Walid zit al 8 maanden achter de tralies omdat hij onderdak bood aan vluchteling uit het Maximiliaanpark
Ik begreep niets van wat me overkwam. Om 5 uur ‘s ochtends klopten politieagenten op mijn deur. Ik deed open, heb me niet verzet, maar werd meteen in de boeien geslagen. Ze hebben alles doorzocht, alles omgedraaid, mijn kleren op de grond geworpen. Ik had geen idee wat ze zochten. Ik was gechoqueerd. Ik begreep niet wat er gebeurde. Ik was er van overtuigd dat ze zich vergisten van persoon. Ik dacht dat ze me zouden meenemen naar het commissariaat van Schaarbeek, bij mij om de hoek. Maar we reden lang en we kwamen aan bij het commissariaat van Dendermonde. Ik was nog nooit in die stad geweest. Behalve een bezoek aan Antwerpen was ik nooit eerder in Vlaanderen geweest. Ik werd ondervraagd door de politieagenten. Ik begreep er niets van. Ze hadden het over parkings op plaatsen waar ik nooit van gehoord had. Ze verdachten mij van mensensmokkel. Een inspecteur zei tenslotte: “Walid, ik weet dat je zelf geen smokkelaar ben. Maar die jongen die bij je sliep, hij is wel een smokkelaar.” Toen begreep ik het. Ik bood onderdak aan een jongeman die sliep in het Maximiliaanpark. Daar word ik dus van beschuldigd: iemand onderdak bieden die een smokkelaar zou zijn. Ik legde een dakloze jongen te slapen en volgens de inspecteur is hij een smokkelaar. Ik ken die jongen. Ik geloof er niets van. Een smokkelaar verdient veel geld. Hij had niet eens genoeg om eten te kopen. Ik kocht zelfs zijn sigaretten. Hij was miserabel, ik had medelijden met hem. Die jongen wou naar Groot-Brittannië. Dat wist ik. Hij probeerde steeds opnieuw, maar het lukte nooit. Dus kwam hij opnieuw naar mijn appartement om een douche te nemen en wat te rusten. Deze jongen had mijn zoon kunnen zijn. Dus nam ik hem onder mijn vleugels. Veel had ik niet, maar wat ik had, deelde ik met hem. Zelfs in de gevangenis – waar hij ook zat – kocht ik in de kantine tabak voor hem. Ik krijg immers bezoek. Mijn zus en mijn ex-vrouw stuurden me wat geld. Hij zit hier helemaal alleen, zonder familie, zonder vrienden. Ik wou alleen maar vriendelijk zijn.
Walid in Walid zit al 8 maanden achter de tralies omdat hij onderdak bood aan vluchteling uit het Maximiliaanpark (Dewereldmorgen)