Werken in tijden van arbeidsethos en kapitalisme – waar niemand over na wil denken
Morgen moet ik weer aan het werk, en ik kijk er extreem tegenop. Zoals elk jaar na de kerstvakantie, en elk jaar wordt het erger. Vandaag een persoonlijk verhaal over waarom ik me zo voel.
Allereerst werken we te veel en te lang. Ik moet om negen uur beginnen. Dan sta ik om zeven uur op, neem ik om acht uur de trein, werk ik tot vijf uur, en ben ik om zes uur weer thuis. Dan moet ik eten, en heb ik vanaf ongeveer zeven tot tien vrije tijd. Ik heb immers negen uur slaap nodig.
Ik heb dan dus drie uur per dag tijd voor mezelf, die ik vooral moet spenderen om uit te rusten voor de volgende werkdag. Gelukkig heeft mijn ‘werkgever’ een 32-urige werkweek, waardoor ik drie dagen weekend heb. Mijn vorige baan was veertig uur. Toen was ik het hele weekend moe.
In theorie heb je met een achturige werkdag ook acht uur slaap en acht uur vrije tijd, maar iedereen weet dat dat puur theoretisch is. Zoals gezegd heb ik negen uur slaap nodig. Ik moet opstaan, klaarmaken, reizen (heen en terug), eten, klaarmaken voor slaap…
Dan heb ik zelf nog een weekend van drie dagen om leuke dingen in te doen, maar in feite prop ik dus mijn hele persoonlijke leven in die drie dagen. Vier dagen ben ik “meester Salomons”, en drie dagen ben ik “Bo”.
En dan gaat het nog om mijn relatief comfortabele kantoorbaan. Er zijn mensen die negen of tien uur per dag werken, of in ploegendiensten werken, of zes dagen in de week werken. Mensen die avond-, nacht- of bereikbaarheidsdiensten draaien, mensen zonder kerstvakantie…
Dit is allemaal niet nodig. Aan het begin van de twintigste eeuw werd al voorspeld dat vooruitgang in automatisering en technologie de drie-urige werkdag mogelijk zou maken. En dat ongeveer rond 1980. In plaats daarvan werken we nog even hard, zo niet harder.
De achturige werkdag is letterlijk een eis uit de negentiende eeuw. Zoiets als vrouwenkiesrecht en een eind aan kinderarbeid. Mooie doelen voor die tijd, maar ondertussen mogen we toch wel wat meer vragen dan dat.
Schrijver (en anarchist) David Graeber schrijft over dit fenomeen in zijn boek “Bullshit Jobs”. Volgens hem is vrije tijd een gevaarlijk concept. Mensen krijgen dan allemaal ideeën over eigenwaarde en gelijkwaardigheid. Dat willen ‘werkgevers’ niet.
Dus moeten werkers zoveel mogelijk uren werken, zodat ze aan het eind van de dag (en het eind van de week) te moe en afgepeigerd zijn om te diep over zichzelf en de wereld om hen heen na te denken. Een week werk, een weekend Netflix, en dan weer van voor af aan.
Dit alles heeft geleid tot zogenaamde “bullshit jobs”, werk dat in grote mate zinloos is. Het schrijven van rapporten die nooit worden gelezen, het maken van spreadsheets waar niemand naar kijkt. Werk omwille van bezigheid, omdat je toch je dag moet volmaken.
Dit alles komt bij mij het hardst binnen tijdens een kerstvakantie. Ik breng veel tijd door met vrienden en familie, ik heb tijd voor mezelf om te lezen en te schrijven. Ik kan nadenken over mijn leven, over mezelf. Over waar ik ben en waar ik heen wil.
Het aankomende werkende leven komt dan als een donkere onweerswolk op je af. Binnenkort ben ik weer vier dagen per week “mr. Salomons”. Iemand die moet “functioneren” in een “professionele omgeving”, die “verantwoordelijkheid” moet nemen. Iemand die “stressbestendig” moet zijn.
Dat is een zwart gat waar wel meer mensen last van hebben. De Libelle heeft een heel artikel over hoe je om moet gaan met de “post-vakantie-dip”, een eufemistische term voor de diepe somberheid die je voelt als je vrijheid moet inruilen voor werk.
“Maak je geen zorgen, je komt er wel weer in!”, zegt men dan, in een poging om gerust te stellen, maar dat vind ik nog wel het engste. Nu voel ik me vrij, geliefd, zorgzaam en verzorgd. Ik wéét dat dat gevoel binnenkort weer gaat verdwijnen. Dat is beangstigend.
“Je bent gewoon lui!”, hoor ik sommigen dan al zeggen; een van de grootste zonden in de Nederlandse arbeidscultuur. Je moet arbeid liefhebben omdat het arbeid is. Wie vrije tijd te veel liefheeft, heeft moreel gefaald, in de ogen van deze mensen.
Dat arbeidsethos is ontzettend giftig. Natuurlijk is werk niet inherent goed. Werk is goed voor wat het teweegbrengt. Dat giftige, destructieve arbeidsethos in Nederland dient, net zoals de “bullshit jobs”, puur het belang van ‘werkgevers’.
Daarover schrijft de Koreaans-Duitse schrijver Byung-Chul Han in zijn boek “Burnout Society“. We leven volgens hem in een samenleving van “achievement”, waarin we constant streven naar “verbetering”, zoals hogere posities en meer aanzien.
Die cultuur vergiftigt ons. We zijn constant in strijd met onze collega’s, met wie we ook samen moeten werken en waarmee we ook in strijd zijn. En die strijd gaat over compleet holle zaken; motivaties die ons van buitenaf worden opgelegd. Motivaties die we zouden moeten hebben.
Tegelijkertijd zijn de meesten van ons compleet vervreemd van onze arbeid. We zijn allemaal zo’n klein radertje in een machine dat we de uitwerking van ons werk op de wereld niet kunnen meten. Dit alles leidt volgens Han tot depressie en burn-out.
En deze cultuur zit niet alleen in ons werk, maar vloeit ook onze vrije tijd in. Ook daar strijden we voor status, voor aanzien. Een strijd die wordt aangewakkerd door een wereld van reclame die ons precies die boodschap verkoopt.
Een van de ergste voorbeelden is deze Optimel-reclame. “Het dagelijkse leven, dát is pas topsport!”, “Een goede tijd neerzetten! Op je werk de scherpste zijn! Jezelf thuis overtreffen!” En daarvoor heb je Optimel nodig! Puur giftige cultuur.
En zelfs kerst, dat een feest zou moeten zijn van rust en verdraagzaamheid, is niet vrij van dat soort taal. Vreugde, daar moet je hard voor werken in de feestdagen. Kerst, dat is een topprestatie. Geluk kan je kopen bij de Jumbo.
Maar ja, wat moet je met dit besef? Ik moet morgen toch naar werk, want ik moet betalen voor huur, stroom en boodschappen. En een deel van mijn werk vind ik ook leuk. Ik kan ook goed opschieten met mijn collega’s. Maar geheel vrijwillig had ik het anders gedaan.
En dat besef, dat werk je onvrijwillig wordt opgedrongen in een giftige cultuur, helpt je ook helemaal niet. Sterker nog, voor mij maakt het het werk alleen maar zwaarder. Ik heb niet langer baat bij de giftige achievement-cultuur. Ik heb alleen nog de lasten.
Deze kerst ontmoette ik een vriend (m/v/x) die nog helemaal aan het begin van een carrière staat. Die is constant bezig met carrièrepad, met “achievement”, met productie. Voor mij voelde het bijna nostalgisch. Het is een wereld waar ik ook in had kunnen leven.
Maar het is niet zo, en dat heb ik zeker niet aan mezelf te danken. Ik had evengoed de zoveelste witte man op de carrièreladder kunnen zijn, maar door mijn vrienden, mijn naasten, heb ik me gerealiseerd dat dat niet het pad is naar geluk.
Voor bepaalde mensen zit de uitweg in het kapitalisme. Ze willen vroeg met pensioen, en investeren daarvoor in aandelen en crypto in de hoop ooit te mogen stoppen met werken. Maar ook dat is geen oplossing. Ook dan zit je gevangen. We zijn pas vrij als iedereen vrij is.
En ja, er zal natuurlijk altijd werk verzet moeten worden. We moeten eten, we moeten wonen. Maar dit alles is mogelijk in een wereld zonder de dictatuur van de klok, de veertigurige werkweek, of het giftige arbeidsethos. Een gelukkige wereld.
Ik verwacht veel negatieve reacties hierover. Deels van de ridders van het arbeidsethos, de accounts van mannen met zonnebrillen die als haaien afkomen op elke kritiek tegen dat arbeidsethos. Maar ook van mensen voor wie het arbeidsethos een belangrijk deel van het zelfbeeld is geworden.
Toch vind ik het belangrijk om dit te schrijven, want ik wil dat arbeidsethos doorbreken. Ik wil dat de mensen voor wie het relevant is, beseffen dat ze vervreemd zijn van hun werk. Dat minder werken mogelijk is. En dat je niet minderwaardig bent als je van vrije tijd houdt.
Mijn hart gaat uit naar iedere arbeider, of je nu in ploegendienst of op kantoor werkt, of je wel of geen kerstvakantie hebt. Mijn goede voornemen voor 2025 is werken naar een toekomst waarbij iedereen volledig vrij kan zijn, inclusief ikzelf.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)