De Fabel van de illegaal 48, najaar 2001
Auteur: Inge van de Velde
De afgelopen tijd hebben liberale en conservatieve mannen het feminisme op een opmerkelijke manier voor hun eigen karretje gespannen. In het multiculturele debat verbinden deze opiniemakers patriarchale standpunten en praktijken voortdurend eenzijdig met migranten en in het bijzonder met de islam. Ook proberen sommigen van hen in het debat het feminisme om te draaien en in te vullen met een patriarchale, vrouwvijandige inhoud.
In de debatten zien we een paar steeds terugkerende redeneertrucs. Liberale opiniemakers schrijven de geëmancipeerde positie van de Nederlandse vrouw op hun eigen conto, als onderdeel van een vermeende superieure westerse traditie. Tegelijk zetten ze die zogenaamde voorspoedige positie van Nederlandse vrouwen af tegen de veronderstelde achtergebleven positie van vrouwen in migrantengemeenschappen. Ze scheppen een schijntegenstelling tussen enerzijds geëmancipeerde witte vrouwen en anderzijds niet-geëmancipeerde, onderdrukte moslima's en andere zwarte en migrantenvrouwen, die zo worden tot een symbool van het andere, het vreemde. De opiniemakers stigmatiseren op deze manier migranten en vluchtelingen, waarbij ze tevens volledig voorbijgaan aan de meer linkse en feministische opvattingen die er onder hen ook leven.
Patriarchale import?
In het multiculturele debat spraken nogal wat opiniemakers hun zorg uit over de "patriarchale cultuur" die migranten in Nederland zouden importeren. "Tolerantie moet worden verdedigd tegenover gewetensdwang. In het openbare leven behoort geen plaats te zijn voor stromingen die de scheiding van staat en kerk of de gelijke rechten van man en vrouw willen opheffen", aldus Paul Scheffer.1 "Wie zich echt om het heil van allochtonen bekommert, moet er alles aan doen hen te bewegen deel te nemen aan de heersende cultuur, hen te verleiden in te stemmen met vrouwenemancipatie. Als iemand beweert dat het vanzelfsprekend is om je vrouw te slaan, je dochter uit te huwelijken, dan moeten we expliciet zeggen: dat standpunt accepteren we niet. Verder zie ik vooral grote verschillen in het denken over hiërarchie, over geweld, over de verhouding tussen vrouwen en mannen", viel Paul Schnabel Scheffer bij.2 Pleitend voor een "groter Nederlands zelfbewustzijn", deden conservatieven als Jaap de Hoop Scheffer en Ab Klink ook een duit in het zakje: "Vrouwenbesnijdenis zullen we nooit toestaan, abortus omwille van het geslacht evenmin, de leerplicht geldt ook voor meisjes."3
Vergelijkbare opvattingen zien we bij het debat over hoofddoekjes op de werkplek. Opzij-hoofdredactrice Ciska Dresselhuys gaf het startschot: "In het koffiehuis verdraag ik geen seksisme, vrouwenbesnijdenis is bij mij taboe, en redactrices met een hoofddoek komen er bij Opzij niet in."4 Dresselhuys bevestigt en versterkt zo het beeld van de onmondige, onderdanige en afhankelijke moslimvrouw. In de ogen van de liberale opiniemakers is Dresselhuys het boegbeeld van het Nederlandse feminisme. De opiniemaker Paul Cliteur bestempelde daarop het hoofddoekje tot een anti-feministisch of niet-feministisch symbool.5 Dresselhuys kreeg ook veel bijval van vrouwen. In een reactie in Trouw schreef Heleen Ietswaart bijvoorbeeld: "Zo dient er ook geen plaats te zijn voor culturele uitingen van vrouwenonderdrukking op straat, op het werk of op school. Je hebt je op de werkplek te kleden volgens 'onze' normen."6 Maar in plaats van eenzijdig te zeuren over hoofddoekjes dient het feminisme het patriarchale gehalte van alle wereldreligies te bekritiseren.
Paradepaardjes
In het debat over de uitspraken van imam el-Moumni over homoseksualiteit werd opnieuw dezelfde tegenstelling opgeworpen tussen enerzijds de "intolerantie" van moslims en andere allochtonen en anderzijds de "tolerantie" van de "verlichte westerse samenleving".7 "Niemand wil de Nederlandse visie op homoseksuelen inwisselen voor de Marokkaanse", opperde Paul Schnabel eerder tijdens het multiculturele debat.2
In deze 3 debatten doen de opiniemakers steeds alsof mannen zoals zijzelf de homo- en vrouwenemancipatie voortgebracht hebben, in plaats van de vrouwen- en lesbo- en homobeweging zelf. Ze eigenen zich de resultaten van jarenlange strijd toe en zo wordt die ingekapseld door het liberalisme. Van sociale bewegingen dreigen feminisme, en lesbo- en homostrijd te verworden tot paradepaardjes van liberalen, ingezet tegen de multiculturele samenleving.
Invulling van het feminisme
De conservatieve opiniemakers proberen het feminisme zoveel mogelijk naar hun eigen hand te zetten.8 Ze willen het herdefiniëren en er een eigen invulling aan geven, zodat het in hun eigen straatje te pas komt. Uiteindelijk willen ze de idealen van het feminisme tegen de vrijheden van vrouwen keren: "Door zich 'zedig' of 'kuis' te gedragen, staat een vrouw veel sterker in haar schoenen. Zij is degene die besluit wie haar lichaam mag bewonderen en wie niet, zij houdt emotioneel de touwtjes in handen door alleen met die man te slapen die zich waardig heeft getoond, die man die zich als 'heer' gedraagt en die haar respecteert, en die dat respect toont door met haar een eeuwige en onverbrekelijke huwelijksband aan te gaan. In dat licht zijn vrouwen die een hoofddoekje dragen, misschien wel de meest radicale feministes die er ooit zijn geweest".
En de conservatief René van Wissen zegt over Amerikaanse jongeren die seks voor het huwelijk verwerpen: "Nu zou je denken: daar is toch niets mis mee? Is dat niet de ultieme vorm van baas in eigen buik? Zouden feministen er niet heel blij mee moeten zijn dat jonge vrouwen nu zelfbewust en in alle vrijheid kunnen verklaren dat ze geen behoefte hebben aan nietsbetekenende seks? Het recht hebben om nee te zeggen, daar ging het destijds toch om?"9
De onderdrukking van de vrouwelijke seksualiteit met regels over zedig en kuis gedrag wordt hier gepresenteerd als het summum van zelfbeschikking en als kenmerkend voor de zelfbewuste vrouw. De conservatieven geven zo hun geheel eigen interpretatie aan het feminisme en willen vrouwen daarmee de mond snoeren.
De echte tegenstanders
Feministes en migranten zijn niet elkaars tegenstander. Wel hebben ze een gezamenlijke tegenstander: de liberale en conservatieve mannen. En anders dan die het ons willen voorspiegelen, is de bevrijding van "de Nederlandse vrouw" geenszins voltooid. Geweld tegen en uitsluiting van vrouwen is nog steeds een structureel probleem in deze samenleving. In de strijd daartegen zal "de Nederlandse vrouw" eerder een medestandster vinden bij zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen, dan bij de o zo paternalistische, liberale en conservatieve mannen.
Noten