereld te communiceren en, theoretisch gezien, op de markt te handelen. Het oude kapitalistische model van de multinationals behield het openlijk hiërarchische karakter van de aansturing en handhaafde het exclusieve recht van bedrijven op toegang tot de markt. Het alleenrecht op materieel en economisch overleven van het individu bleef bij het bedrijf, dat afhankelijke en ondergeschikte arbeidskrachten voortbracht. Vandaag de dag wordt de ‘natuurlijke’ neiging tot individualisme – in die zin is de freelancer de archetypische figuur van onze tijd – enorm versterkt door de overtuiging dat toegang tot het web toegang tot de markt en dus tot overleven kan worden, zonder bemiddeling van enige instelling, zonder de bemiddeling richting ondergeschikt werk en lonen. Bemiddelende instanties zoals vakbonden worden door bedrijven omschreven als obstakels voor zelfrealisatie, en door de arbeiders ook steeds vaker zo gezien.
We moeten kijken naar de sociale wortels van het individualistische gedrag om te kunnen begrijpen waarom men de neiging heeft om bepaalde ideeën over vrijheid te aanvaarden.
Je gedrag baseren op de overtuiging dat iedereen het recht heeft om te doen wat hij wil, is de meest radicale manier om alle waarden te ontkennen waarop de arbeidersbeweging, het socialisme, in één woord “links”, is gebaseerd. Dat doet de waarde teniet van wederzijdse hulp, van solidariteit, van community, waarden waarop het sociale weefsel en het sociale conflict zijn gebaseerd. Waarden waarop ons tijdschrift is geïnspireerd, dat hoeven we verder niet uit te leggen.
***
We kunnen we ook ingaan op de voordelen van een publieke gezondheidszorg. Voor de anti-vax-beweging is het eenvoudig: iedereen regelt het zelf zoals hij wil, want de volksgezondheid is niet mijn probleem. Ik denk alleen aan mijn eigen gezondheid. Er bestaan geen gezondheidswetenschappen, er bestaat sowieso geen wetenschap, en daarom kan er geen regulerende macht zijn die gebaseerd is op een veronderstelde grotere kennis dan die waarover het individu reeds beschikt. Het allerbelangrijkste is de bevestiging van zijn individuele vrijheid.
Het idee dat de vrijheid van het individu om zelf en voor zichzelf te denken kennis is, en bovendien kennis die superieur is aan die van vermeende “deskundigen” – in de vorm van ambtenaren of tussenpersonen van een staatsmacht of als dienaren van multinationale farmaceutische bedrijven – komt neer op het ontkennen van de waarde van competentie, opleiding en wetenschappelijk onderzoek. Het betekent echter niet dat men terugkeert naar Rousseau’s idee van de “edele wilde”, maar naar de toestand van overgeleverd zijn aan de markt. Individuen die zichzelf zien als onafhankelijke entiteiten, die niemand nodig hebben, die hun bestaan niet baseren op relaties maar op individualisme, zijn precies degenen die hun vrijheid het meest verliezen, met name in de arbeidsverhoudingen: door solidariteit, community en wederkerigheid te ontkennen, belanden ze in een toestand waarin ze het voorwerp zijn van de meest ongebreidelde uitbuiting, omdat ze zichzelf hebben geplaatst in de toestand van de grootste contractuele zwakte op de markt, die van het individu.
De fanatieke verdediger van zijn individuele vrijheden, die geen enkele regulerende instantie of instelling erkent, zelfs niet de verzorgingsstaat, vertrouwt volledig en onbewust op de markt, die niet zal nalaten hem te verpletteren en hem te veroordelen tot een onzeker bestaan als werkende arme. Ze wanen zich vrij, maar staan zwak. Niet tegenover de oude bazen, maar tegenover gezichtsloze en vaak naamloze machten voor wie het enkele individu niets is. Dat vergemakkelijkt de geboorte van fantasieën: niet de dynamiek die eigen is aan de concrete machtsverhoudingen in de maatschappij, maar duistere vijandige aanwezigheden die de wereld om mij heen veranderen en inderdaad “tegen mij” samenspannen. Ik weet niet wie het zijn, maar ik weet dat ze er zijn, want iemand zal verantwoordelijk moeten zijn voor de schade die ik lijd. De meest direct herkenbare, zij het ongrijpbare, superieure entiteit is de staat. Maar het is op dit punt dat wantrouwen, agressie en geweld tegen hen die anders zijn dan ik worden uitgelokt, en die groeien naarmate zij fysiek, herkenbaar (door de kleur van hun huid, de stijl van hun kleren, of de geur van hun keuken) en sociaal zwakker zijn.
De anti-vax-beweging heeft geen idee van volksgezondheid of hygiëne. Omdat de dimensie van het collectief haar volkomen vreemd is, evenals het concept van openbare dienstverlening. Waarom sluiten mensen die er heel andere waarden op na houden dan Trump, waarden die min of meer vaag “links” zijn, zich dan toch aan bij deze bende onverantwoordelijken? Dit gedrag is des te onbegrijpelijker omdat in onze traditie van ervaringen, strijd, discussies en onderzoek, zowel het probleem van de volksgezondheid als het probleem van de epidemieën uitvoerig aan de orde zijn gesteld en onderzocht.
Een voorbeeld. Sinds het midden van de jaren zeventig bestaat het tijdschrift “Epidemiologie en Preventie”, opgezet vanuit de gezondheidsbeweging. Dat voerde de politieke en juridische strijd aan die heeft geleid tot de erkenning van de risico’s voor arbeiders die zijn blootgesteld aan giftige stoffen – zoals asbest, tetra-ethyllood, vinylchloride, 2-naftylamine, enz. – en het recht op schadevergoeding. We herinneren ons de namen van Giulio Maccacaro en Ivar Oddone. Het tijdschrift was opgericht om gezondheidswerkers in het veld op te leiden, om de arrogantie te bestrijden van farmaceutische bedrijven en industrieën die het bewijs van de door hen veroorzaakte schade ontkennen en die kwistig studies financieren om aan te tonen dat er geen risico’s zijn, om een volksgezondheidsmodel te bestrijden dat uitsluitend is gebaseerd op grote supergespecialiseerde ziekenhuiscentra en particuliere klinieken ten dienste van degenen die zich een dure behandeling kunnen veroorloven.
Dit is de grote rijkdom aan ervaring en kennis die de sociale strijdbeweging van de jaren zeventig ons heeft nagelaten, een rijkdom die van generatie op generatie wordt vernieuwd. We hoeven niet onze toevlucht te nemen tot verwarde samenzweringstheorieën om bepaalde reële misdaden van farmaceutische bedrijven aan de kaak te stellen. We hoeven alleen maar uit te gaan van het concept van winst, zoals Marx dat formuleerde. We hoeven ons ook niet aan te sluiten bij de anti-regeringsacties van Fratelli d’Italia (partij die voortkwam uit de rechtervleugel van Berlusconi’s partij PdL, Volk van de Vrijheid) om de zorgwekkende bezuinigingen van de regering Draghi op de uitgaven voor volksgezondheid aan de kaak te stellen. De strijd voor een gezondheidszorg ten dienste van iedereen, en voor preventie gebaseerd op verantwoordelijkheidszin ten opzichte van anderen, is al onze strijd sinds een halve eeuw, en het is niet het werk van tovenaarsleerlingen.
P.S. Na de fascistische aanval op het hoofdkwartier van de CGIL in Rome gingen er van vele kanten stemmen op om het extreem-rechtse Forza Nuova te verbieden. De opleving van het fascisme in Italië is al enkele jaren een ernstig probleem. Links, de pers, de meeste intellectuelen en de rechterlijke macht hebben dat probleem niet alleen genegeerd, maar hebben in sommige gevallen ook de ergste oprispingen van extreem-rechts gesteund, zoals in het geval van de Foibe (het debat over de massamoorden van Joegoslavische partizanen op etnische Italianen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog). Denken ze dat ze het probleem kunnen oplossen door Forza Nuova te verbieden? Door het te blijven negeren, te doen alsof het niet bestaat? In plaats van te verbieden: als de politie hen behandeld had zoals ze stakende arbeiders behandeld had, dan zou de aanval op de CGIL niet gelukt zijn. Het gaat er niet om ze te verbieden, maar om ze politiek buiten spel te zetten. En dat is onze taak. Het is onze verantwoordelijkheid om voorwaarden te scheppen waaronder ze geïsoleerd en verslagen kunnen worden.
Sergio Bologna