Witte onschuld, racisme en kapitalisme
Dat racistische opvattingen een belangrijke rol spelen in het denken van witte Nederlanders en dat veel witte Nederlanders dat verontwaardigd ontkennen, behoeft wat mij betreft geen betoog. Wat denk ik niet vanzelfsprekend is, is dat dat racisme grotendeels moet worden toegeschreven aan een in de loop van eeuwen gevormd cultureel archief. Daar gaat zij als vanzelfsprekend van uit, maar de grote vraag is of dat terecht is. Dat er zoiets bestaat als een cultureel archief, dat de inhoud ervan veelal ontleend is aan langdurige koloniale verhoudingen en slavernij is weliswaar aannemelijk, maar het verklaart daarom nog niet waarom witte Nederlanders zich dat cultureel archief eigen (blijven) maken en er geen afstand van doen, alsof daar geen keuze aan te pas komt. En het verklaart evenmin de verontwaardigde ontkenning als ze daarop gewezen worden. “Het zit tussen hun oren”, “zo zijn ze opgevoed”, “het zit hem in hun cultureel archief” is een vergoeilijkende verklaring voor racistisch gedrag. Dat heb ik er op tegen: “Ze kunnen er eigenlijk niet zoveel aan doen, ze weten niet beter”. Het is een manier om de verantwoordelijkheid voor wat mensen doen en denken bij de omgeving, de ouders, de geschiedenis te leggen in plaats van bij henzelf. Het is ook een argument dat gebruikt wordt om onwelgevallige verandering tegen te houden: het volk zou de kluts kwijtraken doordat die veranderingen hun cultureel archief in de war brengen. De onderliggende aanname is dat de culturele bagage waarmee mensen worden grootgebracht een bijzonder taai leven leidt, maar voor die taaiheid bestaat weinig bewijs en er zijn veel voorbeelden van veranderingen die door de burger juist gretig worden geaccepteerd, ook als hun cultureel archief daardoor op de helling moet. Of dat culturele archief er al of niet bij wordt gehaald, hangt denk ik erg af van de vraag of de veranderingen die niet met het culturele archief stroken gewild worden of niet (…) Het onderzoek van Elias en Scotson, het racisme in landen zonder koloniaal verleden en de wrede onderdrukking door de eerste kolonisatoren/conquistadoren wijzen erop dat het cultureel archief dat door Wekker in “Witte onschuld” aan de kaak wordt gesteld in plaats van oorzaak gezien moet worden als het gevolg van wreed en onderdrukkend gedrag: als een rechtvaardiging.
Kees van Oosten in Witte onschuld, racisme en kapitalisme (Keesvanoosten)