“Wat hebben we aan elektrische bussen als er geen chauffeurs meer zijn?” (OV-reeks, deel 3)
Dit is het derde artikel in een reeks over strijden voor een groen, gratis, uitgebreid en fijnmazig openbaar vervoer met goede lonen en arbeidsomstandigheden voor de werkers, en voor iedereen veiliger en goed toegankelijk. Strijden waarbij een samenkomen van de eco- en arbeidersbewegingen voorop staat. In dit oorspronkelijk Duitstalige artikel uit maart 2023 komen een klimaatactivist en een vakbondslid aan het woord over de doorstart van de campagne #WirFahrenZusammen (#WijReizenSamen).
Ov-medewerkers en klimaatbeweging gaan tijdens de wereldwijde klimaatstaking van 3 maart 2023 samen de straat op – voor de vervoerstransitie. Een gesprek met Dennis Meyer, die werkt bij het ov-bedrijf Göttingen (GöVB) en lid is van de landelijke cao-commissie, en Ira von Blohn, die aan de Georg-August Universiteit Göttingen studeert en actief is in de klimaatbeweging, met name de campagne #WirFahrenZusammen (#WijReizenSamen). Ze worden geïnterviewd door Merle Koch.
Aanstaande vrijdag is de wereldwijde klimaatstaking en tegelijkertijd roept vakbond ver.di werkers in het openbaar vervoer op om deel te nemen aan waarschuwingsstakingen die de hele dag duren, als onderdeel van de collectieve onderhandelingsronde in de publieke sector. Jullie plannen gezamenlijke acties. Wat is precies de bedoeling?
Ira: “We willen laten zien hoe nauw het klimaatvraagstuk verbonden is met het sociale vraagstuk, met name op het gebied van openbaar vervoer, want er kan geen sprake zijn van een vervoerstransitie zonder sterk lokaal vervoer. Samenwerking tussen werkers en de klimaatbeweging is ook belangrijk om echt iets te bereiken. Buschauffeurs kunnen immers niet makkelijk economische druk uitoefenen met stakingen. Het bedrijf verdient juist meer tijdens een staking, omdat de bussen dan stilstaan. Ze besparen zo op brandstof, en ze genereren toch het grootste deel van de inkomsten via diverse soorten abonnementen. Politieke druk is daarom bijzonder belangrijk.”
Onze ov-serie
1. Ecologische klassenstrijd
2. Van de remise naar de klimaatstaking
3. “Wat hebben we aan elektrische bussen als er geen chauffeurs meer zijn?”
4. Openbaar vervoer kan best gratis
5. Oproep voor gratis lokaal openbaar vervoer in Frankrijk
6. Gratis openbaar vervoer – er zijn nieuwe allianties mogelijk!
En lukt het om die politieke druk op te bouwen?
Ira: “Daarvoor is niet alleen de meerderheid in het bedrijf nodig, maar ook de brede steun van de stedelijke samenleving. Juist daarom is de ver.di-actiedag gecombineerd met de wereldwijde klimaatstaking op 3 maart. Dat geeft stakende werkers de tijd om zich bij de demonstratie aan te sluiten. Buschauffeurs zullen toespraken houden en het contact tussen werkers en de klimaatbeweging wordt versterkt.”
Dennis: “Precies, we willen de werkers van het GöVB de straat op krijgen. Op normale stakingsdagen komen mensen opdagen bij het begin van het werk, maar gaan dan bij elkaar zitten in de remise en niemand die het merkt. Wij proberen dat te veranderen en mensen te mobiliseren voor de demonstratie. Misschien kunnen we zelfs bussen organiseren als luidsprekerwagens. We gaan ons eerst met de vakbondsleden verzamelen, en ons dan als een blok GöVB-werkers en hun gezinnen bij de demonstratie aansluiten, om daar zo nog zichtbaarder te zijn.”
Denken jullie dat die actie de nodige aandacht zal trekken?
Ira: “Ik denk dat de omstandigheden hier in Göttingen behoorlijk goed zijn. ‘Wir fahren zusammen’ is een onafhankelijke campagne waar meerdere goed georganiseerde klimaatgroepen bij betrokken zijn. Ik kan niet inschatten hoe groot de demonstratie zal zijn, maar ik ben optimistisch. We zijn vroeg begonnen met organiseren en de stemming in de bedrijven is geweldig.”
De campagne bestond al in 2020, maar ebde daarna weer weg.
Dennis: “In 2020 hadden we bij de onderhandelingen voor de lokaal vervoer-cao niet zoveel aanlooptijd als deze keer. Hoewel er eerste ideeën waren voor samenwerking en gezamenlijke acties, konden die toen op zo’n korte termijn niet worden gerealiseerd. Er was ook de vraag of we echt wilden staken in het stadsvervoer midden tijdens de coronapandemie, en zo mensen overvolle bussen in dwingen of uiteindelijk richting hun auto. Dat weerhield ons ervan om onze samenwerking echt te intensiveren. Dat ligt nu allemaal anders. Natuurlijk is er nog steeds corona, maar we hadden veel aanlooptijd en een lange planningsfase voor gezamenlijke activiteiten. Op dit moment doen we hier dingen die ik nooit voor mogelijk had gehouden.”
Hoe is dat tot stand gekomen?
Ira: “We hebben al veel eerder met klimaatactivisten gesproken en mensen opgetrommeld. Daarna kwamen we samen met vakbondsleden van het GöVB en ver.di, gingen we al heel vroeg naar de bedrijven toe en vonden de juiste contactpersoon bij de vakbond. De motivatie en interesse aan beide kanten is echt groot en we konden er deze keer veel beter gebruik van maken. Ik zou nu zeggen dat we hier pioniers zijn omdat de samenwerking met ver.di en de werkers in de bedrijven gewoon heel goed verloopt.”
Ging het meteen al zo goed?
Ira: “Nou ja, in het begin waren sommige mensen natuurlijk sceptisch over de klimaatbeweging. ‘Okay, waarom zijn jullie nu hier, in het bedrijf? Zijn jullie niet degenen die zich voor de bussen aan de straat vastlijmen?’ Toen we vervolgens uitlegden wat we wilden, werd al snel duidelijk dat onze belangen hetzelfde waren. En dat is precies het punt: lange tijd hebben we alleen maar over elkaar gepraat en nooit met elkaar. Natuurlijk zijn we het niet over alles eens, maar er zijn belangrijke punten waarop we voor dezelfde zaak vechten. En we moeten onze krachten bundelen en als een brede, verenigde beweging de straat op gaan.”
Hoe ziet de situatie er in andere steden uit?
Ira: “De campagne loopt landelijk en is nu actief in meer dan veertig steden. Er is ook een landelijk netwerk tussen de steden waarin we elkaar op de hoogte houden.”
Dennis: “De manier waarop we het in Göttingen doen, inspireert zeker mensen uit andere steden die soortgelijke evenementen plannen in de aanloop naar de cao-ronde van volgend jaar. Vooral de stadsbijeenkomst die we in februari organiseerden om de situatie van onze vakbondsleden in het openbaar vervoer met alle belanghebbenden te bespreken, viel overal erg goed in de smaak.”
Is er ook veel steun in het bedrijf? Zullen er veel mensen naar de demo komen?
Dennis: “De vakbondsleden zullen er zijn. Maar deze cao-ronde in de publieke sector is zo explosief en belangrijk dat sommige collega’s die niet bij de vakbond zitten vrijdag ook de straat op zullen gaan. Want de overlap tussen de klimaatbeweging en deze demonstratie zijn de arbeidsomstandigheden. Dit arbeidsconflict gaat in de eerste plaats over onze leefomstandigheden. Ten tweede gaat het ook over goed openbaar vervoer, waar we de tijd hebben om te wachten tot oudere mensen zitten of om de rolstoelgebruiker de bus in te helpen. En ten derde heeft het werken met de alliantie onze leden zeer zeker meer bewust gemaakt van klimaatkwesties. Naleving van klimaatdoelstellingen en klimaatvriendelijk leven worden nu ook in ons bedrijf besproken.”
Ira: “Precies, de arbeidsomstandigheden kunnen gewoon niet zo doorgaan. De bereidheid om de straat op te gaan is navenant groot.”
Waarom zijn de omstandigheden in de bedrijven eigenlijk zo slecht?
Dennis: “Sinds het begin van de jaren 2000 zijn de arbeidsomstandigheden aanzienlijk verslechterd als gevolg van de neo-liberalisering en in sommige gevallen de privatisering van de publieke sector en de versplintering van de cao’s. De meeste gemeentelijke vervoersbedrijven stonden er destijds op om cao’s te ondertekenen die afweken van de normen in de publieke sector-cao. Ze verschillen nu in detail van deelstaat tot deelstaat, en de particuliere vervoersbedrijven hebben weer andere cao’s. Het is één grote lappendeken die het moeilijk maakt om betere arbeidsomstandigheden af te dwingen. Onze arbeidsomstandigheden, in een stedelijk bedrijf, zijn al rampzalig. In het interlokale vervoer zijn deze problemen echter nog groter. De collega’s daar worden het hardst getroffen en komen in de lage lonen-sector terecht. Uitbreiding van het lokale openbaar vervoer, of zelfs de infrastructuur in landelijke gebieden, is onder deze omstandigheden geen optie. Wij krijgen nog wel wat sollicitaties binnen, maar het streekvervoer nauwelijks nog. Wie wil er nou een baan in het openbaar vervoer als het zo ellendig is?”
De klimaatbeweging heeft haar punten nu goed duidelijk gemaakt in het publieke debat. Politiek gezien is er echter nog steeds weinig beweging. Is samenwerking daarom nu zo belangrijk voor jullie?
Ira: “Er zal geen vervoerstransitie zijn als er geen bussen zijn. En er zullen geen bussen zijn als er geen buschauffeurs zijn. Als de lonen en arbeidsomstandigheden hetzelfde blijven, zullen er hier in 2030 geen bussen meer rijden. Dan hoeven we ons geen zorgen meer te maken over de vervoerstransitie. Als we nu niets bereiken in deze onderhandelingen en vooral in de cao-ronde in het streekvervoer begin 2024, waar de arbeidsvoorwaarden op het spel staan, wanneer verandert er dan iets? De werkers zijn zich hier terdege van bewust. We moeten dit nu onder de aandacht van het grote publiek brengen door middel van stadsbijeenkomsten en gezamenlijke acties, zodat de meerderheid van de samenleving zich ervan bewust wordt. Daarom zijn we deze keer zo vroeg begonnen en bereiden we ons nu al voor op de loononderhandelingen van volgend jaar.”
Dennis, hoe groot is het personeelstekort precies volgens jou, en welke beperkingen zijn er als gevolg daarvan?
Dennis: “Politici hebben het altijd over het uitbreiden van het openbaar vervoer. We moeten het openbaar vervoer echter eerst stabiliseren, anders zal het tegen 2030 instorten. In 2030 zal in heel Duitsland, en ook bij het GöVB, ongeveer de helft van het personeel met pensioen zijn gegaan. De klimaatdoelstelling van Göttingen voor 2030 omvat echter een toename van het aantal reizigers. Voor het GöVB betekent dit dat er meer chauffeurs nodig zijn. In 2030 zouden er 270 nieuwe mensen moeten zijn aangenomen. In een sector met dergelijke arbeidsomstandigheden, waar mensen lage lonen krijgen? Dat gaat niet werken. Er wordt geïnvesteerd, maar op de verkeerde plaatsen. De deelstaat Nedersaksen heeft bijvoorbeeld een financieringsprogramma van 90 miljoen euro gelanceerd voor de aanschaf van elektrische bussen. Daar hebben we niets aan als er niemand is om ze te besturen.”
Dus wat eisen jullie?
Dennis: “We hebben er een duidelijk antwoord op: verhoog de arbeidsvoorwaarden, dan vind je mensen en hoef je niet steeds te praten over het tekort aan geschoolde arbeidskrachten. En als er echt geen geld is, hoe zit het dan met vermogensbelasting, winstbelasting en successierechten?”
Ira: “Er wordt ons altijd verteld dat klimaatrechtvaardigheid en sociale rechtvaardigheid niet samengaan. En als er hogere lonen komen, dat dan de buskaartjes duurder worden. Maar dat is niet waar, het geld is er. De enige vraag is hoe het wordt verdeeld.”
En hoe gaat het na vrijdag verder?
Dennis: “Het grote doel is de cao-ronde van 2024, want dan worden de arbeidsvoorwaarden voor het openbaar vervoer geregeld. We zullen natuurlijk blijven samenwerken, kijken welke ervaring we hebben opgedaan met deze cao-ronde en onze samenwerking uitbreiden en intensiveren. Want, zoals Ira al zei, de cao-ronde is waarschijnlijk de laatste kans om tot een klimaat- en sociaal rechtvaardige vervoerstransitie te komen.”
Merle Koch
Dit artikel verscheen in maart 2023 onder de titel “Neustart für #wirfahrenzusammen” op de website van het tijdschrift Luxemburg.
Super interessante campagne en er is nu ook in Nederland een begin eraan gemaakt wat ik een heel interessante ontwikkeling vind. Een puntje viel me hier wel op en ik vraag me af hoe precies dat in de praktijk wordt gedaan. Ze hebben het over de slechte kwaliteit en werkomstandigheden van het steekvervoer. Dus hier moet echt wat veranderen en veel mensen in dorpen zullen de noodzaak hier ook voor zien. Je zou dus kunnen verwachten dat er wel wat mensen op het platte land te mobiliseren zijn om actie te voeren voor een beter ov. Tegelijkertijd hebben ze het over stedelijke netwerken in het interview. Dus dat klinkt alsof het vooral mensen uit steden zien die voor goed streekvervoer opkomen. Ik vraag me dan af hoe nauw het contact tussen buschauffeurs in steden en streekvervoer is maar ook of er iets met het potentiaal van mensen op het platteland wordt gedaan.