De Fabel van de illegaal 76, mei/juni 2006
Auteur: Eric Krebbers
Gezellig multicultureel koken met Verdonk?
Een demotiverende rolprent voor toekomstige gezinsmigranten, een reactionaire feestdag met verplicht Nederlands bier, vragenlijsten met een jaren 50 spruitjeslucht, moslimvijandige stadsreglementen, en een promotiekaravaan voor een ongezellige minister. Het nationalistische inburgeringsdebat (1) brengt voortdurend nieuwe politiek uiterst onsmakelijke projecten voort.
Actie op 3 maart 2006 in Amsterdam tegen de IB-Groep die de inburgeringsplicht gaat organiseren (foto: Eric Krebbers) |
Op 15 maart 2006 is de Wet Inburgering Buitenland (WIB) ingevoerd. Voortaan moeten gezinsmigranten eerst in hun land van herkomst op de Nederlandse ambassade een taal- en cultuurtest afleggen. De taaltest wordt afgenomen via een computer. Het programma daarvoor is ontwikkeld door het Centrum voor innovatie van opleidingen (Cinop) uit Den Bosch, Language Testing Services (LTS) uit Velp en Ordinate uit Californië. Vooraf mochten enkele onafhankelijke deskundigen de testresultaten van de drie bedrijven nalopen. Ze schrokken zich wezenloos en kwamen met vernietigende kritieken. Dat bleek echter voor Justitie geen reden om het project af te blazen. De wet is sowieso bedoeld om gezinsmigranten te ontmoedigen en tegen te houden, en wanneer een slecht werkend computerprogramma nog wat extra mensen buiten de deur kan houden is dat voor Justitie mooi meegenomen. De test kost de migranten 350 euro, en wie door de computer afgewezen wordt mag niet in beroep. Slagen betekent overigens geen garantie op een verblijfsvergunning. Men moet gewoon nog een aanvraag voor een verblijfsvergunning indienen, en de toelatingseisen zijn de afgelopen jaren steeds verder verzwaard. Nederland is overigens het enige land ter wereld dat migranten nog voor de grensovergang toetst.
Drugsoverlast
Om de bijbehorende cultuurtest te kunnen halen moeten de migranten eerst thuis de film "Naar Nederland" bekijken. Die schildert een afschrikwekkend beeld van Nederland. Aan het begin wordt direct een migrant ten tonele gevoerd die zegt: "Het is hier koud en kil. Het is hier niet van holadiee holadio kom er maar bij." Een andere migrant laat men beweren: "Nederlanders hebben heel weinig geduld met de ander." In beeld komen lekkende, slecht onderhouden flats. De commentaarstem zegt: "In deze wijken is veel overlast. Drugsoverlast, geluidsoverlast. Geweld." Men laat agenten zien die preventief fouilleren. De migranten in de film bezweren dat ze nooit gekomen zouden zijn als ze dit allemaal geweten zouden hebben.
De cultuurtest bestaat uit in totaal 100 vragen, waarvan de migranten er bij het examen 30 moeten beantwoorden. De achtergrond, de vragen, de antwoorden: alles aan de test is door en door rechts en reactionair. Migranten moeten van de regering weten waar Beatrix woont, hoe de kroonprins heet en waar Máxima geboren is. Ze moeten Willem van Oranje op een plaatje herkennen, weten dat de koning van Spanje katholiek was en dat VOC-schepen voor de handel waren. Uit welke kolonie nootmuskaat vandaan kwam, hoe lang de oorlog met Spanje duurde en wie Rembrandt was. De vragen wekken de indruk dat iedereen in Nederland monarchist is, dat de nootmuskaat kwam aanwaaien en niet geroofd werd, en dat er geen slavenhandel heeft bestaan, noch vakbonden of klassenstrijd.
Actie op 3 maart 2006 in Nijmegen tegen de IB-Groep die de inburgeringsplicht gaat organiseren |
Ook moeten migranten antwoorden dat het in Nederland "druk" en "duur" is en dat er "veel mensen" wonen. Dat Nederland vol is, maakt deel uit van de heersende rechtse ideologie. Het is een volkomen subjectieve opvatting. Er zijn gebieden in de wereld waar het veel drukker is, en het leven veel duurder. Ook moeten migranten van de regering zeggen dat Nederland een democratie is en dat er vrijheid van drukpers heerst. In werkelijkheid zijn de media grotendeels in handen van de kapitaalbezitters die daarmee grote invloed uitoefenen op de democratie. De 16 miljoen inwoners van Nederland hebben zeer uiteenlopende levensstijlen, al naar gelang hun klasse, sekse, etnische achtergronden, politieke voorkeuren, seksuele voorkeuren en leeftijd. Toch moeten migranten leren dat alle Nederlanders hun verjaardag vieren en eerst een afspraak maken voor ze bij iemand langs gaan. De vragen zijn ook volkomen patriarchaal. Wanneer werk aan de orde komt, gaat het steeds over betaald werk buitenshuis. Huishoudelijk werk wordt niet eens genoemd. Via de vragen worden de migranten overigens regelrecht de schoonmaak en de beveiliging in gedirigeerd. In de industrie en landbouw zou voor hen nauwelijks nog werk zijn, zo beweert Justitie in de film.
Straatje schoonvegen
De inburgeringstest voor "allochtonen" die een Nederlands paspoort aanvragen bestaat uit vergelijkbare rechts-ideologisch geladen vragen. Wie de Teleac-voorbeeldtest (2) doet waant zich terug in de jaren 50 toen de conservatieven het nog voor het zeggen hadden. Nederlanders moeten bij trouwerijen cadeautjes geven, hun voortuin altijd netjes opruimen en hun straatje steeds schoonvegen. "Je bent pas verhuisd. Je buren vragen of je langskomt. Wat kun je het beste doen?", luidt vraag 8 bijvoorbeeld. De kandidaat-Nederlander mag kiezen uit "een kleinigheidje meenemen, een cadeau meenemen, of niets meenemen". Ook veel "autochtone" Nederlanders hebben geen idee wat het conservatieve kabinet zou willen dat de kandidaat-Nederlander antwoordt. Velen weten dan ook geen voldoende te scoren bij de voorbeeldtest.
De vragen zijn daarnaast vaak vooringenomen en racistisch. Zo wordt bij vraag 6 aangenomen dat "allochtonen" zich aan openlijk zoenende homo's zullen ergeren. Ook moeten de kandidaat-Nederlanders zich verplaatsen in totaal onwaarschijnlijke situaties. "Een functionaris van de IND heeft je goed geholpen. Hoe bedank je deze functionaris?" Nederland lijkt volgens Justitie werkelijk bevolkt te worden door behulpzame ambtenaren en homofobe "allochtonen". Eind maart zijn Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Spanje en Polen een overleg begonnen over hoe dit Nederlandse inburgerinitiatief na te volgen.
Loyaliteitsverklaring
Vanaf 1 oktober 2006 moeten "allochtonen" die het examen halen, verplicht aanwezig zijn bij een naturalisatieceremonie. Die bijeenkomsten worden al sinds 1 januari 2006 georganiseerd door sommige gemeenten. Vanaf 2008 moeten de nieuwe Nederlanders zelfs trouw zweren aan Nederland. Dat soort loyaliteitsverklaringen heeft Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer gekend. De ceremonies druipen van het nationalisme. De aanwezigen krijgen behalve hun paspoort ook een Nederlandse vlag aangeboden. Verder wordt men geacht het Wilhelmus mee te zingen, Nederlandse kaas en Nederlands bier te nuttigen en te luisteren naar Nederlandse accordeonmuziek. Het ultra-rechtse college in Rotterdam gaf begin 2006 aan bij de ceremonie ook het koningshuis centraal te willen zetten. Bij sommige andere gemeenten heeft men vanwege het nationalisme helemaal geen zin om dit soort ceremonies te organiseren.
Minister Verdonk van Justitie heeft in 2005 ook een landelijke "Dag van de naturalisatie" ingesteld. Dat zou een jaarlijks terugkerende feestelijke dag moeten worden. Gekozen heeft ze voor 24 augustus, "de verjaardag van de grondwet uit 1815". Een ultra-conservatieve keuze. De eerste Nederlandse grondwet dateert namelijk al van april 1798, toen stadhouder Willem V naar Groot-Brittannië was gejaagd en de Bataafse republiek werd opgericht. Die grondwet werd ingevoerd na een jarenlange discussie, een referendum waarbij een eerste voorstel massaal werd weggestemd, en een korte staatsgreep. Een overweldigende meerderheid van de bevolking stemde toen voor die nog steeds modern aandoende grondwet, waarin voor het eerst de fundamentele vrijheden van godsdienst, vergadering en drukpers werden vastgelegd. Op Verdonks feestdag werden in 1815 alle verworvenheden van 1798 juist teruggedraaid: de beruchte Restauratie. Bij deze contra-revolutie werd het Koninkrijk der Nederlanden opgericht en koning Willem I in het zadel geholpen. Het was een regelrechte terugkeer naar het feodale tijdperk en alle adel werd in ere hersteld. In 1848 werd door de liberalen weer een nieuwe grondwet ingesteld. Het 150-jarige bestaan daarvan werd in 1998 nog door het liberale paarse kabinet aangegrepen voor een feestje. In de versie van 1848 werd de macht van het koningshuis beperkt. Dat was inderdaad een vooruitgang, maar over het algemeen haalde de grondwet van 1848 het wat de burgerlijke vrijheden betreft niet bij die van 1798. Die verleende daarbij ook veel meer mensen stemrecht. Overigens mochten onder geen van de drie grondwetten vrouwen stemmen. In de inburgeringstesten benadrukt Justitie voortdurend vrouwenrechten. Had Verdonk die echt belangrijk gevonden, dan had ze met haar feestdag wel aangesloten bij de invoering van het actieve vrouwenkiesrecht in 1922, en niet bij de invoering van de monarchie.
Rotterdam Code
Ook via het groeiende aantal stadsreglementen worden "allochtonen" onder druk gezet om zich "Nederlands" te gedragen. Dat begon al in 2002, toen Gouda op initiatief van de fundamentalistische ChristenUnie de "10 gouden stadsregels" invoerde.(3) "Spreek Nederlands, dan verstaan we elkaar", luidt een daarvan. Dat is ook een van de belangrijkste normen van de Rotterdam Code die het plaatselijke stadsbestuur op 19 januari 2006 presenteerde. Men gaat daarin nog een stapje verder en wil dat "allochtonen" ook thuis onderling Nederlands praten. In de eerste maanden van 2005 had de gemeente debatten georganiseerd waarbij de hele bevolking werd opgeroepen mee te discussiëren over moslims. De deelnemers formuleerden allerlei afspraken, waaronder ook dat er meer aandacht voor andere culturen zou moeten komen in het onderwijs, en dat werkgevers meer "allochtone" jongeren aan zouden moeten nemen. Leefbaar Rotterdam vond de afspraken echter te vriendelijk voor moslims en wilde dat er ook stelling genomen zou worden tegen criminaliteit en "overvloedig gebruik en misbruik van sociale voorzieningen". Moslims moeten zich aanpassen, riep Leefbaar Rotterdam-fractievoorzitter Ronald Sörensen. "Bij samenleven is onze identiteit het fundament." Op eigen houtje formuleerde het stadsbestuur daarop de Rotterdam Code, niet meer dan een opsomming van vermeende slechte eigenschappen van moslims, met daarbij telkens het dringende advies om die eigenschappen af te leren. De code is volledig van bovenaf opgelegd, en men zal dan ook tevergeefs zoeken naar adviezen aan stadsbestuurders en ambtenaren om niet te hetzen tegen moslims, of aan bazen om migranten aan te nemen en fatsoenlijke lonen te betalen. De code is net als de rest van het normen en waarden-debat een aanval op migranten.(4)
Verdonk sprong een gat in de lucht bij het horen van de code. Ze riep dat iedereen op straat altijd Nederlands zou moeten spreken. Dat ging zelfs veel rechtse politici en opiniemakers te ver. Burgemeester Opstelten probeerde de boel te sussen door de bedoeling van de Rotterdam Code te verduidelijken. "Het is niet zo dat wanneer ik op de Coolsingel een andere taal hoor, ik ga bellen. Het gaat er niet om dat er nooit iets anders mag worden gesproken. Maar we moeten duidelijk maken dat als je Nederlands niet in je genen hebt, je het hier gewoon niet redt." Wetenschappelijk gezien is die opmerking over genen natuurlijk volkomen idioot, maar het achterliggende sentiment richting "niet-westerse allochtonen" is volkomen helder. Die zouden andere "genen" hebben, dus van een ander "ras" zijn, en het hier daarom niet redden. Het gaat Verdonk en Opstelten vanzelfsprekend niet om Engels sprekende managers van internationale bedrijven. Het gaat hen om sprekers van niet-westerse talen. Maar "een taalpolitie zal er niet aan te pas komen", zo probeerde Opstelten zijn critici gerust te stellen. Om het repressieve imago wat te verzachten heeft men de code inmiddels omgedoopt tot Rotterdam Appèl. Toch kan wat dwang op den duur geen kwaad, zo menen de beide bestuurders. Want, zo weet de paternalistische Verdonk te vertellen, "allochtonen" hebben behoefte aan regels waaruit blijkt wat "men" van hen verwacht. Alsof het om kinderen gaat. Verdonk kondigde verder terloops aan om met specialisten om de tafel te gaan zitten om "de Nederlandse nationaliteit" na te gaan "waar we trots op kunnen zijn". Dat zijn "we" in ieder geval niet op het inburgeringsbeleid.
&-campagne
Om de indruk te wekken dat de hele inburgeringswaanzin nog "gezellig" is ook, trekt Verdonk 10 miljoen euro uit. Ze heeft een consortium van reclamebedrijven ingehuurd om de "&-campagne" en een integratiekaravaan te organiseren. "Natuurlijk moet ik streng zijn, maar ik wil laten zien dat ik eigenlijk een gezellige vrouw ben", zei Verdonk, te gast op een multicultureel kookfestijn. Voor de campagne zoekt ze "ambassadeurs van het goede voorbeeld". Publicist Mohammed Benzakour werd ook schriftelijk benaderd. Volkomen terecht bedankte hij. "Om te beginnen geloof ik niet dat als u maar een blik leuke Marokkaanse rolmodellen opentrekt, de inter-etnische vrede wordt bespoedigd. Dat is geen pessimisme, maar nuchterheid. De crisis is te diep en te gelaagd voor een paar hippe T-shirts, buttons en vlotte MTV-spotjes vol guitige successmoeltjes - hoe nobel ook de boodschap. Die 10 miljoen besteden aan een robuust onderwijs- en banenplan voor jonge, aan de rand balancerende Marokkaantjes zet oneindig meer zoden aan de integratiedijk", schreef hij in een open brief aan Verdonk.(5) Ook Najib Amhali moest niets van de plannen hebben. "Ik heb met een aantal andere mensen een brief gekregen. Ons is gevraagd om het stil te houden", vertelde de cabaretier. "Ik zou het nooit doen, want ik ben het niet eens met haar beleid." Weinig "allochtonen" zullen inmiddels nog zin hebben om gezellig multicultureel te koken met Verdonk.
Noten
Terug