Zelfkastijding in zen-toestand

Zelfoptimalisering via apps.
Zelfoptimalisering via apps.
Veel mensen hebben het streven naar verhoging van hun marktwaarde zo enorm verinnerlijkt dat ze zichzelf met de wonderbaarlijkste methoden willen verbeteren.

“Ik ben vanmorgen om 6:10 uur opgestaan, nadat ik om 12:45 uur naar bed ging. Ik ben ’s nachts een keer wakker geworden. Mijn hartfrequentie bedroeg 61 slagen per minuut, mijn bloeddruk 127 bij 74. Ik heb gisteren niet gesport, daardoor heb ik mijn maximale hartfrequentie niet kunnen meten. Ik nam ongeveer 600 mg cafeïne en geen alcohol tot me. En mijn waarde in de Narcissim Personality Index oftewel NPI-16 bedroeg het geruststellende getal van 0,31.”

Had je ooit zoveel over het functioneren van het lichaam van de journalist Gary Wolf willen weten? Hij bespaart ons nog wel de informatie over zijn stoelgang, vermoedelijk omdat daar nog geen passende app voor beschikbaar is en hij ook zijn smartphone niet in de wc wil houden. Voor aanhangers van de “Quantified Self”-beweging, waarvan Wolf een van de oprichters is, ligt het echter voor de hand om ook de eigen uitwerpselen te analyseren en te verbeteren. Wie wil in de globale concurrentie het risico lopen dat hij alles zomaar gewoon verteert?

Dit is een vertaling van het artikel “Selbstoptimierung und Marktwert” uit het Duitse weekblad “Jungle World” nummer 1, van 3 januari 2012. Vertaler: André Robben.

In korte tijd is “Quantified Self” van een vreemde hobby van enkele nerds tot een massabeweging geworden, ook al heeft nog maar een kleine minderheid zich in groepen georganiseerd. Uit een enquête van het Pew Research Center blijkt dat 27 procent van de internetgebruikers zich online met hun gezondheidsrelevante data bezig houdt, en dat 11 procent van de mobiele telefoon-bezitters een gezondheidsmanagement app heeft gedownload.

Zonde

Voor velen is de zelfkwantificering vooral een hobby, en zonder twijfel zijn er nuttige toepassingen te bedenken voor bijvoorbeeld chronisch zieken. Maar de zin “Ik heb gisteren niet getraind” staat vandaag de dag gelijk aan een zondebekentenis, vooral voor de managers en ondernemers die de harde kern van de zelfkwantificeerders vormen. “Ik ben al jarenlang bezig om honderden mensen bij te brengen hoe zij betere ondernemers en managers kunnen zijn”, roemt Dave Asprey zichzelf. “The Bulletproof Executive” biedt ook een upgrade voor het brein aan. Hij stelt dat hij zijn IQ heeft laten stijgen en in een week “de gevorderde zen-toestand” heeft bereikt, een toestand waarvoor slaapmutsen zoals Boeddha decennialang hebben moeten mediteren.

Nu wil misschien niet iedereen zoals Asprey aan vijf uur slaap genoeg hebben, en daarbij altijd zo capabel voor de dag komen dat men zich met zijn voet onder zijn oor kan krabben terwijl men tegelijkertijd met financiële derivaten jongleert. Toch heeft de bourgeoisie van onze tijd de onaangename eigenschap dat zij de gehele samenleving naar haar beeld wil vormen. Zo heeft de internetondernemer Michael Galpert een “dieet en fitness”-competitie voor zijn werknemers uitgeroepen, natuurlijk met behulp van speciaal daarvoor gemaakte apps, zodat niemand vals kan spelen. Galpert geeft openlijk toe dat hij dat doet om een stijging van productiviteit te kunnen bewerkstelligen. “Je kan zeggen: ‘het project waar ik aan heb gewerkt is voltooid’, of je kiest ervoor om daar wat meer tijd aan te spenderen om het te verbeteren.”

Vrije tijd

Dat de tijd die men vroeger vrije tijd noemde, tegenwoordig aan “het project” en dus de ondernemer toebehoort, geldt ook buiten de IT-industrie steeds vaker als even vanzelfsprekend als de plicht om de eigen productiviteit onophoudelijk te verhogen. Zo is ongeveer tweederde van de loonarbeiders in Duitsland buiten werktijd voor hun baas bereikbaar. Steeds vaker worden ook zogenaamde “doelovereenkomsten” afgesloten waarin de loonarbeiders zich tot een productiviteit verplichten die de normale standaarden overstijgen. Natuurlijk is het afsluiten van zulke overeenkomsten geheel vrijwillig, net zo vrijwillig als de zoektocht naar een nieuwe baan nadat men als “low performer” de laan uitgestuurd is.

Het is verwonderlijk dat er talloze zinloze schietpartijen plaatsvinden, maar dat nog niemand een van deze zelfoptimaliserings-terroristen zijn smartphone met dieet app letterlijk door de strot heeft geduwd. Als nooit tevoren heeft een groot aantal mensen het streven naar verhoging van de eigen marktwaarde verinnerlijkt. Wat het kapitalisme ons oplegt, wordt niet enkel aanvaard, maar zelfs vrolijk toegejuicht, en zijn succes wordt tot persoonlijke verantwoordelijkheid gemaakt.

Dat de immens gestegen prestatiedruk psychische aandoeningen veroorzaakt, staat buiten kijf. Maar toch verwacht het bedrijfsleven dat men vrolijk aan de constant toenemende druk voldoet. Gelukkig is er nu de app “Track your happiness” en het is enkel nog een kwestie van tijd tot de chef ’s ochtends bij het “Happiness report” van zijn mensen de belofte verwacht dat ze gelukkig zullen zijn en zich verheugen op overwerk voor “het project”.

Wat betreft de psychische toestand is in ieder geval nog bedrog en zelfbedrog mogelijk. Het moodtracking is gebaseerd op subjectieve eigen invullingen, net zoals Wolfs inschatting van zijn eigen narcisme-risico. Het is niet nodig om psychologie te studeren om te vermoeden welke keuze de minst narcistische is als men, zoals bij de genoemde NPI-16 index, kan kiezen tussen het antwoord “Iedereen hoort mijn verhalen graag aan” of “Af en toe vertel ik goede verhalen”. Maar ook de app waarvan de fitness-informatie gemanipuleerd kan worden, en waarmee de chef dus gefopt kan worden met niet werkelijk uitgevoerde fitnesstrainingen, zal waarschijnlijk wel snel op de markt verschijnen.

Perfectie

Zelfoptimalisering is een moderne versie van het idee van het streven naar perfectie, dat al sinds de antieke filosofie aanwezig is en door de Verlichting tot principe is verheven. In de oudheid stond de deugdzaamheid op de voorgrond, in de achttiende eeuw was dat de opleiding. Dat de mens zich verder ontwikkelen moet, is een juiste gedachte. Maar die keuze voor bepaalde deugden vindt altijd plaats in de context van een hiërarchische samenleving – gerechtigheid als deugd werd pas noodzakelijk door het ontstaan van sociale ongelijkheid -, en het ging vaak vooral om de vooruitgang. Confucius klaagde al: “In de oudheid leerde men voor zichzelf, vandaag de dag leert men echter voor roem en prestatie.”

Het is overduidelijk dat de zelfoptimalisering de met afstand meest dwaze van alle tot nu toe bedachte optimaliseringsideeën vertegenwoordigt. Vandaag de dag luidt de slogan “levenslang leren”, en dat klinkt een beetje als “levenslang zonder uitzicht op vroegtijdige vrijlating”. Dat je de chef niet kan vertellen dat je geen overuren voor verbetering van “het project” kan draaien omdat je een interessant boek over Confucius wilt lezen, dat spreekt vanzelf. Waar het om gaat, is dat alvast gegist wordt aan welke eisen we moeten voldoen om de komende productiviteitsstijging te behalen en dat er wordt vooruitgeblikt op de daarvoor benodigde capaciteit. En dan komen alweer de eisen voor de volgende productiviteitsstijging op tafel, want het einde is nog niet in zicht.

Dat de propagandisten van de zelfoptimalisering dat echter niet als een verachtelijke verbetering van de marktwaarde willen zien, maakt de zaak er niet beter op. Een modern bedrijf heeft een “ethiek” en een “filosofie”, het ziet zichzelf als een morele instantie. De medewerkers worden tot discipelen gemaakt die zich ononderbroken verplichten tot het vervullen van de bedrijfsdoelen, en die die doelen gelijkstellen aan het doel van hun persoonlijke ontwikkeling.

Religie

Het religieus aandoende taalgebruik van de zelfoptimalisering-aanhangers is niet toevallig. IJverige zelfkwantificeerders belijden zoals de vroege christenen voor hun gemeenten, maar dan dagelijks en zonder enig uitzicht op verlossing. Terwijl een ouderwetse gelovige de paar opgelegde Ave Maria’s naast zich kan neerleggen, weet de gemeente van zelfoptimaliseerders aan de hand van de verzamelde data direct of de zondaar werkelijk boete heeft gedaan en dus het verzuimde ingehaald heeft. Een groot deel van de prikkel tot optimalisatie bestaat uit de behoefte naar ascetisme en zelfdiscipline. De wens om zichzelf te onderdrukken en daarvoor beloond te worden, kan misschien eveneens een belangrijke rol spelen. Er is echter nog geen app beschikbaar waarmee men de hielenlik-frequentie kan meten.

Hoewel de zelfoptimalisering vooral iets is waar een minderheid zich mee bezig houdt, moet men wel rekening houden met steeds meer pogingen om onwilligen ertoe te dwingen. De ziektekostenverzekeringsmaatschappijen experimenteren al met gezondheids-apps, nu nog op vrijwillige basis. Maar aangezien ziekte – wat in een kapitalistische context gezien wordt als het ontbreken van productiviteit – nu steeds meer als een individuele mislukking of het gevolg van een zwakke wil geldt, kan het binnenkort een misdrijf worden om ontspannen op de bank te hangen.

Zo heeft het jobcenter Brandenburg/Havel achttien werklozen met stappentellers uitgerust. Wie het meeste loopt – het maakt niet uit waarheen – krijgt een prijs. De rechtvaardiging van deze bizarre actie is tekenend. Zoals Heinricht Alt, een ambtenaar dei werkt voor de Bundesagentur für Arbeit (Bondsagentschap voor Arbeid), stelde: “Als in managerscursussen stappentellers gedragen worden, is dat een goed idee, maar wanneer het om werklozen gaat is het automatisch opeens waanzin.” Als bij de bovenlaag van de maatschappij de stoppen doorslaan, dan moeten ook degenen die aan de onderkant staan daaraan meedoen.

Het is niet de eerste keer dat in tijden van crisis hegemoniale doctrines in de samenleving door overijverigen tot waanidee geradicaliseerd worden. Zo kun je de zelfoptimalisatie-beweging bijvoorbeeld zien als een moderne processie van zelfkastijders, als een moderne vorm van zelfopoffering, die in het zicht van een onberekenbare bedreiging de redding van de ziel zal verzekeren. In de Middeleeuwen remde de kerk de zelfkastijders af, omdat de oncontroleerbare fanatiekelingen haar autoriteit ter discussie stelden. Kan in het late kapitalisme op een vergelijkbare reactie gerekend worden?

De logische tegenstrijdigheden zijn eigenlijk niet te overzien. Om een heel arbeidsleven lang in één enkel bedrijf te worden uitgebuit is een zeldzaam privilege geworden, niettemin wordt er nog een overidentificatie met de huidige baas verlangd. Bovendien moet zelfs bij een manager in een gevorderde zen-toestand duidelijk zijn dat de productiviteit niet eeuwig verder zal stijgen. Het is te voorzien dat eisen waaraan niet voldaan kan worden, zodanig tot list en valsspelerij in het bedrijfsleven zullen leiden dat het de productiviteit juist kan gaan verstoren. Het is eveneens duidelijk dat de arbeidsmarkt lang niet alle geoptimaliseerden nodig heeft, en dat een wijde verspreiding van de optimaliseringswaan faillissementen zal veroorzaken bij veel bedrijven die consumentengoederen produceren of actief zijn in de vermaaksindustrie.

De debatten over burn-outs en work-life-balance kunnen als een eerste teken worden gezien van het feit dat het de bourgeoisie – die in haar geschiedenis sowieso altijd heen en weer pendelt tussen puritanisme en het streven naar een aristocratisch “Zwitserlevengevoel” – al te veel wordt. De president van de Duitse Bank, Jürgen Fitschen, zal het vermoedelijk niet nuttig vinden om zich met zijn voet achter de oren te kunnen krabben, maar het voorbeeld van de zelfoptimaliseerders zal ook hem met nieuwe uitdagingen confronteren. Misschien dat binnenkort een bondgenootschap van RTL4, McDonald’s en de Duitse bond van bierbrouwers tegen de optimaliseringsterreur in het geweer zal komen. Maar voorlopig moeten loonarbeiders het, gezien de zwakte van de vakbonden, vooral hebben van individueel bedrog en verzet als verdedigingsmiddel.

Jörn Schulz