De Fabel van de illegaal 43, januari/februari 2001
Auteur: Ellen de Waard
In de strijd van vrouwenorganisaties om het afhankelijke verblijfsrecht af te schaffen1 is er onverwachts toch nog een kleine meevaller te melden. Mishandelde illegale vrouwen die onderdak krijgen in de vrouwenopvang, kunnen voortaan alsnog een eigen woning krijgen en daar de beslissing op hun aanvraag voor een zelfstandige verblijfsvergunning afwachten. Dit haalt een enorme druk van de ketel bij de vrouwenopvanghuizen. Die moesten de vrouwen tot voor kort opvangen tijdens de hele duur van de juridische procedure, die gemiddeld meer dan 2 jaar kost. De opvanghuizen slibden daarmee dicht.
In de zomer van 2000 leek er bij de herziening van de strenge regels die voor het verkrijgen van een zelfstandige verblijfsvergunning gelden, nog geen enkele verbetering op dit punt te verwachten. De vrouwenlobby had bij staatssecretaris van Justitie Cohen uiteraard wel aangedrongen op een oplossing. Cohen maakte zich er simpel van af door naar het afwijzende antwoord van zijn collega-staatssecretaris van Volkshuisvesting te verwijzen. De Koppelingswet bepaalt immers dat mensen in procedure geen recht hebben op een eigen woning. Maar wonder boven wonder is Volkshuisvesting toch over stag gegaan. Met deze uitzondering voor mishandelde vrouwen in de opvang is er opnieuw een gaatje in de Koppelingswet gekomen.
Noot