De Peueraar 33, mei 1993
Auteur: Ellen de Waard
In Peueraar 32 stond het verslag van de fakkeltocht die op 18 maart 1993 in Leiden gehouden werd. Een onderdeel van het verslag was het verhaal dat Karin van comité De Leidse Fabel van de illegaal vertelde. Zij had meegemaakt dat enkele vrienden van haar opeens 'weg' waren. Zij waren opgepakt omdat ze 'illegaal' zijn. Hieronder staat een interview met Karin en Rafat. Rafat is een van de 'illegalen' waar Karin's verhaal over ging. In dit artikel is ook een verslag verwerkt van het kort geding dat aangespannen werd tegen Rafat's uitzetting.
Kun je iets over jezelf vertellen, bijvoorbeeld waarom je naar Nederland bent gekomen?
Rafat: "Ik ben 30 jaar. Ik kom uit Egypte, sinds 5 jaar woon ik in Nederland. Ik ben hierheen gekomen omdat het hier vrijer is. In Egypte is de politiek en cultuur anders. Het is daar niet zo makkelijk om te reageren op wat je niet goed vindt aan de politiek. Egypte is erg bureaucratisch en corrupt. Het is moeilijk om zelfs de kleinste dingetjes te regelen, maar als je betaalt is het snel opgelost. Je merkt het bijvoorbeeld als je een baan zoekt. Dan kijken ze of je familie macht heeft, niet of je geschikt bent voor het werk. Egypte is traditioneel. Het wordt bijvoorbeeld niet geaccepteerd als je als man met een paar vrouwen in een café een kopje koffie drinkt. Als je als man een jaar of 30 bent, verwacht men ook dat je snel trouwt, anders ben je niet normaal."
Wat dacht je in Nederland te vinden?
Rafat: "Ik had geen idee hoe het hier precies zou zijn. Ik dacht dat het hier financieel beter zou zijn en dat het werk ook beter zou zijn. Ik ben hier met het vliegtuig heengekomen. Via België, omdat het makkelijker is om voor België een visum te krijgen. Ik heb geen verblijfsvergunning aangevraagd omdat ik dacht dat ik daarop geen kans zou hebben. Ik wou hier een paar jaar blijven, of langer als het hier goed zou zijn.
Ik had hier al vrienden. Zij hebben me geholpen met het vinden van een kamer, en werk in de tuinbouw. Mijn eerste baas vroeg niet naar een verblijfsvergunning. De laatste vroeg er wel naar, maar zeggen dat ik er een had was genoeg. Dat kwam ook omdat ik wel een fiscaal nummer had.
De eerste paar jaar dat ik hier woonde, dacht ik er wel veel aan dat ik zo opgepakt zou kunnen worden. Maar later had ik geen angst meer. Ik heb steeds op dezelfde kamer gewoond en hetzelfde werk gehouden. Via het Leidse Studiehuis heb ik Nederlands geleerd."
Kun je iets vertellen over hoe 'illegalen' hier leven?
Rafat: "Iedereen is er steeds mee bezig dat hij 'illegaal' is. Als de bel gaat, vraag je je af wie er voor de deur zal staan. Op straat vraag je je af of er geen politie achter je aanloopt. Maar iedereen gaat anders om met het 'illegaal' zijn. De een loopt er mee te koop dat hij 'illegaal' is. De ander vertelt het nog niet aan vrienden. Zelf heb ik het aan niemand verteld. Als ik dat wel gedaan zou hebben, zou er iets veranderd zijn. Dan zou ik steeds voelen dat ik anders ben, een 'illegaal'."
Karin: "Veel 'illegalen' moeten steeds verhuizen. Een man die ik ken is in 3 jaar tijd 12 keer verhuisd en heeft 8 banen gehad."
Rafat: "Dat mensen veel moeten verhuizen is omdat er familie van degene waar ze bij wonen ook in hetzelfde huis komt wonen. En dan is er geen plek meer. Of de 'illegalen' worden verklikt door mensen uit de buurt. Die zeggen bijvoorbeeld tegen de woningbouwvereniging dat ergens veel buitenlanders wonen. Als de woningbouwvereniging dan eens gaat kijken, besluiten mensen dat ze maar beter kunnen verhuizen. Want ze wonen vaak niet legaal, maar in onderhuur.
Ook op het werk is het voor 'illegalen' onzeker. Als je bijvoorbeeld langer dan 1 dag ziek bent, kun je zo ontslagen worden. 'Illegalen' hebben geen recht op vrije dagen en vakantiegeld. Ze werken vaak lange dagen, 10 uur per dag, voor weinig geld."
Hoe ben jij opgepakt?
Rafat: "Bij andere 'illegalen' hadden ze papieren gevonden met mijn naam en adres. Toen de vreemdelingenpolitie kwam, waren er 6 mensen thuis. Ze waren met zijn tweeën, maar al snel waren er 8 of 9. Ze zeiden dat ze op het bureau de toestemming hadden liggen om ons op te pakken. Dus om die te zien moesten we maar meegaan. We konden nog wat van onze spullen pakken. Maar er liep steeds iemand achter je aan als je naar een andere kamer ging. We waren in paniek, ook omdat er zoveel politie was.
Op het bureau gingen we allemaal naar een andere cel. Twee keer per dag konden we samen roken en praten. Precies binnen 24 uur kreeg ik een advocate toegewezen. Op het bureau wordt alles wat je wilt aan de vreemdelingenpolitie gevraagd, ook of je mag bellen. Maar de vreemdelingenpolitie is er lang niet altijd. Dan moet je wachten."
Karin: "Maandagavond 15 maart 1993 werden ze opgepakt. Ik had die avond een afspraak met hen. Een van de mannen die opgepakt was, maar legaal was, belde later op om het te vertellen. Woensdagochtend is er een kort geding aangespannen tegen Rafat's uitzetting. Rafat was de enige die deze kans had omdat hij een vriendin had die met hem wilde trouwen. De andere mannen hadden geen vriendin. Eigenlijk wilden ze Rafat die dag het land uitzetten. De politie was erg boos over het aanvragen van een kort geding. De advocate had ons al gewaarschuwd dat ze zouden proberen om Rafat, en wie hem wilde helpen, onzeker te maken. Dat klopte. Tegen Rafat zeiden ze: "Nog even en dan ga je weer terug naar je eigen landje." Hij werd echt getreiterd en geïntimideerd. Hij mocht na het aanvragen van het kort geding ook niet meer luchten met de anderen. Wel mocht hij nog afscheid nemen van zijn broer, die wel heel snel het land uitgezet werd. "Humaan", he?
De behandeling van de politie is bedoeld om je zwak te maken. Tegen mensen die Rafat wilden helpen, zeiden ze dat Rafat geen kort geding wilde. En dat de advocate haar werk niet goed deed. Dat hij het land uitgezet zou worden als het niet beter geregeld zou worden. We hebben ons hierdoor laten intimideren en meegedaan aan hun spelletjes door alles te doen zoals zij zeiden dat het moest. Na een week is Rafat vrij gekomen, in afwachting van het kort geding."
Het kort geding
Van het kort geding heeft De Peueraar een verslag gemaakt. Rafat was met iets meer dan 10 mensen naar zijn kort geding gegaan. In tegenstelling tot wat je altijd op tv ziet was de rechtszaal klein. Eigenlijk waren er iets teveel mensen voor deze ruimte, vooral omdat ons werd verboden op de achterste rij te gaan zitten.
Het kort geding begon met een pleidooi van Rafat's advocate tegen zijn uitzetting. Dit werd onder andere gedaan door uit te leggen hoe geïntegreerd hij is. Hij is hier nu ruim 5 jaar, werkt, sport, heeft taalles en een langdurige relatie met een vrouw die wel legaal in Nederland is. Verder heeft hij een SOFI-nummer, betaalt hij zijn belastingen, is hij niet eerder in aanraking geweest met de politie en heeft hij woonruimte.
De advocate van de staat benadrukte dat Rafat zich niet gemeld had bij de Vreemdelingendienst toen hij in Nederland kwam. Hij heeft zich zelfs jarenlang bewust onttrokken aan de plicht zich te melden hij deze dienst. Hij heeft geen recht
in Nederland te zijn. Er kan dus niet gesproken worden van inmenging van de staat in zijn leven, al heeft de staat hem gevangen gezet. Aangezien hij niet getrouwd is en niet samenwoont, is er geen sprake van een gezinsleven. Al zou hij samenwonen, zijn vriendin heeft een uitkering en dus niet de middelen hem te onderhouden.
Volgens de staatsadvocate had Rafat geen klemmende redenen van humanitaire aard om hier te blijven. Daar kun je pas van spreken als iemand hier 6 à 7 jaar wit werkt. Hij is niet geworteld in de Nederlandse samenleving, ondanks wat zijn advocate zei. Het is ook niet in het belang van Nederland om hem hier te laten blijven. Er zijn Nederlanders genoeg voor het werk in de tuinbouw.
De advocate van Rafat reageerde op de twijfel die werd uitgesproken over de geworteldheid van Rafat in de Nederlandse samenleving. Zij deed dit door een boek te laten zien waarvoor Rafat een vertaling uit het Arabisch had gemaakt.
Verder wees ze op zijn vrijwillige activiteiten in het Leidse studiehuis. Ook de hoeveelheid publiek die hij had meegenomen, toonde aan hoe diep hij hier geworteld is. Verder reageerde de advocate op de opmerkingen van de staatsadvocate over zijn ongehuwd zijn en niet samenwonen. Zij legde uit waarom dat nu nog niet kon. Maar dat het zeker niet zo was dat hij het niet wilde. De staatsadvocate maakte een eind aan de discussie over het al dan niet geworteld zijn door te zeggen dat het er niet toe doet of hij hier geworteld is. Er moet sprake zijn van klemmende redenen van humanitaire aard en daar is geen sprake van. Hij zou zich immers kunnen handhaven in Egypte. En als hij daar is, kan hij ook vertalen en trouwen met zijn vriendin.
De rechter nam hierna het woord en stelde Rafat enkele vragen: "Wat heb je gedaan voor je naar Nederland kwam?", "Waarom ben je juist naar Nederland gekomen?", "Heb je nog familie in Egypte?". en "Hoe lang heb je al een relatie met F...?" Rafat legde uit dat hij hierheen was gekomen omdat in Europa meer vrijheid is. Twee weken later zou de uitspraak zijn.
Hoe is het voor jou, Karin, geweest om dit nu van zo dichtbij mee te maken?
Karin: "Ik wist natuurlijk wel dat 'illegalen' opgepakt worden. Ik ben wel geschrokken van de behandeling die ze krijgen. GroenLinks-raadslid Rianne van Schreven en Rafat's advocate vertelden dat het beleid is om mensen tijdens de ramadan op te pakken. De ramadan is een feestmaand, er zijn dan meer mensen bij elkaar. Ze zijn dan ook minder alert. Voor 'illegalen' is er zelfs geen huiszoekingsbevel meer nodig. Rafat's vrienden zijn ook op een rare manier opgepakt. De politie is daar op valse gronden binnengekomen. Ze kwamen om 5 uur 's morgens en zeiden dat ze een drugshandelaar zochten. Maar eenmaal binnen keken ze naar de post die op de trap lag en zeiden ze dat ze de mensen zochten wiens naam op de enveloppen stond.
De hele behandeling die 'illegalen' krijgen is een rommeltje. Advocaten worden bijvoorbeeld door de politie gebeld dat er iemand is opgepakt en dan zitten er maar liefst 5 opgesloten. Het lijkt alsof er sinds 1993 meer mensen opgepakt worden. Vorige week nog een Turkse jongen. Deze week 5 Marokkanen. De Leidse Fabel van de Illegaal zal moeten onderzoeken of er inderdaad meer mensen opgepakt worden. De politie zal hier geen openheid over geven. Ook in de kranten staat lang niet alles wat er gebeurt.
Nu is het mij overkomen dat mensen die ik ken opeens 'weg' zijn. Niet op een afspraak komen omdat ze opgepakt zijn. Al merkte ik op het Studiehuis ook wel dat mensen opeens nooit meer kwamen. Enkele migranten die ik vertelde wat er was gebeurd, reageerden met: "Dat jij dat nu meemaakt, voor ons is het 'gewoon'."
Hoe schat jij, Rafat, je kansen in om hier te kunnen blijven?
Rafat: "Ik hoop dat ik hier kan blijven. Hier legaal blijven door een huwelijk is door de wet erg moeilijk. Je mag de eerste periode na het huwelijk niet werken. Dus moet iemand financieel garant voor je staan. Dat kan mijn vriendin niet, omdat zij een uitkering heeft.
Het is wel moeilijk om zo lang op de uitspraak te wachten. Daardoor slaap ik slecht. Als de uitspraak negatief is, ga ik terug naar Egypte. De illegaliteit in verdwijnen is moeilijk omdat de politie mijn paspoort heeft. In Leiden ben ik nu bekend, iemand van de Vreemdelingendienst groette me op de markt. Ik moet dan wel mijn vrienden en mijn vaste baan achterlaten. Het zal wennen zijn om weer in Egypte te wonen."
Naschrift
De uitspraak is dat Rafat Nederland moet verlaten.