De Fabel van de illegaal 84, mei/juni 2007

Auteur: Harry Westerink


Wetenschappers helpen politie bij criminaliseren van vluchtelingen

In 2001 droeg de Groningse burgemeester Jacques Wallage zijn steentje bij aan de hetze tegen vluchtelingen door te roepen dat ze crimineler zouden zijn dan “reguliere” Groningers. Hij beriep zich op een politierapport dat zelfs in kringen van wetenschappers en bestuurders nogal omstreden was.(1) Daarop huurde de politie illegalenspeurneus Godfried Engbersen (2) en andere onderzoekers in, die 6 jaar later met hun driedelige rapport “Asielzoekers en criminaliteit” de racistische borreltafelpraat van Wallage nog eens dunnetjes overdoen.

Het politierapport destijds was volkomen onwetenschappelijk, want er werden twee onvergelijkbare groepen, namelijk “asielzoekers” en “gemiddelde” Groningers, toch met elkaar vergeleken. Pas als beide groepen statistisch voldoende zouden overeenkomen in leeftijd, geslacht en maatschappelijke positie, zou men gefundeerde conclusies aan zo’n vergelijking mogen verbinden, zo luidde de kritiek van wetenschappers. Ook het uitgangspunt van het onderzoek deugde niet, maar daar hadden die wetenschappelijke critici het nauwelijks over. Het indelen van de bevolking naar herkomst om uitspraken te gaan doen over criminaliteit, is namelijk per definitie racistisch. De uitkomsten liggen dan al in de vraagstelling van het onderzoek besloten: er is met “asielzoekers” en andere “allochtonen” meer mis dan met “autochtonen”, en het verschil zit hem in de herkomst.

Dikke boterham

Engbersen en zijn collega-wetenschappers hebben zich van al deze kritiek niets aangetrokken. Hardnekkig blijven ze appels met peren vergelijken en “allochtonen” tot zondebok maken. Hun recent verschenen rapport is tot stand gekomen in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, “een zelfstandig onderdeel van het Kenniscentrum van de Politieacademie”. De onderzoekers vinden het blijkbaar niet nodig om zelfs maar de schijn van wetenschappelijke neutraliteit en objectiviteit op te houden. Ze kiezen openlijk en onbekommerd de kant van de politie, baseren zich bij hun onderzoek voornamelijk op politiegegevens en doen alle moeite om aan te tonen dat oom agent gelijk heeft.

De conclusies van het onderzoek liggen bijzonder voor de hand. Hoe zwakker de verblijfsstatus van de vluchtelingen, hoe meer kans op “criminaliteit”. Afgewezen vluchtelingen komen het meest in aanraking met de politie, daarna de vluchtelingen met een lopende asielaanvraag, en daarna de vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Het gaat daarbij vooral om “verblijfscriminaliteit” (het gebruiken van valse papieren om beter te kunnen overleven) en “bestaanscriminaliteit” (winkeldiefstallen om eten en andere spullen te kunnen krijgen). “Illegaal verblijf gaat bijna per definitie gepaard met verblijfscriminaliteit”, erkent wetenschapper Arjen Leerkes. Met andere woorden: de sinds begin jaren 90 opgebouwde maatschappelijke uitsluiting van vluchtelingen maakt hen vaak noodgedwongen tot wetsovertreders. Zo duwt de overheid rechteloze mensen in de richting van “crimineel” gedrag. Nadat vluchtelingen tot illegaal en crimineel zijn gemaakt, mogen onderzoekers een dikke boterham verdienen door hen onder de loep te nemen en hun hogere criminaliteit zogenaamd wetenschappelijk vast te stellen. Maar in plaats van de vluchtelingen te criminaliseren zou juist de uitsluiting moeten worden geproblematiseerd en bestreden. Dat weigeren de onderzoekers echter, want ze dienen de belangen van de beleidsmakers die de administratieve apartheid willen vervolmaken.

“Ik probeer alleen maar mijn leven te leven”, merkte een Liberiaanse vluchteling op toen hij werd gearresteerd omdat hij het paspoort van iemand anders gebruikte. Leerkes ondervroeg hem en 25 andere vluchtelingen die zaten opgesloten in de Tilburgse illegalengevangenis. Om informatie van de vluchtelingen afgetapt te krijgen stelde de wetenschapper hen als lokkertje een telefoonkaart van 10 euro in het vooruitzicht. “Om het vertrouwen te bevorderen in het wetenschappelijk karakter van het onderzoek legde ik bovendien altijd twee boeken op tafel over illegaal verblijf in Nederland, te weten “De ongekende stad” (3) en “Wijken voor illegalen”,(4) waaraan ik zelf heb meegeschreven. Soms toonde ik daaruit enkele interviewfragmenten van illegale migranten die aan eerdere studies hebben meegewerkt”, aldus Leerkes. Als de vluchtelingen in de gaten hadden gehad hoezeer dit soort onderzoek hun eigen belangen schaadt, dan zouden ze nog heel wat argwanender zijn geweest.

Onderzoeken onthullen racisme bij politie en Justitie

Meer dan 55 procent van alle jongeren geeft toe dat ze de afgelopen 12 maanden wel eens een delict hebben gepleegd, zo blijkt uit een onderzoek van het justitieel onderzoeksbureau WODC van eind 2006. Het gaat vooral om zwartrijden, vuurwerk afsteken, meppen, schelden, en stelen van school of werk. Geen al te ernstige vergrijpen dus. Jongens plegen meer vergrijpen dan meisjes, en jongeren van 15 meer dan die van 12. Maar verschillen tussen "allochtone" en "autochtone' jongeren zijn er niet, zo concluderen de onderzoekers. Ook bij zwaardere vergrijpen als aanranding en inbraken is er nauwelijks verschil tussen etnische groepen.

Uit een eerder WODC-rapport van Martine Blom blijkt echter dat in 2002 0,9 procent van de "autochtone" en maar liefst 2,2 procent van "allochtone" jongeren bij de politie geregisteerd staat als verdachte. Hoe kan dat? Beide groepen zeggen evenveel vergrijpen te plegen, maar "allochtonen" worden meer dan twee keer zo vaak door de politie in hun kraag gevat. Racisten zullen beweren dat "allochtone" jongeren vanwege hun culturele achtergrond minder snel al hun misdrijven toegeven tegenover bijvoorbeeld wetenschappers, maar uit onderzoek van Paul Harland op VMBO-scholen komt naar voren dat beide groepen even graag opscheppen. Conclusie: politiemensen zitten "allochtone" jongeren ten onrechte meer op de huid en verdenken hen ook vaker. En ze worden ook nog eens zwaarder bestraft. Uit onderzoek van Mieke Komen blijkt namelijk dat "allochtone" jongeren voor eenzelfde vergrijp zeker anderhalve maand meer straf krijgen dan "autochtone" jongeren.

Bron: "Misschien maken de autoriteiten allochtone jongeren wel crimineler", Hans van Maanen. In: De Volkskrant, 31.1.2007.

Eric Krebbers

Krantenkoppen

“Kenmerkend voor Nederland is dat het taboe om onderzoek te doen naar de relatie tussen migratie en criminaliteit relatief snel is doorbroken”, zo constateren de onderzoekers terecht. “In veel andere West-Europese landen is dat tot op heden veel minder het geval. Voorzover er in het buitenland al onderzoek naar deze thematiek wordt gedaan, is dat onderzoek eerder gericht op het nuanceren van de relatie tussen migratie en criminaliteit of het ter discussie stellen daarvan. Zo wijzen buitenlandse onderzoekers op het selectieve optreden van de politie (gericht op bepaalde etnische groepen in specifieke stedelijke gebieden) en de selectieve sanctionering door het justitiële systeem. Ook wordt gewezen op de rol van de media bij het creëren van vormen van “morele paniek” waardoor criminaliteitsproblemen bij migrantengroepen zouden gedramatiseerd.” Maar in Nederland eten de meeste onderzoekers uit de hand van de machthebbers en praten ze het racisme en de repressie tegen “allochtonen” goed met hun onderzoeken. Onder criminologen zou hier “welhaast een consensus” zijn “bereikt over het feit dat sommige migrantengroepen oververtegenwoordigd zijn bij bepaalde vormen van criminaliteit”. De wetenschappers weten goed te formuleren waar de schoen bij dit soort onderzoek wringt. Toch kiezen ze er zelf heel bewust voor om “allochtonen” toch tot probleemgroep te bombarderen, waardoor het racisme in de samenleving nog verder wordt aangewakkerd.

Irritant genoeg laten de onderzoekers hun eigen bijdrage in het criminaliseren van vluchtelingen buiten beschouwing. “Nog altijd heerst in de media en de politiek het beeld van asielzoekers dat ze een bedreiging vormen voor de openbare orde en veiligheid omdat zij crimineler en/of gewelddadiger zouden zijn dan de doorsnee-inwoners van Nederland. Voor een rationele, op feiten gebaseerde discussie over doelstelling en effecten van het asiel- en vreemdelingenbeleid is een gedifferentieerd beeld van de betrokkenheid bij criminaliteit van de verschillende categorieën asielzoekers van belang. Dit betekent dat in publieke discussies het draagvlak voor het vluchtelingen- en vreemdelingenbeleid niet ten onrechte met onzuivere beelden van criminele betrokkenheid van asielzoekers moet worden belast.” Maar die “onzuivere beelden” worden door hun rapport juist opnieuw gereproduceerd. “Asielzoeker vaker verdacht”, “Asielzoeker gaat vaker in de fout” en “Echte vluchtelingen, die stelen niet”, dat soort schreeuwerige krantenkoppen zijn het helaas vanzelfsprekende gevolg van dit soort onderzoek. Nogal wat lezers van De Volkskrant ergerden zich aan deze racistische beeldvorming ten opzichte van vluchtelingen, wat ze de redactie van de krant verweten.(5) Maar het zijn uiteindelijk de wetenschappers zelf die de bron vormen van dergelijke berichtgeving.

Deportatiemachine

Engbersen en zijn kornuiten komen ook met een aantal beleidsaanbevelingen. Men pleit voor “een snelle asielprocedure”, want “langdurig verblijf in de opvang bevordert criminaliteit”, en voor een “effectief terugkeerbeleid”. Hoe eerder de vluchtelingen door de procedure zijn gejaagd, hoe sneller ze immers kunnen worden uitgezet. Volgens Engbersen hoort de overheid ook steungroepen in te schakelen om afgewezen vluchtelingen ervan te doordringen dat een bestaan als illegaal uitzichtloos is. “Ze moeten vervolgens beter worden begeleid bij hun vertrek”, aldus de socioloog, die steungroepen zo tot onderdeel van de deportatiemachine wil maken.(6) Helaas is VluchtelingenWerk-directeur Edwin Huizing het met de onderzoekers eens. Als het terugkeerbeleid “effectiever” wordt, “is het risico tot een vergrijp een stuk kleiner”.(7) Het is te gek voor woorden dat een organisatie die vluchtelingen zegt te ondersteunen, na het schrikbewind van minister Verdonk in het openbaar durft te roepen om een uitzettingsbeleid dat nog “effectiever” zou moeten worden dan het al is. In plaats daarvan zou gestreden moeten worden voor verblijfsvergunningen voor alle vluchtelingen.

Noten

Terug