De Fabel van de illegaal 56, januari/februari 2003
Auteur: Jeroen Breekveldt
Meer dan 800 Franse burgemeesters hebben een petitie ondertekend voor gratie voor de anti-biotechnologie activisten José Bové 1 en René Riesel. Dat die 14 maanden de gevangenis in moeten wegens een aantal acties is "schadelijk ook voor het imago van de Franse republiek", vinden de burgemeesters. Eind november 2002 protesteerden ook Nederlandse Kamerleden en ngo's als XminY, ATTAC 2 en Milieudefensie tegen de Franse Justitie. Op 25 november gaf Jeroen Breekveldt van Linkse Analyse Biopolitiek (LAB) op een plaatselijke SP-discussiebijeenkomst over biotechnologie een korte introductie over "ideologie, woordkeuze en nationalisme in het biotechnologiedebat". De integrale tekst.
Na mijn inleiding wil ik op zoek naar linkse argumenten tegen de huidige ontwikkeling van biotechnologie. Want niet ieder verzet tegen biotechnologie is links en ook niet ieder "links" verzet gebruikt linkse argumenten. Een linkse kritiek zou zich in eerste instantie moeten richten op de context waarin biotechnologie ontwikkeld wordt. Het mag duidelijk zijn dat in een kapitalistisch, patriarchaal en racistisch geordende economie biotechnologie ontworpen en ingezet wordt om te dienen als oplosser voor problemen zonder de heersende orde zelf ter discussie te stellen.3 Grote woorden, maar waar wil ik nu naar toe?
Ik ben voor verzet tegen biotechnologie vanuit een linkse visie. Helaas is links niet sterk. Zie bijvoorbeeld het steeds ernstiger geblaat over buitenlanders, sterk groeiend nationalisme en de hand over hand toenemende ieder-voor-zich-mentaliteit. Toch is er in deze situatie verzet tegen biotechnologie in de voedselproductie en het interesseert mij dan erg welke argumenten er worden gebruikt. Twee veel gebruikte argumenten zijn voor mij problematisch.
"Onnatuurlijk"
Ten eerste dat biotechnologie "on-natuurlijk" zou zijn. De Natuurwetpartij 4 gebruikt dat argument altijd, en veel natuurorganisaties leunen er soms erg dicht tegenaan. Vaak hebben die het over het milieuprobleem van "de genetische vervuiling". Een term die mij de rillingen over m'n rug bezorgt, want zo werd er in de nazi-tijd over "rasvermenging" gesproken. Het lijkt mij niet best als zo'n term door "links" weer als normaal argument wordt geïntroduceerd. Het "onnatuurlijk"-argument wordt ook veelvuldig gehanteerd door een nieuw-rechtse ideoloog waar - vreemd genoeg - linkse milieuclubs, zoals onder meer Milieudefensie, inspiratie vandaan halen: Edward Goldsmith.5 Die pleit voor een groene politiek die "de natuurlijke sociale orde" en "de traditionele omgangsvormen tussen mensen" moet herstellen. "De echte problemen zijn", aldus Goldsmith, "het gevolg van het instorten van natuurlijke systemen, zoals de familie, de gemeenschap en het ecosysteem". Hij is geliefd bij de respectievelijk aan het Front National en Vlaams Blok verbonden denktanks GRECE en TEKOS. Bij "linkse" milieuclubs is Goldsmith vooral bekend van zijn blad The Ecologist. Hij is - en dat zal niet verbazen - erg tegen biotechnologie. Hij voert en financiert campagnes tegen met name het Amerikaanse biotechnologiebedrijf Monsanto.
Countryside
Het andere probleem is nationalisme. Deze zomer vertelde een activist van de Engelse actiegroep Reclaim The Streets mij een opmerkelijk voorval. Op een door critici georganiseerde bijeenkomst tegen biotechnologie werd ook uitgelegd wat biotechnologie is en hoe het werkt. Je moest een organisme vergelijken met een Engels voetbalteam dat goed draait, zei men. En vervolgens wordt er dan een buitenlandse speler ingebracht. En dan loopt het niet meer. De spelers kunnen elkaar niet meer verstaan en gaan daardoor slecht samenspelen. Dat risico zou men met gentechnologie ook lopen. Met zo'n naar racisme ruikend argument ga je als linkse toch niet iets uitleggen!
In Groot-Brittannië is het verzet tegen biotechnologie veel groter dan hier. Volgens diezelfde activist hangt dat zeker ook samen met de rechtse en nationalistische strijd van de "countryside" tegen "Amerikaanse invloeden". Verzet tegen biotechnologie is er opvallend vaak gericht tegen Monsanto en "Amerika". Men gebruikt daar dan ook vaak het beeld van de Amerikaanse boer of cowboy die de Engelse landbouw komt overnemen. Het slechte zou vooral uit Amerika komen. Maar al te gemakkelijk verliest men daarbij uit het oog dat ook de Britse overheid veel biotechnologie ontwikkelt, bedrijft en stimuleert. En dat geldt vanzelfsprekend ook voor Nederland.
Protectionisme
In Frankrijk speelt iets soortgelijks. Daar weert men zich tegen "het slechte voedsel" dat uit Amerika komt. De Franse nationale held Bové brak uit protest tegen handelsmaatregelen een vestiging van het Amerikaanse bedrijf McDonald's af, onder toezicht van de politie! Zijn populariteit heeft er zeker mee te maken dat zijn verhaal nauwelijks nog conflicteert - om het voorzichtig te zeggen - met Franse nationalistische gevoelens en economische belangen. Zijn acties sluiten nauw aan bij de handelsoorlog van Frankrijk en de EU tegen de VS, waarin gentechnologie en voedsel voor het publiek centraal lijken te staan. Enerzijds heeft de EU de import van Amerikaanse genetisch gemanipuleerde producten verboden omdat men het standpunt over gentechnologie in de landbouw voorlopig heeft "bevroren". Anderzijds wordt in de praktijk nog wel ruimte geboden aan Europese bedrijven om in de EU bijvoorbeeld genetisch gemanipuleerde maïs te verbouwen. Zorgen om biotechnologie als voorwendsel voor protectionisme.6
Het gaat mij er vanzelfsprekend niet om hier ook nog gemanipuleerd voedsel uit de VS op de markt te krijgen. Ik wil alleen maar waarschuwen voor al te gemakkelijke kritiek op de VS, waarbij de EU buiten schot blijft. Ik vind niet dat links in zo'n conflict tegen de VS gezamenlijk moet optrekken met de EU of de nationale machthebbers die ons onderdrukken op hetzelfde vlak en op zoveel andere vlakken. Dat doet Bové helaas tegenwoordig wel. Die sloeg geen tv-programma over, en liet zich door iedereen uitnodigen. Zelfs door Chirac en Jospin. Hij mocht in 1999 op kosten van de Franse overheid mee naar de conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Seattle.
"Culturele eigenheid"
In 1998 had Bové al samen met zijn toenmalige kameraad Riesel en vele anderen actie gevoerd tegen de genetisch gemanipuleerde maïs van het Zwitserse bedrijf Novartis. Het jaar daarop protesteerden zij ook nog tegen het pro-biotechnologiebeleid van de Franse overheid.7 Die acties konden toen bepaald niet op veel bijval rekenen, maar wel op 14 maanden celstraf. Met het succes van zijn actie tegen McDonald's verengde Bové zijn strijd tot een gevecht tegen junkfood en voor "culturele eigenheid". En in plaats van anti-kapitalisme beperkte hij zich tot kritiek op "de globalisering" en "ultra-liberalisme". Omdat Bové zijn heil teveel van de staat ging verwachten, besloot Riesel niet meer mee te doen aan acties van de Confédération Paysanne (CP), Bové's club.
Riesel is inmiddels heel wat minder populair dan Bové, omdat hij zich negatief uitlaat over het Franse chauvinisme. Bové beperkt zich tegenwoordig steeds meer tot trefwoorden als "transparantie", "controle", "veiligheid", "burger- en consumenteninvloed". Riesel ziet in die strategie een zeer geraffineerde verdediging van het economisch systeem tegen radicale kritiek op biotechnologie.8 Hij is er dan ook niet blij mee dat de burgemeesters en de CP bij de Franse president voor hem om gratie vragen. LAB wist op het nippertje te voorkomen dat de Nederlandse Kamerleden en ngo's dat eveneens zouden doen. Triest genoeg hebben die daarop besloten om Riesel helemaal weg te laten uit hun verhaal, en hebben ze geen solidariteit met hem betuigd. Pas je niet in het dominante vertoog, dan is de interesse kennelijk snel weg.
Noten