De Fabel van de illegaal 69, maart/april 2005
Auteur: Ellen de Waard
Meer aandacht voor kinderhandel
Het handelen in en het uitbuiten van mensen voor seksuele doeleinden, dat verstond de overheid tot voor kort onder mensenhandel. Vanaf januari 2005 zijn echter alle vormen van “moderne slavernij” strafbaar gesteld. Kinderrechtenorganisaties vinden dat nu speciale aandacht moet uitgaan naar kinderhandel.
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel had al eerder aangegeven dat de vroegere mensenhandeldefinitie voorbijging aan de vele vormen van uitbuiting waaraan volwassenen en vooral ook kinderen blootgesteld worden. Ze sprak daarbij van “moderne slavernij”.(1) Volgens de nieuwe wet is kinderhandel het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van een jongere onder 18 jaar voor uitbuiting, of verwijdering van diens organen. Kinderhandel gaat meestal gepaard met misleiding, werving, geweld, grensoverschrijdend transport en grote afhankelijkheid van de handelaar. Hem gaat het puur om het financiële gewin.
Bedelaartjes
Er zijn nagenoeg geen harde cijfers bekend over kinderhandel. Er zijn wel wat schattingen van de omvang in Nederland van seksuele uitbuiting van minderjarigen voor commerciële doeleinden.(2) Uit onderzoek in Frankrijk, België en Engeland blijkt dat kinderhandel echter ook veel buiten de seksindustrie plaatsvindt, bijvoorbeeld in naaiateliers, de horeca, het huishouden, de land- en tuinbouw, het voetbal, winkels, bij diefstal en bedelarij, credit card-fraude, orgaanhandel en adoptie.(3)
Een eerste aanzet tot onderzoek naar zulke vormen van kinderhandel in Nederland werd onlangs gegeven door UNICEF en de kinderrechtenorganisatie ECPAT. Hun rapport “Ongezien en ongehoord” (3) is het eerste in een reeks van drie, die een zo breed mogelijk beeld moeten gaan geven van de aard en omvang van kinderhandel in Nederland en Europa. Uit gesprekken met politie, justitie, onderzoekers en internationale kinderrechtenorganisaties blijkt dat kinderhandel ook voorkomt en toeneemt in Nederland. Dat hangt volgens UNICEF samen met de EU-uitbreiding, die vooral invloed zou hebben op hoe en waar kinderhandel plaatsvindt.
Illegaal
Kinderhandel komt meer voor in arme landen waar meisjes een lage status hebben en waar kinderen gescheiden raken van hun ouders door gewapende conflicten en vervolging. Kinderen zijn makkelijker te manipuleren en nog niet zo zelfredzaam, en daardoor worden ze vaak langduriger uitgebuit dan volwassenen. Vooral alleenstaande en illegale kinderen worden het slachtoffer, zoals alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s) die onder valse voorwendselen door ronselaars naar Nederland worden gehaald om bijvoorbeeld als prostituee te worden uitgebuit.(2) Sommigen worden pas in een latere fase vanuit de vluchtelingenopvang geronseld door bijvoorbeeld loverboys. Ook amv’s die officieel een Nederlandse verzorger hebben, worden vaak slachtoffer van uitbuiting in de seksindustrie of in het huishouden van familie. Daarnaast zijn er duizenden kinderen illegaal geworden omdat hun ouders uitgeprocedeerd zijn. Naar schatting van ECPAT leven er in Nederland 10.000 illegale kinderen.
Uitzetting
Bij de bestrijding van mensenhandel en kinderhandel laat de overheid het vreemdelingenrecht prevaleren boven andere regelgeving. Zo worden bedelende en stelende kinderen uitgezet naar Roemenië of Bulgarije zonder dat bekeken wordt wie hen daar opvangt.(4) Ze kunnen meestal niet ‘gewoon’ naar huis gaan omdat ze vaak verstoten of weggelopen zijn en alleen op de wereld staan. Sommigen van hen zouden in kindertehuizen opgevangen worden, maar komen daar simpelweg niet aan. Die tehuizen hebben een kwalijke reputatie. Juist door dat gebrek aan zorg, opvang en perspectief in die landen werden die kinderen makkelijk slachtoffer van kinderhandel.
Bij de bestrijding van mensenhandel is nog weinig aandacht voor de positie van minderjarigen. De instanties die mensenhandel bestrijden en slachtoffers moeten opvangen, klagen over ontoereikende capaciteit, te lage politieke prioriteit en gebrekkige samenwerking. Nu heeft het kabinet een “Nationaal actieplan tegen mensenhandel” aangekondigd met onder andere gerichte voorlichting, registratie en uitbreiding van opvangplaatsen.(5) De B9-regeling voor de opvang van slachtoffers die aangifte doen van mensenhandel, moet daarbij laagdrempeliger worden. En door de uitbreiding van de mensenhandeldefinitie kunnen meer slachtoffers, en dus ook kinderen, voortaan aanspraak op die regeling maken. Verder mogen de slachtoffers die een beroep doen op de regeling, voortaan betaalde arbeid verrichten. Dat was een lang gekoesterde wens van hun belangenorganisaties.(1)
Noten