Waar de ketenen begonnen te breken
En zoals ik vanavond uiteen zal zetten, was de zelfbevrijding van de Haïtianen cruciaal voor de algehele afschaffing van de slavernij. Dat is niet in lijn met het gebruikelijke beeld van de afschaffing. De versie van de geschiedenis die de samenleving zichzelf graag voorhoudt, is dat de afschaffing te danken was aan verlichte bestuurders. Het lijkt erop dat het vergeten van de Haïtiaanse Revolutie een belangrijk onderdeel is van Europese superioriteitswaan. Zo betoogt emeritus-hoogleraar Piet Emmer dat de opstand op het eiland de afschaffing van de slavernij alleen maar heeft vertraagd. In zijn versie lag Europa eind achttiende eeuw op koers om de slavernij af te schaffen, maar gooide de opstand op St. Domingue juist roet in het eten. In die versie van de geschiedenis verdwijnt uit zicht hoe belangrijk zwart verzet was voor de afschaffing van de slavernij. Dat eurocentrische verhaal geeft sommigen misschien een warm gevoel, maar eerlijkheidshalve moeten we zeggen dat uit niets blijkt dat voortschrijdend inzicht tot de afschaffing van de slavernij zou gaan leiden. Terwijl de lakeien van de gevestigde koloniale orde de opstand en onafhankelijkheid probeerden te vergeten, bleef de herinnering eraan in de Afro-Atlantische diaspora altijd doorleven. De opstand, afschaffing en onafhankelijkheidsverklaring van Toussaint Louverture en Jean Jacques Dessalines herinneren aan een succesvolle zelfemancipatie. Frederick Douglass, die een deel van zijn leven in slavernij had doorgebracht, betoogde in een lezing aan het einde van de negentiende eeuw: “Ik spreek over de revolutie niet alleen woorden van bewondering uit, maar ook van dankbaarheid. Ze heeft de zaak van de universele menselijke vrijheid gediend. We mogen niet vergeten dat de vrijheid die wij vandaag genieten… voor een belangrijk deel te danken is aan de moedige positie die de zwarte zonen van Haïti 90 jaar geleden innamen”. In de lezing maakt hij duidelijk dat het gaat om het belang van de Haïtiaanse Revolutie voor de afschaffingsbeweging, zwart en wit, die een einde aan de slavernij probeerde te maken: “We hebben uitzonderlijk veel te danken aan Thomas Clarkson, aan William Wilberforce, aan Thomas Fowell Buxton, aan de anti-slavernij genootschappen hier en in het buitenland; maar onvergelijkbaar veel meer te danken aan Haïti. Ik beschouw haar als de oorspronkelijke pionier van de emancipatie in de negentiende eeuw.”
Karwan Fatah-Black in Waar de ketenen begonnen te breken (Dipsaus)