Ziek in de bijstand: “Heel schrijnend wat hier gebeurt”

Donna uit Zaltbommel kampt met een chronische erfelijke ziekte. Heeft ze een goede week, dan doet zij twee uur vrijwilligerswerk in de bibliotheek. Ze haalt daar haar hart op. “Hier ben ik gewoon Donna, niet zieke Donna”, vertelt ze in In het Vizier van De Jager. Ze probeerde lang door te werken met een nulurencontract. Toen dat niet meer ging, kwam ze in de bijstand terecht. Sindsdien heeft ze maandelijks zo’n 60 euro over om boodschappen te doen en wordt haar administratie met regelmaat gecontroleerd. Elke fout kan gevolgen hebben voor de hoogte van haar uitkering. “Ik heb niets te verbergen, maar het is gewoon zo gênant.” “De participatiewet, waar de bijstand onder valt, is een vangnet vol keiharde maatregelen om mensen te activeren om aan het werk te gaan. Eigenlijk om ze te straffen als ze niet werken. Maar zieke mensen kunnen helemaal niet werken”, zegt Kitty Jong, vicevoorzitter van de FNV. Zij pleit voor een aparte regeling voor chronisch zieken, maar heeft weinig vertrouwen in het nieuwe kabinet. “Er is in het hoofdlijnenakkoord geen geld uitgetrokken voor deze groep, maar dat is wel nodig om ze in beeld te brengen. Het is heel schrijnend wat hier gebeurt.” Anja Eleveld, onderzoeker arbeidsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam vindt dat de regels voor chronisch zieken in de bijstand te streng zijn. “Zo wordt oppassen op je kleinkinderen door de sociale dienst gezien als ‘op geld waardeerbare arbeid’. Heb je dat niet gemeld, dan heb je de inlichtingenplicht overtreden. Dat betekent dat je een boete kan krijgen.” Behalve een boete wordt het geld dat met oppassen verdiend kan worden, verrekend met de uitkering. Iedere verandering in iemands situatie, zelfs als dat het ontvangen van een tas boodschappen is, moet gemeld worden.

Nine Pankras en Inge de Jager in “Ziek in de bijstand: ‘Heel schrijnend wat hier gebeurt'” (Gld.nl)