Zwarte levens: de verborgen kosten van schone energie
Het verhaal van “John Doe 1” uit Congo-Kinshasa zit verstopt in een rechtszaak die vijf jaar geleden werd aangespannen tegen verschillende Amerikaanse technologiebedrijven, waaronder Tesla, ’s werelds grootste producent van elektrische voertuigen. In een land waar de aarde heel wat schatten onder haar oppervlakte verbergt, betalen degenen die daarvan snoepen een oneerlijke prijs. Toen John nog een tiener was, kon zijn familie zijn maandelijkse schoolgeld van zes dollar niet meer betalen, waardoor er voor hem niks anders op zat dan een leven onder de grond. Dat wil zeggen: dat hij in een tunnel moest graven naar kobaltrotsen, voor ongeveer twee Amerikaanse dollars per dag. Maar kort nadat hij daarmee was begonnen, stortte de tunnel in en werd hij levend begraven onder het puin. Zijn lichaam is nooit teruggevonden.
In Congo, een land verscheurd door oorlog, ziekte en hongersnood, zijn sinds het midden van de jaren negentig meer dan zes miljoen mensen omgekomen. Daarmee is deze oorlog het dodelijkste conflict sinds de Tweede Wereldoorlog. De afgelopen jaren kreeg het land met nog meer dood en vernietiging te maken door het groeiende aantal elektrische voertuigen dat door de Amerikaanse straten zoeft. In 2022 gaven de VS, ’s werelds op twee na grootste importeurs van kobalt erts, bijna 525 miljoen dollar uit aan het mineraal, waarvan een groot deel afkomstig is uit Congo.
Terwijl Amerika steeds afhankelijker werd van Congo, bouwden zwarte arbeiders en milieu-activisten in de VS een transnationale solidariteitsbeweging op. Zij wijzen er op dat het onrecht in Congo verband houdt met wat zwarte Amerikanen moeten verduren. Door de sociale media is het de afgelopen tien jaar voor Amerikanen beter te begrijpen wat er in Congo gebeurt. En omgekeerd kreeg de Black Lives Matter-beweging al snel voet aan de grond in Congo na de opstand in Ferguson in 2014. Sinds de moord op George Floyd en de verontwaardiging over de Gaza Oorlog zijn er meer Congolese en zwarte Amerikaanse groepen ontstaan, die aan solidariteitscampagnes werken, want de vergelijkbare patronen van uitbuiting en rechteloosheid komen steeds vaker aan het licht.
Solidariteitsactivisme
Bakari Height, de klimaatrechtvaardigheidsorganizer bij het Labor Network for Sustainability (Vakbonds Duurzaamheids Netwerk), legt uit dat de wereldwijde schade die de energietransitie aanricht en het onvermogen van zwarte Amerikanen om van die transitie te profiteren, beide dezelfde eenvoudige reden hebben. “We staan altijd op het menu, maar we zitten nooit aan tafel. Transportplanners en klimaatcrisisspecialisten bestaan voornamelijk uit witte mensen, of niet-zwarte mensen van kleur. Dus de discussies over uitbuiting vinden niet plaats. Het is bijna een tweede vorm van kolonialisme.” Wanneer zwarte mensen eens de kans krijgen om hun zegje te doen, komt deze discussie wel op gang en wordt die ook meer actiegericht. Het Labor Network for Sustainability steunt daarom zwarte arbeiders en helpt bij het opstellen van beleid dat “gedurfde klimaatmaatregelen ondersteunt op een manier die rekening houdt met de zorgen van arbeiders zonder dat dit ten koste gaat van wat de wetenschap ons vertelt dat nodig is”.
Hoewel het Amerikaanse zuiden ongeveer twee derde van de banen in de productie van elektrische voertuigen heeft weten binnen te halen, en de fabrieken vaak in de buurt van zwarte gemeenschappen staan, is het de vraag hoeveel zwarte arbeiders daadwerkelijk in die fabrieken aan de slag gekomen zijn. De regering verstrekt daarover geen informatie. Wel staat vast dat de zwarte arbeiders in die bedrijven vaker in magazijnen werken zonder vakbond, en dat ze minder loon en arbeidsbescherming krijgen dan hun witte en bruine collega’s. “Automakers verplaatsen hun productie van elektrische voertuigen naar het zuiden van de VS in de hoop te profiteren van de lagere arbeidskosten en zo hogere winsten te kunnen maken”, verklaarde Yterenickia Bell, een gemeenteraadslid in Clarkston, Georgia, vorig jaar.
Solidariteitsactivisme kreeg onlangs nationale media-aandacht tijdens de diploma-uitreiking van het Morehouse College, toen enkele professoren van de school een duidelijke boodschap gaven aan president Joe Biden. Samuel Livingston en Cynthia Hewitt ontvouwden een Congolese vlag terwijl Biden zijn toespraak hield. En dr. Taura Taylor, die een Congo-speldje op haar baret droeg, stond op, stak haar vuist op en keerde haar rug naar de president. Minder bekend is echter het werk van Congolese en zwart Amerikaanse groepen die bruggen bouwen. Zo heeft bijvoorbeeld de Amerikaanse groep Friends of the Congo verschillende onderwijsprogramma’s ontwikkeld, zwarte Amerikanen naar Congo gebracht voor activistische reizen en Congolese jeugdleiders ondersteund. Dit soort activiteiten is noodzakelijk, omdat ongelukken als die van “John Doe 1” steeds vaker voorkomen in het land.
“We zijn allemaal verbonden met dit land”
Ruwweg 75 procent van ’s werelds kobaltreserves, het kostbare mineraal met een soms roodachtige, groenblauwe of violette tint dat onmisbaar is voor mobiele telefoons, laptops en accu’s voor elektrische auto’s, ligt in Congo onder een krijtachtige oppervlakte. Voor een accu van een elektrisch voertuig is gemiddeld veertien kilo kobalt nodig, wat betekent dat er miljoenen tonnen van het mineraal nodig zijn voor de explosieve groei van elektrische voertuigen in Amerika. In de VS kosten deze accu’s tussen de zeven- en dertigduizend dollar, terwijl de Congolese mijnwerkers slechts een handvol dollars verdienen voor het delven van het benodigde erts. “Het land”, verklaart Maurice Carney, directeur van Friends of the Congo, “is ontworpen om delfstoffen te leveren, niet om zich te ontwikkelen”.
Onder de kwart miljoen Congolezen die kobalt mijnen zijn veertigduizend kinderen. Zij staan niet alleen bloot aan instortingsgevaar, maar ook aan grote milieurisico’s. Kobaltmijnen vervuilen hun waterbronnen, de lucht en het land, en veroorzaken ademhalingsproblemen en honger. In maart deed een Amerikaanse rechtbank uitspraak in de zaak van “John Doe 1” en oordeelde dat Amerikaanse bedrijven niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor kinderarbeid in Congo, ook al is die door hun toedoen toegenomen.
Bedrijven die in het land actief zijn, “zijn vooral bezorgd om hun eigen welzijn, om het vullen van hun eigen zakken. Ze trekken zich niet veel aan van de problemen van de Congolese bevolking”, legt Carney, een voormalig onderzoeksadviseur voor de Congressional Black Caucus Foundation uit, die al jaren wijst op het verband tussen de Congolese strijd en die van de zwarte Amerikanen. “We zijn allemaal verbonden met dit land dat zo cruciaal is voor de toekomst van de planeet, al was het maar via onze mobiele telefoons en iPads of elektrische voertuigen. (…) En ondertussen hebben Congolese vrouwen het hoogste metaalgehalte in hun lichaam ter wereld, omdat ze in de grond graven naar mineralen.” Ook in de VS, waar vervuilende stoffen zwangerschapsproblemen veroorzaken, leven zwangere zwarte vrouwen vaker in een ongezonde omgeving dan witte vrouwen.
“Kobaltwinning is de geperfectioneerde slavenboerderij”
Kobalt is goed voor maar liefst zestig procent van de accu’s die ons leven gaande houden, omdat het mineraal een unieke elektronenconfiguratie heeft waardoor de accu stabiel blijft bij hogere energiedichtheden. Dit betekent dat kobaltaccu’s meer elektrische lading kunnen vasthouden. Hoewel ook andere mineralen te gebruiken zijn in accu’s zijn die vaak onveilig voor de gebruiker. Sommige experts vinden dat de VS hun aandacht zouden moeten richten op Canada, dat bij de top vijf van landen hoort die kobalt produceren, en het enige land op het westelijk halfrond is dat over alle mineralen beschikt die nodig zijn om de volgende generatie elektrische accu’s te maken. Maar die worden dan wel duurder en zodoende is er in de VS nog niet veel belangstelling voor.
Ondertussen weet niemand hoeveel vrouwen, mannen en kinderen zijn gedood bij de Congolese kobaltwinning, maar waarschijnlijk gaat het om duizenden levens per jaar, en zal dit aantal vermoedelijk nog verder stijgen. In de komende jaren zullen elektrische voertuigen naar schatting meer dan de helft van wereldwijde kobaltproductie in beslag nemen. De enorme subsidies van de regering van de VS voor elektrische auto’s vragen om een vijftienvoudige toename van de accuproductie. De import van kobalt is van 2021 op 2022 al met 35 procent gestegen.
Tijdens een persbriefing in februari in het Witte Huis over de effecten en inspanningen van de VS voor het milieu op het Afrikaanse continent, werden Congo en kobalt in het geheel niet genoemd. En in mei moedigde Amos Hochstein, senior adviseur van de regering voor energie en investeringen, het winnen van mineralen in “risicovolle” landen aan voor de groene energietransitie. “Wij die allemaal in de grote steden over de hele wereld wonen kunnen nu wel zeggen: ‘Ik wil daar geen zaken doen.’ Maar wat je dan eigenlijk zegt is dat we geen energietransitie zullen hebben. Want de energietransitie gaat niet lukken, als we vasthouden aan onze normen.”
Ook de VS beschikken over kobalt, zij het veel minder dan Congo. Meer dan twee derde van Amerika’s kobalt bevindt zich in gebieden van de inheemse bevolking. Met als gevolg dat mijnbouwbedrijven deze mensen uitbuiten bij de winning van het erts. Ook hier blijkt dat de vergroening van de wereld ten koste gaat van het leven van zwarte en inheemse mensen, zoals zoveel bewegingen van arbeiders en activisten rond de overgang naar schone energie benadrukken.
Op dit moment bezit China ongeveer tachtig procent van de legale mijnen in Congo, maar tienduizenden Congolezen werken in “ambachtelijke” mijnen, waar geen regels of voorschriften zijn en waar de VS een groot deel van hun kobaltimport vandaan halen. “Kobaltmijnbouw is de perfecte slavenboerderij”, schreef Siddharth Kara vorig jaar in zijn bekroonde onderzoeksboek “Cobalt red: how the blood of the Congo powers our lives” (“Kobaltrood: hoe het bloed van Congo onze levens aandrijft”). “Het is een systeem van absolute uitbuiting voor absolute winst.” Hoewel Congo het rijkste land ter wereld is voor wat betreft natuurlijke hulpbronnen, is de bevolking straatarm. Wat betreft levensverwachting staat het land bijna helemaal onderaan op de 191e plaats.
Meer openbaar vervoer
Vanwege de uitbuiting van zwarte arbeiders in Congo voelen sommige zwarte transitie-activisten in de VS weinig voor de overstap naar elektrische voertuigen, ondanks de voordelen voor de gezondheid voor sommige zwarte gemeenschappen in eigen land. De American Lung Association zegt dat tegen 2050 110.000 levens gered en 2,7 miljoen astma-aanvallen bij kinderen vermeden worden als de doelen van Biden bereikt worden en de vervuiling door autoverkeer afneemt. Maar hoewel elektrische auto’s zelf geen vervuilende stoffen uitstoten, is de energie die nodig is om de accu’s op te laden voornamelijk afkomstig van vervuilende elektriciteitscentrales die fossiele brandstoffen gebruiken en die vaak in of vlakbij zwarte woonwijken staan.
Activisten zeggen dat een verschuiving naar meer openbaar vervoer grote maatschappelijke voordelen zou opleveren. “We wonen niet allemaal in grote steden, maar massavervoer is niettemin een honderd procent betere optie”, volgens Bakari Height. “Meer investeren in openbaar vervoer betekent dat we dit minder vervuilend kunnen maken.” Terwijl Amerika een van de landen is met de meeste auto’s per inwoner, hebben Amerikaanse bussen, metro’s en sneltramlijnen stuk voor stuk minder passagiers en diensturen en langere wachttijden dan in vrijwel elk vergelijkbaar land. Height geeft toe dat ook elektrische bussen afhankelijk zijn van kobalt, maar forse uitbreiding van het openbaar vervoer zou het gebruik hiervan drastisch verminderen.
Als je kijkt naar het gebruik van elektrische auto’s, stuit je al gauw op economische ongelijkheid. Statistisch gezien verdienen de meeste huishoudens die zo’n voertuig kopen meer dan honderdduizend dollar per jaar. Het gemiddelde zwarte huishouden verdient slechts 46.000 dollar, wat verklaart waarom slechts twee procent van de mensen die een elektrische auto heeft zwart is. Terwijl de regering Biden meer dan 65 miljard dollar heeft uitgetrokken voor elektrische voertuigen, heeft de grootste klimaatwet van het land ooit slechts één miljard dollar bestemd voor schone zware voertuigen zoals bussen. Dat moet veranderen volgens Height. Daarnaast moeten grote investeringen in openbaar vervoer gepaard gaan met een gedragsverandering. “Mensen moeten zich afvragen: ‘Heb ik echt een eigen voertuig nodig als ik naar dezelfde plaats ga als mijn buurman, of mensen verderop in de straat?’ We moeten af van het individualistische idee dat iedereen zijn eigen elektrische auto moet hebben.”
Adam Mahoney
Het oorspronkelijke artikel “How Black Lives Became The Hidden Cost of Clean Energy” verscheen eind mei in Capital B. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit. Mahoney is klimaat- en milieu-verslaggever.
Meer over de foto bovenaan dit artikel: de ambachtelijke mijnbouw is goed voor meer dan tachtig procent van de gedolven producten die door de Democratische Republiek Congo worden geëxporteerd, en vrouwen spelen over het algemeen een veel grotere – maar vaak onzichtbare – rol in die ambachtelijke mijnbouw dan in de grootschalige mijnbouwsector. In de mijnen is er sprake van een genderspecifieke arbeidsverdeling. De rol van vrouwen wordt over het algemeen gedegradeerd tot dromage (het breken, sorteren en wassen van mineralen en het verwerken van afval), wat de meest giftige mijnbouwactiviteiten zijn, het verkopen van de mineralen of tot marginale ondersteunende taken met minimale winstgevendheid. Vrouwen ondervinden schendingen zoals genderdiscriminatie, slavernijachtige omstandigheden, verslechtering van de reproductieve gezondheid, geweld, gedwongen verplaatsing en seksuele uitbuiting in (en vanwege) ambachtelijke mijnen. Ze hebben geen toegang tot het rechtssysteem omdat dit te ver van de mijnen af ligt. Ideeën van vrouwen in ambachtelijke mijnen in Congo om hun omstandigheden te verbeteren zijn onder andere toegang tot drinkbaar water, gezondheidscentra en centra voor kunstmest en zaaigoed.