Zonder papieren: Het vrije droomland
Die woensdagmiddag was het mijn beurt om de dienst te draaien op het kantoor van de organisatie die mensen zonder verblijfsrecht ondersteunt. Er werd aangebeld en ik deed open. Twee mannen kwamen binnen. De ogen van een van hen stonden vol verdriet. Ik merkte zijn ingehouden boosheid op toen hij me begroette. Ze namen plaats. De andere man legde uit dat hij als tolk was meegekomen met de man die zwaar depressief bleek te zijn. Hij zocht voor hem een psychiater. Ik keek de sombere man aan. Zijn ogen waren op de grond gericht en zijn hoofd leek wel zwaarder dan zijn lichaam. Uit eigen ervaring weet ik dat geestelijke problemen pijnlijker kunnen zijn dan lichamelijke klachten. Depressies en trauma’s verdwijnen niet zomaar met een paar pillen of een paar dagen rust. Voordat ik aan de slag ging om een huisarts te regelen, vroeg ik hem hoe lang hij die klachten al had en waardoor ze werden veroorzaakt. De tolk vertaalde mijn vraag. Ik zag tranen in de ogen van de droevige man. Hij begon te vertellen.
Hoewel het ontzettend zwaar is om afscheid te nemen van je eigen land en je familie, was hij toch gevlucht, op zoek naar vrijheid en veiligheid. Hij moest wel. Hij had geen keuze. Steeds had hij vaak goed beveiligde landsgrenzen moeten passeren en steeds was hij bang geweest om te worden opgepakt. Elke grensovergang had hem doen huiveren. Uit angst had hij zijn adem ingehouden. Hij had vaak tot God gebeden en gesmeekt om niet betrapt te worden, zodat hij nog een kans zou hebben om het vrije land te bereiken waarvan hij droomde. Toen hij eindelijk de grensovergang van zijn droomland bereikte, voelde hij zich zo gerustgesteld dat het leek alsof hij opnieuw werd geboren en hij een nieuw leven kreeg. Meteen na aankomst in het land meldde hij zich en vroeg hij asiel aan. In het vrije land bleek ook politie te zijn, maar hij voelde geen vrees. Hij waande zich juist veilig, want hij had zichzelf en zijn levenslot in handen van mensen gelegd die de smaak van de vrijheid en de veiligheid goed kenden en ook andere mensen die kostbare gerechten graag lieten proeven.
Hij wachtte lang op de beslissing van de autoriteiten van het land. Zou hij mogen blijven? Zou hij bescherming krijgen? Het wachten duurde eindeloos, maar hij had hoop en geduld. Maar vaak genoeg kun je met alleen maar hoop en geduld je eigen weg en vrijheid niet vinden. Tot zijn grote verdriet werd zijn asielaanvraag uiteindelijk afgewezen. Men eiste van hem dat hij in tegenovergestelde richting alle grensovergangen zou passeren en zou terugkeren naar zijn eigen land. Dat kon niet, want zijn leven was daar in gevaar. Teleurgesteld en wanhopig zocht hij naar een andere mogelijkheid, naar een advocaat of iemand anders die hem zou kunnen helpen. In het vrije land dat hem geen vrijheid gaf, reisde hij met de trein naar een andere stad, zonder papieren. Toen de conducteur naar zijn vervoersbewijs vroeg, toonde hij evenals de andere passagiers zijn treinkaartje. Maar de conducteur wilde ook zijn identiteitsbewijs zien. Weer stokte de adem in zijn keel. Omdat hij geen papieren had, moest hij mee naar het politiebureau. Ze stuurden hem naar een uitzetgevangenis waar hij werd opgesloten. Door het getraliede raam van de gevangenis heen zag hij zijn dromen in rook opgaan en vervliegen. Hij keek naar buiten en zag de dagen en nachten zonder kleuren van hoop. Alles werd grijs. Grijs werd zijn leven en grijs werden zijn geest, ziel en dromen. Hij voelde zich steeds zwakker en zieker worden.
Na een paar maanden werd hij vrijgelaten. Hij werd op straat gegooid. Hij zwierf langs lanen en pleinen die geen vrijheid beloven, maar de zekerheid bieden dat hij nog steeds gevangen zit, in het vrije land dat alleen voor zichzelf de vrijheid koestert. Waar hij ook kwam, zijn hoofd bleef in een gevangenis ronddolen. Hij denkt steeds minder aan zijn droom van veiligheid. Hij is niet langer meer op zoek naar een advocatenkantoor, want hij moet nu dringend de spreekkamer van een psychiater binnengaan. Daar kan hij vertellen hoe hij vroeger droomde over vrijheid en veiligheid. Daar kan hij praten over het verleden, bijna alsof hij al is gestorven en vanuit de andere kant van de dood naar zijn lichaam kijkt.
Lili Irani