De Fabel van de illegaal 76, mei/juni 2006

Auteur: Harry Westerink


PICUM-tips voor strijd van illegale arbeiders soms te naïef

Met het rapport "Tien manieren om ongedocumenteerde arbeidsmigranten te beschermen" wil PICUM bijdragen aan de strijd van arbeiders zonder papieren in Europa. Het rapport bevat daartoe bruikbare actietips en inspirerende voorbeelden uit de praktijk van steungroepen en zelforganisaties van illegalen. Toch vertrouwt PICUM te veel op de goede wil van overheidsinstellingen, bazen en vakbonden.


Uitzendbureau voor Poolse arbeidsmigranten (foto Pauline Krebbers)
Het Platform voor Internationale Samenwerking over Migranten zonder Verblijfsvergunning (PICUM) (1) is een netwerk van organisaties die illegale migranten en vluchtelingen steunen. Die organisaties merken al jaren dat illegalen enerzijds worden uitgesloten en opgejaagd, terwijl ze anderzijds toch ook weer zijn gewenst om als spotgoedkope arbeider genadeloos te worden uitgebuit. Volgens PICUM zouden ook voor hen de mensenrechten moeten gelden, zoals het recht op gezondheidszorg, op vereniging, op eerlijke arbeidsomstandigheden, op onderwijs, op veiligheid, op onderdak, op familieleven, op geestelijke en lichamelijke integriteit, en op gelijkheid voor de wet. De voortdurende verslechtering van hun positie gaat iedereen aan, omdat alle arbeiders onder druk staan van de toenemende privatisering en flexibilisering. Arbeidsmigranten met en zonder papieren komen daarbij veelal als eerste groepen aan de beurt. Die "zijn vaak de proeftuin geweest voor diepgaande herstructurering" van de economie, aldus PICUM. "Alle tegenwoordige trends van tijdelijk werk, precaire contracten, subcontracten, flexibele werkschema's, afhankelijkheid van arbeiders van hun bazen, en onbetaalde arbeiders zijn eerst allemaal uitgeprobeerd bij buitenlandse arbeiders."

Aanbevelingen

Het rapport komt met 10 aanbevelingen om arbeiders zonder papieren te steunen. Men kan bijvoorbeeld werken aan het maatschappelijke bewustzijn van hun mensonwaardige positie. Centraal daarbij staat dat het geen profiteurs zijn, maar arbeiders die een belangrijke bijdrage leveren. Een bekend voorbeeld in Nederland vormt de jarenlange campagne van de "witte" illegale arbeidsmigranten,(2) hoewel PICUM die niet noemt. Wel vermeldt men de inspirerende Zwitserse campagne "Sans nous rien ne va plus" ("Zonder ons werkt er niets"), waaraan zo'n 75 organisaties deelnamen. "De regering heeft steeds een populistische campagne gevoerd tegen migranten zonder papieren, alsof wij de oorzaak waren van werkloosheid, misdaden en criminalisering. In werkelijkheid is het belangrijk om autochtone arbeiders ervan bewust te maken dat zij nooit een fatsoenlijk loon zullen verdienen zo lang wij arbeiders zonder papieren voor minder werken onder deze omstandigheden", aldus de voorzitter van het Collectif des Travailleurs et des Travailleuses sans Statut légal, een zelforganisatie van illegale arbeiders.

PICUM laat zien dat zulke pr-campagnes helaas ook aandacht en weerstand kunnen oproepen van de overheid en rechtse groepen. "Toen onze organisatie begon", legt een activiste van de Amerikaanse steungroep Workplace Project uit, "zou je kunnen zeggen dat Latijns-Amerikaanse migranten nogal onzichtbaar waren. Ik denk dat je dat nu moeilijk meer kunt zeggen. Maar tegelijk begonnen anti-migratiegroepen druk uit te oefenen op wetgevers en ambtenaren, dus met de grotere zichtbaarheid is er ook meer tegenwerking gekomen."

Onderzoek

Maar met die waarschuwing houdt PICUM bij een andere aanbeveling zelf helaas te weinig rekening. Men pleit namelijk ook voor het verzamelen van gegevens over illegale arbeiders om zo politici en bestuurders beter op de hoogte te kunnen brengen. Die zouden te weinig weten over de zware leef- en werkomstandigheden van illegalen. Maar zeker in Nederland zijn ze vaak wel degelijk goed geïnformeerd, ook al omdat men wetenschappers als Engbersen (3) en Van Kalmthout (4) aan de lopende band onderzoek laat doen naar de leefwereld van illegalen. Zoals helaas vaker voorkomt bij illegalenondersteuners, lijkt ook PICUM te geloven dat meer informatie de positie van mensen zonder papieren zal verbeteren. In werkelijkheid blijkt dat hoe meer beleidsmakers weten over illegalen, hoe meer de jacht op hen geïntensiveerd kan en zal worden. Volgens PICUM kan het beleid door een gebrek aan informatie niet "effectief" zijn. Maar steungroepen moeten niet streven naar het "effectiever" maken van beleid, want dat betekent alleen maar meer opsporing, opsluiting en uitzetting van illegalen. Het beleid moet daarentegen rechtvaardiger worden.

Toch benoemt PICUM ook wel wat knelpunten bij de eigen tip om meer informatie over illegalen te verzamelen. "Maar toegang krijgen tot een representatieve groep van ongedocumenteerde arbeiders was niet altijd makkelijk. Samenwerking met bijvoorbeeld ongedocumenteerde Bulgaarse arbeiders - die in Den Haag talrijk zijn - was moeilijk te verkrijgen. Er zijn grootscheepse politierazzia's tegen deze arbeiders geweest en velen dachten dat daarbij de publiciteit een rol had gespeeld die was voortgekomen uit een voorafgaand onderzoek naar ongedocumenteerde Bulgaarse arbeiders. Deze moeilijkheden illustreren enkele van de uitdagingen waarmee organisaties te maken krijgen die met ongedocumenteerde respondenten werken in het kader van een kwalitatief onderzoeksproject." In plaats van nogal luchthartig te spreken over "uitdagingen", zou PICUM de ervaringen van de Bulgaarse arbeiders meer ter harte moeten nemen en niet langer meer zo warm moeten lopen voor onderzoeken die bedoeld of onbedoeld de overlevingskansen van illegale arbeiders nog verder ondergraven.

Het minst geslaagd is PICUM's pleidooi om samen te werken met werkgevers en overheidsinstellingen als de Arbeidsinspectie. "Wanneer een ongedocumenteerde arbeider of een advocaat contact opneemt met de arbeidsinspectie om misbruik of uitbuiting door te geven, dan moeten ze de geruststelling hebben dat de inspecteur de illegale status van de arbeider niet doorgeeft aan de immigratiedienst." Maar dat gebeurt in Nederland juist wel, zoals ook Dunya Advies-onderzoeker Dirk Kloosterboer in het rapport aangeeft. De Arbeidsinspectie valt namelijk samen met de vreemdelingenpolitie dag in dag uit bedrijven binnen om illegale arbeiders op te pakken en te deporteren. Merkwaardig genoeg en tegen beter weten in blijft PICUM toch vertrouwen op de overheid. "Terwijl overheidsinstellingen bekend zijn om hun negatieve praktijken ten opzichte van ongedocumenteerde arbeiders, is het ook van belang om te onderstrepen dat deze instellingen niet de vijand zijn. Vaak kunnen en willen overheidsinstellingen tussenbeide komen om arbeiders te beschermen, maar zijn ze beperkt omdat ze de arbeiders niet effectief kunnen bereiken." Het is voor illegale arbeiders levensgevaarlijk om in dit soort sprookjes te geloven.

Vakbonden

Sommige andere aanbevelingen hebben een duidelijk links karakter. Zo pleit PICUM ervoor om illegale arbeiders beter te informeren over hun rechten en om meer actie te ondernemen tegen bazen die hen uitbuiten. Daarbij hoort een collectieve aanpak: via zelforganisatie van illegalen die gezamenlijk opkomen voor de eigen belangen. Dat veronderstelt wel dat illegalen en hun bondgenoten voldoende tijd, geld, menskracht en energie hebben om organisatiestructuren op te bouwen. Helaas is het de ervaring van De Fabel dat veel arbeiders zonder papieren te veel in hun eentje verwikkeld zijn in een overlevingsstrijd en een zwaar en gezamenlijk politiek gevecht vaak onvoldoende kunnen opbrengen. Daar komt bij dat illegalensteungroepen meestal te veel aan hulpverlening doen en te weinig aan politieke strijd.

Verder beveelt PICUM illegale arbeiders aan om zo massaal mogelijk lid te worden van vakbonden. Zo kunnen ze samen met hun collega-arbeiders sterker staan tegenover de bazen en kan de solidariteit tussen alle arbeiders worden vergroot, ongeacht hun verblijfsstatus. Want "een arbeider is een arbeider is een arbeider, er is niet zoiets als een illegale arbeider", aldus een vakbondsmilitant. "Als je alleen diegenen als "werknemers" accepteert die volgens de wet zo zijn gedefinieerd, waarom aanvaard je dan de definitie van de overheid? In Zuid-Afrika waren de zwarte arbeiders voor 1979 volgens de wet geen "werknemers". Daarom organiseerden we zwarte arbeiders en konden we de wet veranderen. We hebben daarvoor geen toestemming van anderen nodig", aldus een andere activist.

Voorwaarde is wel dat vakbonden de belangen van illegale arbeiders daadwerkelijk willen behartigen. Daaraan ontbreekt het vaak, zeker in Nederland. "De kwestie van het organiseren van ongedocumenteerde arbeiders is in Noord-Europese vakbonden bijna ongehoord. Deze vakbonden zijn er eerder om bekend dat ze de deportatie steunen van arbeiders die zijn opgepakt omdat ze illegaal werkten, dan dat ze proberen om de rechten van die arbeiders te beschermen", moet PICUM toegeven. Volgens Kloosterboer legt men in Nederland de nadruk op de sociale dialoog tussen bonden, bazen en de overheid, en organiseren de vakbonden hun leden te weinig als strijdbare arbeidersklasse. "Ik denk dat in theorie meer bereikt zou kunnen worden als je zowel de legale als de ongedocumenteerde arbeiders zou mobiliseren, en hen zou uitleggen dat het niet in hun belang is om elkaar tegen te werken. Maar dat is niet waar de vakbonden in Nederland aan gewend zijn." Sterker nog, die bonden roepen arbeiders juist op om hun illegale collega-arbeiders te verklikken, ondermijnen daarmee de arbeiderssolidariteit en dienen zo vooral de belangen van de bazen en de overheid.(5)

Slechte naam

Omdat de steun van vakbonden te beperkt is of zelfs helemaal ontbreekt, gaan illegale arbeiders en steungroepen achterstallig loon wel eens rechtstreeks opeisen bij hun bazen. Ze stappen dan bijvoorbeeld rond etenstijd het restaurant of café binnen waar ze eerder hebben gewerkt, en gaan er in de nabijheid van bezoekers bij hun voormalige baas luid over klagen dat ze hun loon nog steeds niet hebben ontvangen. De bazen komen dan vaak alsnog snel over de brug, want ze zijn bang dat hun zaak in de publieke opinie een slechte naam krijgt. Deze actiemethode kan uiteraard het best worden toegepast als men niet meer bij het bedrijf werkt, omdat men anders waarschijnlijk meteen wordt ontslagen.(6)

Vanzelfsprekend is ook strijd voor de legalisering van groepen illegale arbeiders een manier om hen te steunen. Maar PICUM beschouwt legalisering niet als een lange termijn-oplossing, want het heeft slechts betrekking op een bepaalde groep arbeidsmigranten in een bepaald land op een bepaald moment. "Degenen die zijn gelegaliseerd, worden snel vervangen door anderen, wat laat zien dat bepaalde economische sectoren de aanwezigheid nodig hebben van ongedocumenteerde - en dus onbeschermde, goedkope en flexibele - arbeiders om goed te kunnen draaien."

Noten

Terug