De Fabel van de illegaal 97/98, winter 2009
Auteur: Harry Westerink
Illegale arbeiders bij de achterdeur opgewacht
De Arbeidsinspectie heeft in 2007 bij minder bedrijven illegale arbeiders aangetroffen dan in voorgaande jaren. Volgens de inspecteurs komt dat door hun voortvarende aanpak, waar ze flink trots op zijn.
(Foto: Ellen de Waard)
Een verdwenen krantenbezorger Najaar 2008, half vijf ‘s morgens in een Zuid-Hollandse stad. In alle vroegte vallen de Arbeidsinspectie en de vreemdelingenpolitie binnen bij een krantendepot, op zoek naar illegale arbeiders. “Wij willen uw administratie zien”, zeggen ze tegen de depothouder. Die maakt al jarenlang mee dat de politie in de maanden november en december komt “controleren” of hij illegalen in dienst heeft. Krantenbezorger Mathieu vlucht in blinde paniek weg, maar wordt aangehouden en afgevoerd naar een politiebureau en later naar een illegalengevangenis. Gelukkig zijn de andere illegale bezorgers die morgen hun kranten nog niet komen ophalen. Maar misschien lukt het de politie een volgende keer wel om hen op te pakken. De depothouder is teleurgesteld over de inval. Hij kan illegale arbeiders namelijk goed gebruiken, want de meeste anderen hebben niet zo’n zin meer in een baantje dat bar slecht verdient. “Ik kies ervoor om niet meer te weten of mijn personeel verblijfsrecht heeft”, erkent hij later. Hij kan en wil niet nagaan of de aan hem getoonde verblijfspapieren van zijn bezorgers vals zijn. Hij heeft gewoon bezorgers nodig, of ze nu illegaal zijn of niet. Die dag krijgen de wijkbewoners hun krant niet bezorgd. Hun “krantenjongen” Mathieu zit opgesloten en dreigt te worden uitgezet naar Afrika. Hij was erg geliefd in de wijk vol gegoede middenklasseburgers, waar hij ook ’s middags de krant bezorgde. Iedereen kende hem. Hij maakte een vriendelijke en zelfbewuste indruk. Sommige buurtbewoners stopten hem wel eens wat toe. Ze hadden wel het vermoeden dat er iets met hem aan de hand was, dat hij misschien illegaal was. Maar daar spraken ze niet over. Ze gaven hem soms appels. “Om appelmoes van te maken”, legden ze hem uit. “Appelmoes, wat is dat?”, vroeg hij later aan zijn Nederlandse vriendin Margriet. Ook gaf men hem stoofperen, kleding of andere cadeautjes. Aan het eind van het jaar kreeg hij vaak chocoladeletters of een Sinterklaas-surprise, met een gedicht erbij. Als hij de krant kwam brengen, dan riepen kinderen soms door de brievenbus: “Hallo, Mathieu!”. En dan groette hij hen enthousiast terug. Margriet had al vaker gehoord dat de politie in de buurt van het depot regelmatig bezorgers met een zwarte huidskleur staande hield en de witte bezorgers liet doorfietsen. Ze had Mathieu gewaarschuwd dat hij voorzichtig moest zijn. Dat wist hij natuurlijk wel. Maar om een beetje geld te verdienen moest hij het risico van een razzia op de koop toe nemen. Sommige illegale collega’s van hem gingen in november vaak een paar weken niet naar hun werk. Want ze verwachtten dat de politie rond die tijd weer een inval zou doen. Maar lang konden ze zich niet gedeisd houden, want dan hadden ze geen geld meer om van te leven. “Ik heb de indruk dat de vreemdelingenpolitie aan het eind van het jaar nog wat meer op mensen gaat jagen om zo het afgesproken quotum van jaarlijks op te pakken illegalen te kunnen halen. Halen ze het quotum niet, dan krijgen ze minder geld”, aldus Margriet. Onlangs vertelde een buurtbewoonster haar dat ze Mathieu had gemeld dat er binnenkort waarschijnlijk weer een inval op zijn werkplek was te verwachten. De vrouw werkt bij de uitkeringsinstantie UWV, die ook betrokken is bij dit soort “controles”. Ze was vaag op de hoogte van voorgenomen nieuwe invallen, maar wist niet precies op welke dagen en tijden. Inmiddels heeft Margriet voldoende maandinkomen om voor Mathieu afhankelijk verblijfsrecht op grond van gezinsvorming te kunnen regelen. Maar dat vormt voor de overheid geen reden om hem vrij te laten. Ze bezoekt hem elke week in de illegalengevangenis. En ze heeft diverse buurtbewoners gevraagd om hem eens een brief of kaartje te sturen. December is toch bij uitstek de maand om een beetje geld aan goede doelen te geven en om eens aan de eenzame medemens te denken. Maar zo ver gaat hun betrokkenheid nu ook weer niet. Het oppakken en afvoeren van Mathieu veroorzaakte even een kleine rimpeling in de zo vredige en in de zon glinsterende vijver van hun middenklasseleven. Maar daarna gaat men weer over tot de orde van de dag. Mathieu en Margriet zijn schuilnamen. Harry Westerink
|