De Fabel van de illegaal 73, najaar 2005

Auteur: Eric Krebbers


Van primitivisme naar de linkse revolutie?

Het primitivisme van de activisten rond GroenFront! is niet bepaald progressief of links. Maar nu lijkt deze radicale tak van de milieubeweging langzaam toch wat naar links op te schuiven. Die indruk wekt althans het eind maart 2005 verschenen boek "Weg met het Empire! Laat de lente komen!". Daarin wordt een strategie geschetst voor de beweging. De milieu-activisten willen nu een libertaire revolutie, en migranten hebben daar volgens hen een belangrijke rol in als onderdeel van "de overgangsklasse".

"Weg met het Empire!" is geschreven door een van de oprichters van het Britse EarthFirst! (EF!). Het bevat een evaluatie van 10 jaar milieustrijd, gevolgd door een strategiestuk met daarin vier grote taken. Het eindigt met een stukje over de geschiedenis van GroenFront! (GF!). Het boek wordt in Nederland gepromoot door activisten van GF!. Dat werd in 1996 opgericht naar het voorbeeld van EF!

De Britse milieu-activisten werden op hun beurt weer geïnspireerd door het Amerikaanse EF!. Die activisten voeren al vanaf de jaren 80 actie om oerbossen te beschermen, onder meer door de machinerie van houtkappers te vernielen. Dat zette begin jaren 90 Britse activisten aan om in verzet te komen tegen onder andere de aanleg van nieuwe wegen. Boomhutten en gekraakte panden werden verdedigd om oprukkende wegenbouwers af te stoppen. Ook werden regelmatig graafmachines gesaboteerd. De Britse EF!-activisten onderhielden contacten met de Mexicaanse Zapatistas en stonden met enkele andere groepen aan de wieg van de anti-globaliseringsbeweging.(1) Helaas werd ook de primitivistische ideologie van de Amerikaanse voorgangers grotendeels overgenomen. Primitivisten keren zich tegen elke technologie, beschaving en vooruitgang. Ze willen "terug naar de natuur" en gaan leven zoals ze denken dat onze voorouders dat in de oertijd deden.(2)

Strategie

Radicaal-linkse activisten denken tegenwoordig vrijwel uitsluitend nog defensief. Hoe te voorkomen dat de situatie nog slechter wordt? Uitgebreide strategische beschouwingen zijn een zeldzaamheid geworden in deze rechtse tijden. Wie durft nog te pleiten voor een revolutie? Wie denkt nog hardop na over de stappen die linkse activisten zouden kunnen zetten om zo'n fundamentele omwenteling dichterbij te brengen? Serieus wordt men dan in ieder geval nauwelijks nog genomen. Het vereist dus moed om grote plannen te maken en grote woorden te gebruiken. Men maakt zich dan kwetsbaar voor kritiek. "Weg met het Empire!" is daarom een dapper boek. Er is inhoudelijk veel op aan te merken, maar het is toch stimulerend om te lezen. En het biedt radicaal-linkse groepen en individuen de gelegenheid tot het formuleren van de eigen positie.(3) Dit soort boeken zet aan tot de uiteindelijk belangrijkste discussies voor links: over waar we heen willen en hoe we daar gaan proberen te komen.

De tekst van "Weg met het Empire!" werd voor het eerst gepubliceerd in het EF!-blad met de veelzeggende titel "Do or die" ("Doen of doodgaan").(4) EF! en GF! zijn voornamelijk bewegingen van do-it-yourself activisten. Ze voelen zich autonoom en hun acties stralen energie uit. Die kunnen daardoor erg wervend zijn. Gewoonlijk houden ze echter niet erg van theoretiseren, met als risico dat strategieën niet snel aangepast zullen worden en eventuele niet zo progressieve ideeën er kunnen blijven rondzingen. "Weg met het Empire!" laat nu zien dat EF! en GF! momenteel inhoudelijk wel degelijk een progressieve ontwikkeling doormaken. Men heeft ver over de rand van het eigen wereldbeeld gekeken, andere ervaringen en ideologieën bestudeerd en elementen daarvan geprobeerd in te passen in de eigen analyse. Dat ziet men niet vaak in sociale bewegingen. Het logische gevolg is echter een intern vaak nog bijzonder tegenstrijdig verhaal. De oude oerconservatieve primitivistische ideeën laten zich nu eenmaal moeilijk mixen met de nieuwe veel progressievere opvattingen. Om uiteindelijk tot een werkelijk zinvolle strategie te komen zal men eerst het primitivisme werkelijk fundamenteel ter discussie moeten stellen. Dat blijkt nauwelijks nog gebeurd.

Primitivisme

Men lijkt geen kennis genomen te hebben van de vele kritieken die er de afgelopen 20 jaar geleverd zijn op het primitivisme. Zo worden nog steeds patriarchale begrippen als "Moeder Aarde" gebruikt die vrouwen vastpinnen op hun vermeende natuur. Sowieso besteedt men nog steeds nauwelijks aandacht aan vrouwenonderdrukking in de samenleving. Macho is ook het voortdurende ageren tegen elke vorm van techniek. EF! weigert namelijk nog steeds een onderscheid te maken tussen onderdrukkende en bevrijdende technologie. Het pleiten voor de afschaffing van elke vorm van technologie betekent in de praktijk pleiten voor een onmenselijk hard leven of zelfs de dood voor heel veel minder sterke en van techniek afhankelijke mensen.

De primitivisten keren zich ook tegen "de beschaving", niet alleen tegen de industriële variant daarvan, maar tegen elke vorm van beschaving. Dat klinkt bijna alsof men van de mensheid af wil, want waar mensen bij elkaar zijn ontstaat automatisch een beschaving, een cultuur. Aan de andere kant pleit "Weg met het Empire!" wel weer voor een politieke "tegencultuur". Zulke tegenstrijdigheden zijn typisch voor het boek. Heel slordig gebruikt de auteur ook allerlei begrippen zonder echt duidelijk te maken wat hij er nu precies mee bedoelt. Daarnaast worden modieuze begrippen van andere bewegingen geleend en compleet anders ingevuld, zoals onder meer "empire", "multitude" en "autonome zones". Zo doet hij voorkomen alsof het pas zeer recent door Toni Negri ontwikkelde begrip "Empire" precies zo gebruikt werd door de Amerikaanse stadsguerrilla Weather Underground uit de jaren 70.

Christenfundamentalisme

Een verdienste van de radicale milieu-activisten is dat ze proberen de natuurvernietiging bovenaan de linkse politieke agenda te zetten. Nog steeds lijken ook veel linkse activisten ervan uit te gaan dat het uiteindelijk allemaal wel los zal lopen. Maar het valt niet meer te ontkennen dat de olie- en gasvoorraden nu snel opraken, dat complete ecosystemen vernietigd worden, dat ontelbare dier- en plantensoorten uitsterven en dat het klimaat dramatisch verandert. Redden wat er te redden valt is volgens "Weg met het Empire!" een van de vier belangrijkste opgaven van de radicale milieubeweging. "Als krijgers voor Moeder Aarde moeten haar belangen altijd voorop worden gesteld", schrijft de auteur in zijn soms wat avonturenboek-achtige stijl met een vleugje racisme. Hij wil "de laatste ongetemde wildernissen" redden en "wilde volkeren" steunen omdat hun overlevingskennis na "de ineenstorting van de industriemaatschappij" hard nodig zou zijn. Want die zal zeker komen, zo meent hij.

Als leus is "do or die" behalve tamelijk macho ook vooral bangmakend. Maar het oproepen van angst is geen manier van mobiliseren die mensen sterker maakt, sterk genoeg om fundamentele veranderingen door te voeren. De gedachte achter de leus doet eerder denken aan het christenfundamentalistische gedachtegoed. In "Weg met het Empire!" wordt namelijk beschreven hoe "de ineenstorting van de industriemaatschappij" gepaard zal gaan met een grote burgeroorlog om de resterende voorraden. Daarbij gebruikt de auteur zelfs christenfundamentalistische begrippen als "de apocalyps" en "het einde der dagen". Na die oorlog zouden de overlevenden allemaal gedwongen zijn om primitief te leven, precies zoals in de wensdromen van de survivallisten van het EF!. Het is echter niet zo heel waarschijnlijk dat de ecologische problemen het staatsgezag zo makkelijk zullen ondermijnen. Het ligt veel meer voor de hand dat het kapitalisme de beperkte voorraden gewoon op de gebruikelijke manier zal toewijzen aan de hogere klassen.

Parasieten

Het boek levert zelf overigens ook enige terechte kritiek op de radicale milieubeweging. Het is volgens de auteur inmiddels gelukkig afgelopen met het dwangmatige pacifisme van de beweging, en activisten moeten zich gaan realiseren dat symbolische acties met spandoeken en sambabands meestal geen serieuze stap vormen in de richting van de revolutie. De beweging zou beter georganiseerd moeten worden en ook vindt hij dat er in de beweging meer ruimte moet komen voor andere generaties, voor ouderen en kinderen.

De auteur is fel tegen het communisme. In zijn ogen heeft het nooit iets positiefs voortgebracht. Hij gooit het communisme zelfs op een hoop met het fascisme. "Socialisten van het type Lenin en Hitler" zijn "parasieten", meent hij. Dat hij zo zelf in nazistische beeldspraak vervalt, ontgaat hem kennelijk. Volgens de nazi's parasiteerden "de joden" op "het Duitse volkslichaam". Hitler noemde joden ook vaak parasieten. Daarbij is de gelijkstelling van het communisme met het fascisme volkomen onterecht, a-historisch en speelt het nationalisten in de kaart die het fascisme willen rehabiliteren.(5) Het is enigszins ironisch dat juist veel van de nieuwe progressieve ideeën die de auteur in de radicale milieubeweging ziet opkomen en die hij enthousiast omhelst, direct afkomstig zijn uit de ideologie en praktijk van autonome en communistische bewegingen. Zonder dat hij het zelf lijkt te beseffen, worden zijn radicale milieu-activisten dus langzaam aan wat communistisch.

Migratie

Veel EF!-activisten hebben helaas een te romantisch beeld van het leven in een boerendorp. Ze verlangen naar sterke sociale banden, eerlijk werk en onderlinge hulp. Vergeten worden de vaak onontkoombare sociale controle en de patriarchale traditionele verhoudingen. Toch hebben ze wel gelijk als ze stellen dat het kapitalisme mensen al eeuwenlang van hun land verjaagt naar de steden, naar de kerngebieden van het kapitalisme. Daar worden deze migranten en andere gemarginaliseerden - de auteur spreekt van een overgangsklasse - generatie na generatie gedisciplineerd tot arbeidersklasse. Vanzelfsprekend roept deze bevolkingspolitiek veel weerstand op en het is dan ook de overgangsklasse die de stuwende kracht vormde bij alle grote Europese revoluties van 1848 tot 1936.

Terecht stelt de auteur dus dat niet zozeer de eenmaal getemde arbeidersklasse potentieel revolutionair is, zoals de communisten wel beweren, maar juist die overgangsklasse op het moment dat die tot loonslavernij gedrild wordt. De migranten en hun kinderen kunnen zich nog een andere wereld voorstellen. Ze zijn vanzelfsprekend blij met de vrijheid van de stad, maar verzetten zich tegen de fabriek die hen aan machines koppelt en hen zo de autonomie weer afneemt. Dus wanneer de auteur zegt arbeid te willen afschaffen, dan heeft hij het niet over het afschaffen van werk op zich, maar over het beëindigen van de loonslavernij. Een goede analyse, met een hoofdrol voor migranten en andere gemarginaliseerden. Jammer dat de auteur er in zijn boek geen probleem van maakt dat de radicale milieubeweging vrijwel volkomen wit is.

"Onze verantwoordelijkheid aan welk (r)evolutionair proces dan ook ligt niet in het tot stand brengen van de revolutie, maar in het ontwikkelen van culturen die revolutionairen kunnen voortbrengen", aldus de auteur. Hij stelt terecht dat de beweging alles op alles moet zetten om het libertaire gedachtegoed te verspreiden en fascisme te bestrijden, zodat in een toekomstige revolutionaire situatie de mensen niet automatisch kiezen voor de autoritaire en extreem-rechtse oplossingen die er eeuwenlang ingestampt zijn. Helaas benadrukt hij daarbij vooral het stichten van gemeenschappen op het land en sociale centra in de steden. Dat blijken in de huidige praktijk juist vaak plekken waar activisten zich samen proberen terug te trekken uit de samenleving die ze zouden moeten beïnvloeden. Maar mocht het links ooit lukken om een sterke tegenmacht vormen, zo stelt de auteur, dan moeten we voorbereid zijn op een gewelddadige contra-revolutie. Het is daarom belangrijk om nu al de denkwijzen van militaire plannenmakers te bestuderen, en om zelf bekend te raken met militante acties en zelfs met wapens.

Anti-imperialisme

De radicale milieubeweging moet ook bevrijdingsbewegingen blijven steunen in "de meerderheidswereld", zoals hij de niet-westerse wereld noemt. Daarbij moet hij terecht niets hebben van communisten, nationalisten en religieuze fanaten die bevrijdingsbewegingen overnemen en uit laten monden in dictaturen. ""Anti-imperialistische eenheid" mag dan in eerste instantie aantrekkelijk lijken, in de praktijk slaat het vaak nergens op en kan het betekenen dat je je 'verenigt' met de priesters van nieuwe imperialismen", zo schrijft hij. "Het steunen van organisaties die in hun thuisland lijnrecht tegenover libertaire tendensen staan (om over de belangen van mens en planeet maar te zwijgen!) is nog erger dan niets doen."

Uitgebreid gaat hij in op wat westerse activisten zouden kunnen bijdragen wanneer ze uitgenodigd worden door bewegingen in de meerderheidswereld. Maar hij werkt ook een hele reeks goede tips uit voor praktische solidariteitsacties hier, zoals het sturen van geld voor gezondheidszorg, vluchtelingen, gevangenen en propaganda. Zelfs relatief kleine bedragen kunnen daar soms het verschil maken. Maar de beste steun aan bevrijdingsbewegingen is het ontketenen van een opstand in de kerngebieden van het kapitalisme, zo schrijft hij terecht. Of het daadwerkelijk saboteren en stilleggen van militaire en industriële doelen die een rol spelen in koloniale onderdrukking en uitbuiting, zoals de stadsguerrilla's van de Duitse RAF en de Amerikaanse Weathermen dat deden in de jaren 70.

Met "Weg met het empire!" zet de radicale milieubeweging een flinke stap in progressieve richting. GF! organiseert discussies rond het boek. Hopelijk besluit men daar verder te gaan op de nu ingeslagen weg.

"Weg met het Empire. Laat de lente komen!", EarthFirst!. Uitgeverij: Baalproducties, € 10,00. ISBN: 9075825285.

Noten

Terug