Actie dienstweigervluchtelingen, 3 september 2001

Auteurs: Turan Aswan, Guido van Leemput en Eric Krebbers


Dienstweigervluchtelingen eisen rapport op

Op 3 september 2001 om 14:00 uur willen de Turks-Koerdische dienstweigervluchtelingen en hun sympathisanten bij het ministerie van Justitie aan de Schedelsdoekshaven 100 in Den Haag het rapport ophalen over het onderzoek naar de dood van Savas Çiçek. De dienstweigervluchteling Çiçek heeft in juli/augustus 1999 onder nog opgehelderde omstandigheden de dood gevonden in het Turkse leger, nadat hij door de Nederlandse Justitie uitgezet was.

Voor korte tijd stelde Justitie daarop een uitzettingsstop in, die echter in december 1999 al weer herroepen werd. De toenmalige staatssecretaris Cohen beloofde aan de Tweede Kamer wel een zelfstandig Nederlands onderzoek naar de doodsoorzaak van Çiçek. Inmiddels zijn we twee jaar verder en is van dat onderzoek nog niets vernomen.

De leden van de Turks-Koerdische dienstweigerorganisatie Askere Gitme! (Ga niet in het leger!) zijn het wachten beu en willen voorkomen dat de zaak in de doofpot verdwijnt. Ze vrezen bij een eventuele uitzetting door hetzelfde lot getroffen te worden als Savas. Daarom gaan ze, samen met familieleden van Çiçek, en gesteund door het Studiecentrum Turkije en De Fabel van de illegaal, aankloppen bij het ministerie van Justitie om zo de druk op te voeren om nu eindelijk eens met resultaten te komen. De actie is onderdeel van de campagne voor politiek asiel voor dienstweigervluchtelingen.

Doe mee! Er wordt voorverzameld vanaf 12:00 uur in het kantoor van Askere Gitme! aan de Houtzagerssingel 30 in Den Haag. Maar je kunt je natuurlijk ook aansluiten om 14:00 uur bij de ingang van het ministerie (vlak bij het Haagse centraal station).

Wil je meer informatie over actie? Bel 070-384045 (Askere Gitme), 020-6931757 (Studiecentrum Turkije) of 071-5127619 (De Fabel van de illegaal).

Voor meer informatie over de situatie van de Turks-Koerdische dienstweigeraars in het algemeen en over de vereniging Askere Gitme zie "Niet meer terug naar de hel van het Turkse leger". Voor de achtergronden van de zaak Çiçek zie het artikel hieronder.


De dood van Savas Çiçek en de Nederlandse doofpot

Twee jaar na de dood van de Koerdische dienstweigeraar Savas Çiçek heeft de Nederlandse regering haar beloofde onderzoeksrapport nog steeds niet uitgebracht. Om te voorkomen dat de zaak definitief in de doofpot gaat zal Askere Gitme! op maandag 3 september 2001 het rapport bij het ministerie van Justitie ophalen. Een overzicht van wat vooraf ging.

In de zomer van 1999 werd bekend dat zeker twee uit Nederland uitgewezen Turks-Koerdische vluchtelingen de dood hebben gevonden in het Turkse leger. Daarbij bestonden er sterke aanwijzingen dat de officiële doodsoorzaak "zelfmoord" niet met de feiten overeenstemde. De Nederlandse regering beloofde een onderzoek in te stellen. In afwachting daarvan werd de uitzetting van uitgeprocedeerde Turks-Koerdische vluchtelingen stopgezet.

Op 8 december 1999 maakte staatssecretaris Cohen bekend dat in het geval van één van de twee, Suleyman Aksoy, inderdaad sprake was van zelfmoord. De Nederlandse regering besloot daarom de tijdelijke stop op het uitzetten van Turkse en Koerdische dienstweigeraars ongedaan te maken. De Tweede Kamer steunde deze beslissing. In de Tweede Kamer-bijeenkomst van 16 december 1999 bleek dat het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken niet bij naam genoemde mensenrechtenorganisaties in Turkije had geraadpleegd. Deze organisaties zouden net als een vertrouwensarts de zelfmoord van Aksoy bevestigd hebben.

Naar aanleiding daarvan besloot het Studiecentrum Turkije navraag te doen bij mensenrechtenorganisaties in Turkije en nabestaanden van de twee slachtoffers. Daaruit bleek dat de bekende mensenrechtenstichting TIHV door de Nederlandse ambassade in Ankara gepolst was, maar dat geen feitelijk onderzoek was gedaan in de zaak Aksoy zoals wel door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken gesteld werd. De TIHV is de Turkse mensenrechtenstichting die bekend staat om haar documentatiewerk en klinieken voor de slachtoffers van martelingen. De TIHV bleek teleurgesteld te zijn over het feit dat het ministerie de consultatie gebruikt heeft om het Nederlandse beleid in deze te verdedigen.

Navraag bij familieleden leidde tot de conclusie dat de ouders van beide slachtoffers grote twijfels en vele vragen hebben bij de officiële doodsoorzaak "zelfmoord". Zij gaan er vanuit dat hun zonen als gevolg van geweld van anderen om het leven zijn gekomen.

Inzage dossier

Zoals gesteld, had de Tweede Kamer in december 1999 zich al over de zaak van Çiçek en Aksoy gebogen en geconstateerd dat Aksoy zelfmoord had gepleegd. De Kamer had daarom geconcludeerd dat de tot dan toe opgeschorte uitzetting van Koerden naar Turkije kon worden hervat. De oppositie was echter niet overtuigd van deze lezing, en verzocht toen, in december 1999, om vertrouwelijke inzage in het dossier van Aksoy. Dat werd door de regering geweigerd. De regering voerde aan dat zij zo de Turkse mensenrechtenorganisaties wilde beschermen.

In maart 2000 bezocht het bekende staflid van de IHD-Istanboel Eren Keskin Nederland. Zij legde een op video opgenomen verklaring af, waarin zij haar twijfels uitte over de doodsoorzaak van Suleyman Aksoy en Savas Çiçek en de gang van zaken na de dood van Aksoy.

De zaak Aksoy

Op donderdagochtend 22 juni 2000 bezocht Ali Aksoy, de vader van Suleyman, de vaste Kamercommissie voor Justitie. Ali Aksoy vertelde dat, in tegenstelling tot de officiële melding van december 1999, hij niet was benaderd door de Nederlandse autoriteiten om zijn visie op de dood van zijn zoon te geven. Hij klaagde over de slechte communicatie tussen de Nederlandse ambassade en de IHD. Voorts verklaarde Aksoy te willen weten wie de handtekening van zijn zoon had vervalst onder een verklaring waarin Suleyman medewerking aan zijn uitzetting uit Nederland zou hebben gegeven. Suleyman had zijn ouders laten weten zich slecht door Nederland behandeld te hebben gevoeld.

Een officieel autopsierapport is nooit opgesteld. Er is slechts een overlijdensverklaring en Aksoy senior was te verstaan gegeven dat hij de kist met het lichaam van zijn zoon niet mocht openen. Met de familie bijeengekomen in een alevitisch gebedshuis in hun woonplaats Istanboel besloot hij de kist toch te openen. Toen die gedeeltelijk open was, en alleen nog het verminkte gezicht te zien was, kreeg hij spijt en besloot de kist weer te sluiten. De verwondingen aan de rest van het lichaam heeft hij nooit gezien. Desondanks leeft bij Aksoy senior sterk de indruk dat de verwondingen veroorzaakt zijn door mishandeling.

Voorts heeft hij grote twijfels bij de toedracht van de dood van zijn zoon. Suleyman Aksoy verbleef in een kazerne op het terrein van het militair hospitaal GATA in Ankara. In de nacht van zijn dood (12 of 16 juli 1999) zou hij in pyjama zijn bed hebben verlaten om naar een hoge brug op het terrein te lopen om daar vervolgens vanaf te springen. Aksoy senior verwondert zich over het feit dat zijn zoon de kamerwacht, de etagewacht, en de gebouwenwacht heeft kunnen passeren zonder gezien te worden. In het bijzijn van de Kamerleden sprak Aksoy zijn ongeloof uit over de zelfmoordversie van de dood van zijn zoon en stelde hij Nederland medeverantwoordelijk voor zijn dood.

Aksoy had eerder geen officieel onderzoek gevraagd omdat een tweede zoon nog dienst deed. Op het moment dat deze zoon was afgezwaaid was de termijn om officieel onderzoek te laten doen verlopen.

Spoeddebat

Op woensdagavond 28 juni 2000 werd een spoeddebat van de vaste Kamercommissie van Justitie gehouden. De oppositie wilde met de staatssecretaris van Justitie Cohen van gedachten te wisselen over de nieuwe feiten die door de heer Aksoy en de Turkse mensenrechtenvertegenwoordigers waren aangedragen.

GroenLinks, de SP en D66 wilden opnieuw overgaan tot het opschorten van de uitzetting van Koerden naar Turkije. CDA en VVD waren daarmee niet akkoord en daarmee kwam de sleutel in handen van PvdA-woordvoerder Middel. Middel wenste in tegenstelling tot in december 1999 nu inzage in het persoonlijk dossier van Aksoy junior om te kunnen bepalen hoe de Nederlandse autoriteiten het onderzoek naar zijn dood hadden uitgevoerd.

Staatssecretaris Cohen was bereid "bij hoge uitzondering" en onder strikte geheimhouding aan de Kamercommissieleden inzage te verlenen in het dossier van Aksoy junior. Tot andere maatregelen wilde hij niet overgaan. Dat was voldoende voor Kamerlid Middel om zijn steun in te trekken aan de aangekondigde motie van GroenLinks over opschorting van de uitzettingen. Voorts werd naar aanleiding van het bezoek van de vader van Aksoy een nieuw ambtsbericht over de dienstplicht in Turkije uitgebracht door het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Bezoek van de heer Çiçek

Onverwacht kreeg de vader van Savas Çiçek, de heer Suleyman Çiçek, alsnog een paspoort van de Turkse autoriteiten, waarna hij op 29 juni 2000 in Nederland arriveerde. Dat was de laatste dag van het parlementaire seizoen. Çiçek senior vertelde dat het volgens hem technisch onmogelijk was dat zijn zoon Savas zichzelf met een G-3 geweer gedood zou hebben, zoals de officiële lezing luidt. De afstand van de trekker van het geweer tot het eind van de loop is 64 centimeter, de arm van zijn zoon maar 62 centimeter. Voorts werd er een kogelhuls teruggevonden op 20 meter afstand, terwijl de huls van een G-3 geweer normaal gesproken slechts enkele meters wegspringt. Dat waren enkele van de ongerijmdheden die hij had geconstateerd naar aanleiding het autopsierapport. Voorts bleken er pagina's uit Savas dagboek te zijn gescheurd toen het werd bezorgd bij zijn ouders. Vader Çiçek is inmiddels ook telefonisch anoniem met de dood bedreigd. De heer Çiçek sprak diezelfde avond nog uitvoerig met de Volkskrant en in de dagen daarna volgde een radio-uitzending van de VPRO, een groot artikel in Vrij Nederland, en een uitzending in NOVA op 5 juli.

In december 2000 maakte de regering de resultaten van haar onderzoek bekend. Suleyman Aksoy zou zelfmoord hebben gepleegd. Het onderzoek naar de dood van Savas Çiçek was nog niet afgesloten. Zijn vader en zijn nog dienstplichtige broer verblijven inmiddels als asielzoeker in Nederland. Bij terugkeer in Turkije stonden zij bloot aan bedreigingen. Daarop zijn ze in de winter van 2000/2001 naar Nederland gekomen.

Suleyman Çiçek nam het officiële rapport van de Turkse autoriteiten over de dood van zijn zoon mee. Dit stuk is door de VPRO-televisie in het Nederlands vertaald en aan twee deskundigen voorgelegd. De oud-politiecommissaris van Rotterdam Blaauw en de patholoog-anatoom Barend Cohen verklaarden op 4 maart 2001 in het programma "7 dagen" dat ze op basis van de gegevens in het rapport niet konden concluderen dat Savas Çiçek zelfmoord heeft gepleegd.

Nog steeds wachten de familieleden en andere dienstweigeraars uit Turkije in Nederland op het onderzoeksrapport van de Nederlandse regering. Op 15 mei 2001, Internationale Dienstweigerdag, voerden leden van Askere Gitme! actie op de publieke tribune van de Tweede Kamer onder het motto: "Wat is er met Savas Çiçek gebeurd?". Op 16 mei 2001 beloofde staatssecretaris van Justitie Kalsbeek daarop dat zij werk zou maken van het Nederlandse rapport over de dood van Savas Çiçek.

Guido van Leemput
coördinator Studiecentrum Turkije

Terug