De Fabel van de illegaal 70, mei/juni 2005
Auteur: Gerrit de Wit
Europese grondwet onder vuur
Op 1 juni 2005 mogen de Nederlanders zich in een referendum uitspreken over de Europese grondwet. Een ruime meerderheid van de bevolking heeft echter nog geen enkel benul van de inhoud ervan. Ondertussen protesteert links tegen het kapitalistische en ondemocratische karakter van de grondwet. En Geert Wilders misbruikt het referendum om racistische praatjes te verkopen.
Radicaal-links en de EU Vanaf het begin is de Europese eenwording vanuit radicaal-linkse hoek bekritiseerd. De meer autonoom en anarchistisch gerichte stromingen hebben de eenwording meestal volledig van de hand gewezen.(1) Trotskistische stromingen pleiten daarentegen gewoonlijk voor “een ander Europa”. Vanuit die eerste hoek werd in Den Haag in 1989 een protest georganiseerd tegen de “European Festivities”, en twee jaar later vertrok vanuit Nederland een Europese protestkaravaan waaraan ook De Fabel-groep meedeed.(2) Met deze protesten wilden activisten destijds politieke thema’s en bewegingen met elkaar verbinden.(3) Milieuactivisten, krakers, vakbondsactivisten en anti-racisten liepen immers allemaal tegen de eenwording aan, en moesten samen een sterke beweging gaan vormen. Die is helaas, zoals bekend, nooit van de grond gekomen. Een nieuwe, korte opleving brachten de protesten tegen de Amsterdamse Eurotop in 1997 onder de noemer “Top van onderop”. In die tijd werd ook de Leidse organisatie EuroDusnie opgericht. Vanuit trotskistische hoek werden toen ook de eerste “Euromarsen tegen armoede, werkloosheid en sociale uitsluiting” georganiseerd. Ook Europa-kritische organisaties als Attac en het Comité Grondwet Nee kennen een sterke trotskistische inbreng. Schaalvergroting De traditioneel volledig afwijzende houding van meer autonoom en anarchistisch links is niet zonder problemen. De EU is momenteel weliswaar in de eerste plaats een door het bedrijfsleven voortgestuwd neo-liberaal, militaristisch en repressief project, maar dat betekent niet dat in principe alle aspecten van de eenwording slecht zijn. Als voornamelijk liberaal project dwingt de EU ook bijvoorbeeld nieuwe staten een deel van hun conservatieve, reactionaire en patriarchale wetgeving af te schaffen. Hoewel dat in de directe praktijk waarschijnlijk niet zo heel veel voorstelt, kan het op termijn toch tot enige verbeteringen leiden voor bepaalde bevolkingsgroepen. Zo mogen Roma in Oost-Europese landen in ieder geval wettelijk niet langer achtergesteld worden. Tegenover dat type vooruitgang staat wel de gedwongen invoering van het neo-liberale economische beleid, dat bijvoorbeeld diezelfde Roma hun sociale zekerheid grotendeels doet verliezen. Om alle maatregelen en ontwikkelingen rond de EU te kunnen plaatsen en beoordelen is het beter om ze dus stuk voor stuk langs de anti-kapitalistische, anti-patriarchale en anti-racistische meetlat te leggen, vanzelfsprekend zonder de onderlinge samenhang uit het oog te verliezen. In trotskistische stromingen deed men dat al veel langer. Daarbij is schaalvergroting sowieso niet per definitie een verslechtering. Sommige problemen kunnen het best lokaal opgelost worden, maar andere zijn alleen aan te pakken in groter verband. Op het gebied van de ecologie en een wereldwijde rechtvaardige verdeling van welvaart en macht bijvoorbeeld zouden zelfs verbanden als de EU nog tekortschieten. De kern van het probleem is echter dat zowel de VN, de EU als de nationale staten niet georganiseerd zijn op basisdemocratische en solidaire grondslagen. Niet de eenwording is dus een probleem, maar het democratisch gehalte van Europa en de lidstaten, hun kapitalisme, en hun patriarchale en racistische praktijken. Een positief aspect aan de schaalvergroting is dat de linkse bewegingen in de lidstaten elkaar makkelijker kunnen vinden en dat ook hun politieke agenda’s langzaam maar zeker naar elkaar toe kunnen groeien. Dat kan links sterker maken. Sterk Europa Dat betekent vanzelfsprekend niet dat ook het meer autonoom en anarchistisch gerichte radicaal-links voor “een sterke politieke rol van Europa” moet gaan pleiten, zoals dat in meer trotskistische huize wel gebeurt. “Linkse politiek heeft een sterk Europa nodig. Maar wel een democratisch Europa. Een Europa dat door de bevolking gezien wordt als hun eigen macht”, aldus Willem Bos van Socialistische Alternatieve Politiek (SAP) en het comité Grondwet Nee.(4) Het proces van de Europese eenwording is feitelijk niet te stoppen en dat zou radicaal-links ook niet moeten proberen. Daarbij is het alternatief een terugkeer naar het primaat van de Europese staten, onder leiding van conservatieve en reactionaire stromingen. Maar om dan als Bos te gaan pleiten voor “een sterk Europa”, dat gaat toch te ver. Dan lijkt de keuze nog slechts tussen het conservatieve streven naar een sterke staat en het liberale streven naar een sterke Europese superstaat. Met de Europese eenwording willen staten en bedrijven hun concurrentiepositie verbeteren ten opzichte van de VS, Japan en China. Dat gaat in de eerste plaats ten koste van de bevolking in de arme landen. Van Bos moet zijn “sterke Europa” dan ook “een democratische verhouding met de rest van de wereld” aangaan. Hoewel Bos het niet heeft over een linkse revolutie als voorwaarde voor zo’n “sterk Europa”, doet zijn pleidooi wel denken aan het socialisme in één land, in een Europese superstaat in dit geval. Maar dat is een doodlopende strategie, dat heeft de geschiedenis van het “reëel bestaande socialisme” ons wel geleerd. Het is niet voor de hand liggend om nu het heil te gaan verwachten van de EU, en om de radicaal-linkse idealen te projecteren op een nieuwe Europese superstaat. In plaats van zo’n omweg via een “sterk Europa”, kan autonoom en anarchistisch radicaal-links beter direct streven naar een wereldwijd socialisme. Eric Krebbers Noten
|
Op 29 oktober 2004 ondertekenden de regeringsleiders en staatshoofden van alle 25 EU-lidstaten de ontwerp-grondwet. Die moet nu door alle parlementen geratificeerd worden en zo’n 10 regeringen raadplegen hun bevolking via referenda. De grondwet is niet democratisch tot stand gekomen, maar opgesteld door een commissie waarin politici uit de verschillende landen zitting hebben. Het is een complex document van maar liefst 345 pagina’s waarin richting wordt gegeven aan de ontwikkeling van de EU.
Democratisch oogpunt
De grondwet bevat een aantal punten die vanuit democratisch oogpunt een stap vooruit zijn. Zo worden de bevoegdheden van het Europese parlement vergroot. Het parlement wordt medewetgever en krijgt op meer terreinen medebeslissingsrecht. Daar staat echter een verzwakking tegenover van de bevoegdheden in begrotingskwesties. De rol van het parlement blijft dus beperkt. De grondwet bepaalt verder dat besluiten in de Europese ministerraad veelal genomen gaan worden met een “gekwalificeerde” meerderheid. Unanimiteit is dan niet meer vereist en ook het vetorecht vervalt dus in die situaties. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Europese asiel- en immigratiebeleid. Voor besluiten op het vlak van buitenlands en defensiebeleid blijft unanimiteit in principe wel nodig. Ook moet het aantal leden van de Europese Commissie in 2009 worden teruggebracht tot tweederde van het aantal lidstaten. Nu wijst elke regering nog een eigen commissaris aan.
Nieuw is het initiatiefrecht. Burgers en actiegroepen kunnen de Europese Commissie vragen om met bepaalde wetsvoorstellen te komen. Maar daarvoor moeten ze dan wel eerst een miljoen handtekeningen verzamelen, en zelfs dan is de commissie niet verplicht om aan zo’n verzoek gevolg te geven. Ook is nadrukkelijk bepaald dat het moet gaan om een initiatief in de lijn van de grondwet. Dat sluit veel zaken uit. De grondwet is verder bedoeld om een Europees nationalisme aan te wakkeren. Symbolen als de blauwe vlag met de twaalf sterren, de negende symfonie van Beethoven als volkslied, 9 mei als Europese feestdag en het motto “eenheid in verscheidenheid” dreigen nu grondwettelijk te worden vastgelegd.
Kapitalisme
In de grondwet wordt het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal expliciet als een van de fundamentele vrijheden genoemd. Dat betekent dat het al bestaande marktfundamentalisme, met de bijbehorende concurrentiedwang, uitverkoop van sociale voorzieningen, begrotingsdiscipline en privatiseringen, grondwettelijk wordt vastgelegd als de enig mogelijke inrichting van de economie. Daarmee wordt het lot bezegeld van zwakke groepen op de arbeidsmarkt, zoals onder meer migranten en vrouwen. Fiscaal en arbeidsmarktbeleid blijven vooralsnog nationaal bepaald. Dat veroorzaakt loondumping, waarbij arbeid uitbesteed wordt aan landen waar de loonkosten lager liggen, zoals in Oost-Europa. De grondwet verplicht de lidstaten verder om jaarlijks hun militaire apparaat te versterken. Dat zal gecontroleerd worden door het nog op te richten Europese defensie-agentschap. Dat bureau moet ook de Europese wapenindustrieën op elkaar afstemmen en zo de positie van de Europese militaire industrie versterken in de concurrentiestrijd met vooral de VS.
Terwijl de rechten van het kapitaal in de grondwet uitputtend beschreven worden, komt de sociale paragraaf in de ontwerptekst er bekaaid vanaf. Het recht op een uitkering, huisvesting of werk wordt wel vrijblijvend met de pen beleden, maar wordt niet dwingend aan de lidstaten opgelegd. De grondwet biedt de bevolking zodoende geen instrumenten om tot een socialer beleid te komen. Hetzelfde geldt voor de anti-discriminatiebepaling. Er staat wel in algemene termen dat “discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische oorsprong, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid” bestreden moet worden, maar dit wordt niet verder uitgewerkt.
Vrouwenrechten
In de grondwet is verder weinig aandacht voor de rechten van vrouwen en homo’s. Over een onafhankelijke verblijfsvergunning voor vrouwen, of over reproductieve rechten als abortus wordt niet gerept. Opvallend is ook dat de lidstaten het recht behouden om zelf te definiëren wat “een gezin” is, en wie met wie mag trouwen. De meeste staten hebben nu een uiterst conservatieve wetgeving waarbij trouwen of kinderen adopteren voorbehouden is aan hetero-paren. Ook worden in andere landen gesloten partnerregelingen niet altijd erkend. Dat betekent bijvoorbeeld dat Nederlandse homo-echtparen die naar Oostenrijk migreren, geen aanspraak kunnen maken op het erfrecht als een van beiden overlijdt.
In de grondwet wordt ook het Europese burgerschap geregeld. Het voorstel om het burgerschap toe te kennen aan alle legale EU-inwoners - en dus ook aan migranten - is verworpen. Miljoenen migranten zonder EU-paspoorten zullen tweederangsburger blijven en kunnen geen beroep doen op de rechten in de grondwet. Ook voor dieren heeft de grondwet weinig rechten in petto. Er moet wel rekening met dieren worden gehouden, maar “religieuze en culturele tradities” blijven gerespecteerd. Stierenvechten, het vangen en schieten van trekvogels, circussen die dieren gebruiken, drijfjacht en dwangvoeding van ganzen en eenden zullen bijvoorbeeld toegestaan blijven, zolang het maar “traditioneel” gebeurt.
Extreem-rechts
In Nederland is het Comité Grondwet Nee (CGN)(1) opgericht om tegenstemmers te mobiliseren en debatten te organiseren. Het bestuur is samengesteld uit academici en activisten, deels verbonden aan de SP. Het CGN doet mee aan de European No Campaign (ENC), een voornamelijk progressief gelegenheidsplatform. Er zitten echter ook rechtse politici bij. Zoals een aantal landelijke en Europarlementariërs van de Britse conservatieven, en Europarlementariërs van de uiterst rechtse Mouvement pour la France, onder leiding van Philippe de Villiers. Die wil de Franse grenzen hermetisch sluiten, abortus afschaffen en de doodstraf herinvoeren. Zijn partij viste bij de Europese verkiezingen in 2004 naar kiezers van het extreem-rechtse Front National en de conservatieve regeringspartij UMP. Daarbij hamerde men op de “Franse soevereiniteit”, “de bevrijding van Frankrijk van het socialisme en de macht van de vakbonden” en keerde men zich tegen de toetreding van Turkije tot de EU. Dat leverde de partij drie zetels op.
Ook de rechts-extremist Geert Wilders is fel tegen de grondwet. Volgens hem “zet de Europese grondwet de Nederlandse soevereiniteit in de uitverkoop” en zal Nederland “een provincie van een Europese superstaat” worden. Hij klaagt verder dat Nederland “een van de grootste nettobetalers is aan de Europese technocraten” en dat de grondwet Nederland de mogelijkheid ontneemt om een eigen asiel- en immigratiebeleid te voeren. Wilders pleit er dan ook voor om net als Denemarken te kiezen voor een “speciale regeling” waarbij Nederland zich wat het asielbeleid betreft niets hoeft aan te trekken van EU-afspraken. Volgens Wilders is Denemarken zo “baas in eigen huis” gebleven, waarmee hij de populaire leus gebruikt van het extreem-rechtse Vlaams Belang van Filip Dewinter. Wilders keert zich verder fel tegen de toetreding van Turkije tot de EU: “Een stem tegen de Europese grondwet is een stem tegen grote Turkse invloed in Europa en Nederland”. Mocht Turkije tot de EU toetreden, dan wil Wilders dat Nederland eruit stapt. De kwestie van de toetreding van Turkije heeft feitelijk helemaal niets met de grondwet te maken, maar wordt door extreem-rechts in heel Europa gretig aangegrepen om te ageren tegen migranten en de islam.
Vraagtekens
Het CGN verwerpt de grondwet omdat die het kapitalistische en ondemocratische karakter van de EU bestendigt. Men hoopt dat een afwijzing ruimte zal bieden voor de opbouw van een meer sociaal en democratisch Europa. Het is echter zeer de vraag of dat binnen de bestaande kaders te verwezenlijken is. De EU is immers juist opgericht om ruim baan te maken voor de vrije markt-economie, om beter de strijd om de mondiale dominantie aan te kunnen gaan met economische en politieke grootmachten als de VS. Ook kan betwijfeld worden of een centralistisch bestuurssysteem met 500 miljoen mensen überhaupt democratisch kan zijn, hoeveel democratische ‘verbeteringen’ er ook in worden aangebracht. De bevolking zal in ieder geval nauwelijks het idee hebben invloed te kunnen uitoefenen.
De kans bestaat dat de campagne van het CGN en andere linkse activisten overschaduwd zal worden door die van Wilders.(2) Bij een eventuele afwijzing van de grondwet zal de discussie dan niet gaan over een socialer Europa, maar over het protest tegen de toetreding van Turkije en over het beperken van Europese invloed op Nederland. De angst daarvoor leidde er in België al toe dat de links-liberale partij Spirit zich tegen het referendum keerde. Men was bang dat het Vlaams Belang het zou gebruiken om actie te voeren tegen de Turkse toetreding. Deze weinig offensieve opstelling van Spirit leidde tot een meerderheid in het Belgische parlement om geen referendum te houden.
Noten