Wijsneus: PVV-ers gediscrimineerd en uitgesloten
Zwart gemaakt worden in de media, uitgesloten en genegeerd worden, voortdurend onderwerp van hetzes en de constante angst voor wat er morgen weer gaat komen. Dat zijn omstandigheden die u en mij niet bekend voorkomen. Maar voor de meeste PVV-ers zijn zulke gruwelen aan de orde van de dag. Een schokkende inside-reportage over het verborgen onrecht dat deze gemarginaliseerde en kwetsbare groep Nederlanders het leven onmogelijk maakt.
De volgende reportage kan schokkend zijn voor jonge, oude en autochtone lezers.
“Ze noemen me asociaal, willen niet met me praten en lopen van me weg als ik in de kroeg kom.” Aan het woord is Hero B. Ex-agent, politicus en iemand die houdt van “ouderwetse gezelligheid, van die tijd die er nooit was, weet je wel”. “Als ik al getolereerd word, is het als de kop van Jut. Ze voeren me dronken, maken me belachelijk en willen met me vechten.” Op een dag besloot deze grijzende veertiger het lot in eigen handen te nemen en op te staan voor zijn rechten. “Ik ben in de politiek gegaan om een einde te maken aan het onrecht.” Met luide, maar gepijnigde stem: “Het voortdurende onrecht dat mij en mijn broeders en zusters al honderden jaren wordt aangedaan”. En dan met trotse stem: “Ik… Ik ben een PVV-er!”
Het goed verlicht zaaltje met airco op een A-locatie in de binnenstad van Den Haag is redelijk gevuld met voornamelijk blanke autochtonen die in dezelfde hachelijke positie verkeren als B. Situaties die je in je ergste nachtmerries niet wil meemaken. Goedbetaalde banen, een koophuis, twee auto’s, ieder jaar op vakantie naar een verre bestemming naar keuze. Situaties die je aan een Eerste Wereld-land doen denken. Ik wist niet dat het nog bestond. Mensen als Fleur, Sietse, Raymond en Dion die gespannen luisteren naar de peptalk van B. Ze horen hoe ze zich moeten aansluiten en strijden tegen de voortdurende discriminatie en onderdrukking. Maar vooral wachten ze op “De Verlosser” uit Venlo, Geert Wilders (“Ja, schrijf mijn naam maar voluit! Het is alles dat ik nog heb.”). Deze oprichter van de PVV en een van de eersten die opkwam voor de rechten van bedreigde autochtone Nederlanders is kwaad. Kwaad op politici die hem niet willen vertegenwoordigen en hem negeren. Briesend: “Ik zeg dat ze moeten doen wat ik zeg en ze doen het gewoon niet!” Woedend op de media die altijd kwaad over hem spreken. “De enige die nog over ons willen schrijven, zijn kleine kranten als De Telegraaf en De Volkskrant.” En woest op de academische wereld die het bestaan van de Nederlandse autochtoon wil ontkennen. Met een trillende onderlip: “Ze zeggen nu zelfs al dat de Hugenoten geen Nederlanders waren!"
Het constante beledigen en ontkennen van zijn cultuur en geschiedenis is iets dat zijn bloed doet koken. “Mijn voorouders hebben zich kapot gewerkt op de plantages in Suriname en Indonesië. Blaren op hun handen vanwege het constant slaan met die zwepen. En wat krijgen we er voor terug? Ontkenning! Ik… wij.. eisen respect en erkenning voor het werk van onze voorouders! Zij hebben dit land opgebouwd. En waar staan wij nu?” Er welt een traan op. “We krijgen commissariaten, bonussen, leaseauto’s, een tweede en zèlfs een derde huis.” Met gebroken stem stamelt hij: “God heb meelij met dit arme volk”. Om zich vervolgens weer op te richten en te roepen: “Zelfs onze God, onze religie wordt constant beledigd. Ze noemen ons achterlijk, barbaren, freaks en knettergek. Ze durven zelfs te zeggen dat Jezus een van de weinigen in onze kerk was die geen pedofiel is.”
Ondanks de misère en de pijn besluit hij de bijeenkomst vol hoop. Hoop op een betere toekomst. “Een toekomst waarin wij kunnen leven zonder die schrikbarende rijkdom, de dagelijkse terreur van onze privileges, de schaamte en de hoon. Ik wacht op de dag waarop we weer gewoon onszelf kunnen zijn. Blank, autochtoon en vrij.”
Wat ik deze avond heb gezien zal mij tot aan het einde der dagen bij blijven. Zoveel onrecht, en niemand die voor hen opkomt, behalve zijzelf. Het verhaal van de blanke autochtoon moet gehoord worden.
Sandor Schmits
Aanleiding voor deze column is het artikel "PVV-er moet waken voor discriminatie" van Enzo van Steenbergen in de Metro van 8 april 2010.