De Fabel van de illegaal 82/83, voorjaar 2007
Auteur: Harry Westerink
Mensensmokkel noodzakelijk om te kunnen vluchten
De overheid schildert mensensmokkel eenzijdig af als zware en grootschalig georganiseerde criminaliteit. Het overgrote deel van de migranten en vluchtelingen maakt tijdens hun reis naar Europa gebruik van mensensmokkelaars. Uit het proefschrift "Navigating Borders" van IMES-onderzoekster Ilse van Liempt blijkt dat de vluchtelingen en migranten hen veel meer zien als noodzakelijke dienstverleners dan als gevaarlijke misdadigers. Haar onderzoek helpt helaas de overheid om smokkelroutes en -structuren beter te leren kennen en te bestrijden.
Vluchtelingen verstoppen zich soms in containers |
In de beeldvorming van een halve eeuw geleden waren mensensmokkelaars dappere mensen die Joden of anderen hielpen ontsnappen die op de vlucht waren voor het fascisme of het stalinisme. In 1993 echter werd mensensmokkel strafbaar gesteld, waarbij de overheid moest aantonen dat opgepakte smokkelaars financiële motieven hadden. Sinds 2005 is dat element van "winstbejag" uit de wetgeving geschrapt en behandelt men opgepakte mensensmokkelaars sowieso als criminelen, tenzij die zelf kunnen bewijzen dat ze uit louter humanitaire overwegingen hebben gehandeld. De bewijslast is dus omgekeerd, wat het helpen om ideële en politieke redenen nog riskanter heeft gemaakt.
Maffia
Door mensensmokkelaars aan te pakken hoopt de overheid de van hen afhankelijke vluchtelingen zoveel mogelijk te kunnen weren. Men wenst migratiestromen te beheersen en "ongecontroleerde" migratie tegen te gaan.(1) Daarom plakt men op alle smokkelaars graag het etiket van brute gewetenloze bendeleden die over lijken gaan, maffia die via de strakke hiërarchische discipline van een ondergrondse organisatie met de vluchtelingen als speelbal in hun handen grof geld verdienen en hen tot slaaf maken in de seksindustrie of door andere dwangarbeid. Dat is echter eerder een omschrijving van mensenhandel. Want bij mensensmokkel gaat het in principe om een afspraak met voordeel voor zowel de smokkelaar als de gesmokkelde, in tegenstelling tot mensenhandel, waarbij de handelaar met geweld ingaat tegen de wil en de belangen van de verhandelde. De overheid gooit mensensmokkel en mensenhandel de laatste jaren graag op één hoop, om zo alle smokkelaars in een kwaad daglicht te kunnen stellen. Nadat de vluchtelingen zelf steeds meer zijn weggezet als liegers en bedriegers, maakt men nu ook van iedereen een misdadiger die de vluchtelingen kosteloos of tegen betaling helpt tijdens de lange barre tocht naar en in Europa.
Veel onderzoekers van "het vreemdelingenbeleid" denken binnen de kaders van de bestaande maatschappelijke machtsverhoudingen. Ze hebben vaak alleen maar oog voor de papieren werkelijkheid van cijfers en statistieken en verplaatsen zich nauwelijks in de vluchtelingen. Van Liempt daarentegen heeft in haar studie de visies en ervaringen van migranten en vluchtelingen centraal gezet. Ze vroeg vluchtelingen uit onder meer Irak, de Hoorn van Afrika en de voormalige Sovjet-Unie naar hun smokkelverhalen. Door meer in hun schoenen te gaan staan en met hun ogen te kijken, krijgt men een heel ander beeld van mensensmokkel. "Omdat mijn land in oorlog is, kun je niet officieel reizen. Je bent gedwongen om mensensmokkelaars te benaderen. Als je er zelf geen kent, is er altijd wel een vriend of een bekende die er een kent of die een telefoonnummer heeft", aldus bijvoorbeeld een Iraakse man. Ook een andere vluchteling maakt duidelijk hoe belangrijk mensensmokkelaars zijn om Europa te kunnen bereiken. "Ik had Benin per boot kunnen verlaten, maar ik had natuurlijk al die verhalen gehoord over mensen die in containers zijn gestikt of overboord zijn gegooid en ik wilde echt mijn leven niet riskeren. Een goede vriend van me bood me een reis aan achter in zijn pick-up naar Marokko. We gingen dwars door de Sahara en konden in huizen van hem overnachten. Hij wist precies waar we heen moesten, hij kende de weg, hij kende ook de oases. Ik vertrouwde hem volledig. Na één week en drie dagen bereikten we Marokko en toen zijn we in een klein bootje naar Spanje overgestoken."
Ilse van Liempt |
Natuurlijk zijn niet alle smokkelaars vrienden of bekenden van de vluchtelingen. Om Europa te bereiken moeten vluchtelingen vaak veel geld betalen aan hun "reisbegeleiders". Van Liempt onderscheidt drie soorten smokkelaars: het dienstverlenende, het onderhandelende en het sturende type. Bij het dienstverlenende type weten de vluchtelingen vantevoren waar ze heen gaan en hoeveel ze daarvoor moeten betalen. Afgezien van de hoge prijs en het risico tijdens de reis lijkt deze mensensmokkel nogal op de reguliere migratie. Bij het onderhandelende type staan de interacties tussen smokkelaar en vluchteling centraal. Vaak is dan vantevoren niet bekend hoe de migratie gaat verlopen en reist de vluchteling stap voor stap. Hoe verder van huis, hoe moeilijker het voor hem wordt om een goede smokkelaar, een veilige reisroute en een verantwoorde eindbestemming te kiezen. Het sturende type tenslotte bepaalt op eigen houtje hoe de migratie gaat verlopen. Vluchtelingen hebben dan weinig tot niets te vertellen en komen vaak op een voor hen willekeurige plaats terecht. Van Liempt breekt met de heersende beeldvorming dat migranten alleen maar passieve en zielige slachtoffers van genadeloze mensensmokkelaars zijn. Hoewel ze vaak extreem afhankelijk zijn, blijken velen toch wel invloed te hebben op hun eigen migratie. Ze gaan vaak zelf op zoek naar een goede smokkelaar en proberen zoveel mogelijk zeggenschap over hun reis en hun verblijf elders te krijgen.
Luistervinken
Van Liempt wil met de verhalen van de gesmokkelde vluchtelingen en migranten tegenwicht bieden aan de toenemende criminalisering van mensensmokkelaars. Als blijkt dat vluchtelingen en hun smokkelaars niet allemaal zulke slechte mensen zijn, dan zal de overheid het beleid wel versoepelen, zo lijkt de achterliggende gedachte. Net als veel van haar collega's, lijkt Van Liempt zichzelf wijs te hebben gemaakt dat de overheid altijd het beste voor heeft met vluchtelingen, maar helaas nog niet snapt dat het huidige beleid zulke harde en onrechtvaardige gevolgen met zich meebrengt. Maar niets is minder waar. De overheid wil simpelweg alle "ongecontroleerde" migratie stoppen, ongeacht de gevolgen. Hoe goedbedoeld en boeiend het onderzoek van Van Liempt ook is, toch loopt ze het levensgrote risico dat de overheid haar onderzoeksgegevens inzet om het harde beleid tegen vluchtelingen juist verder uit te bouwen.(2)
Jeroen Doomernik |
Zo komt ook het congres "Criminalisering van het vreemdelingenbeleid" op 16 februari 2007 de overheidsbelangen ten goede. Aan dat congres werken naast Van Liempt ook Anton van Kalmthout (3), Jeroen Doomernik (4) en andere wetenschappers mee. De hoge toegangsprijs van 250 euro sluit meteen al de onderkant van de samenleving uit van deelname. Het is dan ook vooral bestemd voor politie, douane, IND, IOM, marechaussee, criminologen en advocaten. "Hulpverleners" zijn ook uitgenodigd, maar De Fabel besteedt zijn spaarzame geld liever aan politieke strijd en aan de concrete ondersteuning van mensen zonder papieren. Migrantenorganisaties worden niet eens genoemd in het rijtje doelgroepen voor wie de bijeenkomst interessant zou kunnen zijn. Tijdens het congres kunnen de luistervinken van de overheid met rode oortjes zoveel mogelijk informatie aftappen van deskundigen, en die gebruiken om nieuw repressief beleid tegen mensensmokkel vorm te geven.
Noten
Terug